Wmo

Stand van zaken arbeidsmarktgevolgen Wmo

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-CB-U-2789635

4 september 2007

Inleiding

Bij brief van 20 juli 2007 (VWS-0700778) is uw Kamer voor het laatst geïnformeerd over de resultaten van de gesprekken die ik met de sociale partners en gemeenten voerde over de arbeidsmarktgevolgen van de Wmo. Sindsdien zijn er verschillende meldingen in de media geweest en diverse Kamervragen gesteld over mogelijke ontslagen bij thuiszorgorganisaties. Bij brief van 25 juli jongstleden heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij verzocht om uw Kamer na ommekomst van het zomerreces te informeren over de stand van zaken.

Mutaties op de arbeidsmarkt

De in de media genoemde aantallen (dreigende) ontslagen lopen sterk uiteen. Voor eenduidige informatie en een adequate beleidsreactie hebben gemeenten, sociale partners en VWS afgesproken een schakelpunt in het leven te roepen. Dit schakelpunt werkt adequaat. Het krijgt berichten van thuiszorginstellingen waar, vanwege de aanbesteding van de hulp bij het huishouden, werkgelegenheidseffecten (kunnen gaan) optreden. Het gaat daarbij niet louter om (collectieve) ontslagen, maar ook om verschuivingen onder bestaand CAO-personeel. In totaal heb ik - per 31 augustus - van 37 organisaties een dergelijke `melding' ontvangen. In totaal is volgens deze meldingen per ultimo 2007 een daling zichtbaar van circa 5.000 werknemers onder de CAO. Van deze circa 5.000 blijft een deel werkzaam in de thuiszorg als alfahulp. Voor de anderen geldt dat zij de thuiszorg zullen verlaten. Daarbij zij opgemerkt dat het hier ook om reguliere uitstroom zal gaan. Voorts hebben de mutaties niet alleen betrekking op thuishulpen, maar ook om ander personeel in dienst van thuiszorginstellingen zoals management en ondersteuning. Het aandeel van deze mutatie dat enkel het gevolg is van de aanbestedingen huishoudelijke hulp is niet rechtstreeks uit de cijfers te halen.
Zoals gezegd, gaat het tot dusver om 37 thuiszorgorganisaties. Het lijkt goed te benadrukken dat sprake is van niet geverifieerde informatie, bijvoorbeeld door middel van accountantsverklaringen. In 24 gevallen geeft men aan dat sprake is van dreigend collectief ontslag. In 13 gevallen geeft men aan dat er géén sprake is van dreigend collectief ontslag. In deze 24 gevallen wordt ook aangegeven dat sprake is van een melding bij het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen). Dat spoort evenwel niet met de gegevens van het CWI zelf. 18 organisaties geven aan dat er met werknemersorganisaties (op enigerlei wijze) overleg gaande is over een sociaal plan. Op het moment dat de melding bij het schakelpunt binnenkomt, blijkt meestal nog geen overleg gaande te zijn met de betrokken gemeente(n). Dat kan - daarover meer, later in deze brief - natuurlijk wel het geval zijn. Dergelijk overleg is opportuun, omdat er sprake is van een contract tussen gemeente en aanbieder. Daar ligt de sleutel voor een specifieke oplossing. De verwachte neerwaartse mutaties variëren van 0 tot 1900. De mutaties alfahulp variëren van - 453 tot + 779.

Ook van het CWI krijg ik permanent actuele informatie over aantallen ontslagaanvragen en over zogenaamde signaleringen van mogelijke ontslagen bij thuiszorgorganisaties. Bij het CWI is per half augustus voor 165 personen een ontslagaanvraag ontvangen (daarbij gaat het om 4 organisaties) en voor ongeveer 4.000 personen een vooraankondiging van mogelijk ontslag ontvangen.

In de overeenkomst die ik op 19 juni 2007 met sociale partners en gemeenten heb gesloten, is in 2007 EUR 20 mln. gereserveerd om de incidentele problemen op de arbeidsmarkt te redresseren. De EUR 20 mln. zijn aanvullend beschikbaar op de financiële inspanningen die in een concrete situatie lokaal aan de orde zijn bij het maken van afspraken in sociale plannen. De verantwoordelijkheid voor het leveren van deze financiële inspanning ligt in eerste instantie bij de betrokken thuiszorgaanbieder en gemeente, zo schreef ik u op 20 juli. De subsidieregeling `personele gevolgen invoering Wmo', die gebaseerd is op die overeenkomst, is op 6 augustus 2007 gepubliceerd in de Staatscourant. Thuiszorginstellingen die te maken hebben met ernstige nadelige sociale gevolgen als gevolg van aanbestedingen huishoudelijke hulp, waaronder (dreigend) collectief ontslag kunnen op grond van de subsidieregeling in aanmerking komen voor een maximale bijdrage van EUR 3.500,-- per medewerker. Op dit moment heb ik van twee thuiszorgorganisaties een concreet subsidieverzoek ontvangen. Het gaat daarbij in totaal om 570 medewerkers. Als het gaat om het kunnen doen van een aanvraag voor subsidie moet sprake zijn van collectief ontslag, een aanvraag bij het CWI en overleg met de betreffende gemeente(n). Voor het beoordelen van de aanvragen aan de voorwaarden van de regeling, is inmiddels een organisatie ingericht.

Lokaal overleg

Op 28 augustus jongstleden vond nader overleg plaats tussen de VNG, de sociale partners, VWS en SZW. Eerder werd geconstateerd dat er in de kern sprake is van een lokaal - vaak specifiek - arbeidsmarktknelpunt. Door op lokaal niveau goede afspraken te maken tussen de gemeenten en thuiszorgaanbieders, kunnen deze partijen een aantoonbare bijdrage leveren om de ongewenste arbeidsmarktgevolgen aan te pakken. Het beeld is dat op lokaal niveau inmiddels goede beweging ontstaat om de arbeidsmarktproblemen op lokaal niveau op te lossen. Partijen op nationaal niveau weten elkaar te vinden daar waar lokaal overleg spaak dreigt te lopen. De mogelijkheden die momenteel worden gevonden om tot maatwerkoplossingen te komen, worden verzameld. Werkgevers en gemeenten bezien de mogelijkheid om een en ander breed ter beschikking te stellen in de vorm van een handreiking over de manier waarop het gesprek op lokaal niveau gevoerd kan worden. Aanknopingspunten voor oplossingen kunnen gelegen zijn in aanpassing van het gesloten contract, de (her)indicatiestelling en/of de bedrijfsvoering van betreffende thuiszorgorganisatie. In dit licht zal ik binnenkort ook een handreiking naar alle gemeenten sturen over de mogelijkheden om bij aanbesteden negatieve gevolgen voor de arbeidsmarkt te voorkomen. Ik zal u beide documenten graag doen toekomen.

Vorming van een mobiliteitscentrum Thuiszorg

Tijdens genoemd overleg op 28 augustus was ook het CWI aanwezig. Sociale partners, gemeenten en de ketenpartners CWI en UWV hebben namelijk het initiatief opgevat om een mobiliteitscentrum thuiszorg (MCT) op te richten. Ik ondersteun dit initiatief van harte. Het MCT richt zich op de organisatie en inrichting van een gemeenschappelijke `rapid response service' en het projectmatig bij elkaar brengen van de nodige experts en expertise op lokaal en regionaal niveau om een doeltreffende ondersteuning aan werkgevers en werknemers in de thuiszorg te waarborgen. Dit MCT heeft een aantal doelen: