Partij van de Arbeid

Den Haag, 5 september 2007

Aanvullende vragen van de leden Tang en Crone (beiden PvdA) aan de ministers van Verkeer en Waterstaat en Financiën over het overheidsbedrijf Schiphol dat procedeert tegen de overheid


1. Is het juist dat uit de antwoorden op de vragen van het lid Roemer over Chipshol en de kwestie-Groenenberg terrein kan worden opgemaakt, dat Schiphol een procedure heeft gestart om de aan Chipsol te betalen schade op de Staat te verhalen?
2. Waarom procedeert een 100%-overheidsbedrijf tegen de overheid?
3. Deelt u de mening dat een dergelijke situatie volstrekt onwenselijk is?
4. Kunt u, in samenwerking met de minister van Financiën, bevorderen dat aan deze situatie een einde wordt gemaakt?
5. Kunt u daarbij de aandeelhoudersbevoegdheden inzetten die toekomen aan de minister van Financiën als belangrijkste aandeelhouder van Schiphol?
6. Kunt u specifiek gebruik maken van de bevoegdheden verbonden aan art. 2:155a BW, waarbij middels een onderlinge regeling van samenwerking het verzwakte structuurregime wordt gevestigd, op basis waarvan de minister de leden van de raad van bestuur kan benoemen en ontslaan, om op die manier de juiste verhoudingen tussen de overheid en het overheidsbedrijf weer te herstellen?
7. Kan in de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid het uitgangspunt worden opgenomen dat overheidsbedrijven geen juridische procedures aanspannen tegen de overheid? Zo nee, waarom niet?
8. Waarom wil de directie van Schiphol sowieso de schade die voortvloeit uit het bouwverbod op de Rijksoverheid verhalen, als deze directie zélf de drijvende kracht was achter dit bouwverbod op het Groenenbergterrein, zoals opnieuw blijkt uit uw antwoord op vraag 5 van het lid Roemer?
9. Is dit niet de wereld op zijn kop? Waarom betaalt de directie van Schiphol dan ook niet zelf de ontstane schade?
10. Waarom heeft Schiphol de op basis van art. 50 Luchtvaartwet verplichte schadevergoeding aan Chipsol nooit (definitief) betaald, en waarom moest Schiphol hier via de rechter toe gedwongen worden?
11. Waarom heeft Schiphol beslag laten leggen op bezittingen van Chipshol om de waardevermeerdering als gevolg van het opheffen van het bouwverbod te incasseren? Bepaalt immers art. 55 van de Luchtvaartwet niet dat Schiphol dit bedrag pas kan vorderen, als eerst de bovengenoemde schadevergoeding is toegekend, wat nooit (definitief) gebeurd is?
12. Ligt het, nu gebleken is dat de inschattingen van Schiphol en de LVNL over de vermeende veiligheidsrisico s achteraf gezien onjuist waren, voor de hand dat Schiphol nu nog steeds een dergelijke felle juridische strijd voert tegen Chipshol?
13. Kunt u uitsluiten dat in 2003, toen de directie van Schiphol aan de staatssecretaris het verzoek deed om een bouwverbod, niet alleen de vermeende veiligheidsrisico s een rol speelden, maar ook de wens om een concurrent de voet dwars te zetten? Kan in dat geval gesproken worden van machtsmisbruik?
14. Acht u de in de vragen 1 en 2 en 8 t/m 13 genoemde gedragingen passend voor een overheidsbedrijf? Zo ja, kunt u hier dan nader op ingaan? Zo nee, kunt u de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid zodanig vormgeven dat dergelijke zaken tot het verleden gaan behoren?

Minister van Verkeer en Waterstaat, V&W/DGTL-2007/10156, antwoord op vraag 2, 22 augustus 2007

Minister van Verkeer en Waterstaat, V&W/DGTL-2007/10156, antwoord op vraag 5, 22 augustus 2007