SGP


06 - 09 - 07 | Bijdrage SGP islamitisch activisme

Het WRR-rapport over islamitisch activisme is ongefundeerd optimistisch. Gelukkig is het kabinet minder eenzijdig dan de WRR. Wat niet wegneemt dat de regering ook wel erg veel, zeg maar gerust té veel verwacht van praten. Dat de islamisering van Nederland de SGP verdriet, moge helder zijn.


---

----------

Plenair debat âDynamiek in islamitisch activismeâ C.G. van der Staaij
6 september 2007

Stel je voor: twee mensen staan âs nachts naar een pikzwarte lucht te staren. Slechts een paar heldere sterren zijn zichtbaar in de hemelkoepel. Je zou toch erg raar opkijken als één van die twee zou zeggen dat het buiten helder licht is.

WRR-rapport
Een soortgelijke verbazing maakte zich van de SGP-fractie meester toen wij vorig jaar kennis namen van het WRR-rapport over islamitisch activisme. Door de eenzijdige focus op lichtpunten in de verhouding tussen islam en democratisering ademt het rapport een ongefundeerd optimisme uit. Door die eenzijdigheid ontstaat een vertekend beeld, wordt de donkere achtergrond vergeten.
Op zich is het een legitieme keuze om te zoeken naar verbindingspunten. Maar als je dat doet, moet je wel de hele context in het oog houden. De WRR presteert het om bij de beantwoording van de vraag naar islamitisch activisme alleen te kijken naar de positieve tendensen â de dynamiek - terwijl er weinig oog is voor de overduidelijke negatieve tendensen in de richting van orthodoxie en radicalisering â zeg maar het dynamiet. Het WRR-rapport is daarom teleurstellend. De W van âwetenschappelijkâ is ingeruild voor de W van wensdenken.
Om maar één voorbeeld te noemen: de gedachte om met bijvoorbeeld een terroristische groepering als Hamas te gaan praten alsof het je wat nukkig uitgevallen buurman is waar op zich niets mee mis is, getuigt van een al te naïeve benadering. Praten met terroristische groeperingen die geweld niet afzweren is surrealistisch. Terecht neemt de regering ook afstand van de hier op gerichte aanbeveling van de WRR.
Een âpositiefâ voorbeeld van islamitische ontwikkeling dat de WRR gebruikt is nota bene dat van Iran in de afgelopen 25 jaar. Er wordt verwezen naar stapels boeken van creatieve denkers die er verlichte ideeën op nahouden. Maar wat is nu de werkelijke doorwerking daarvan? Daar wringt juist de schoen. Kritisch nadenken van één persoon kan natuurlijk een positieve omwenteling veroorzaken, maar al te gemakkelijk wordt voorbijgegaan aan de Nederlandse wijsheid dat een zwaluw nog geen zomer maakt. Exotische denkers als norm is in onze overtuiging bepaald geen solide aanknopingspunt. Als we ons alleen al realiseren dat een zeer groot deel van de landen waar christenen vervolgd worden nu juist islamitische landen zijn, dan stelt dat die âontwikkelingâ in een wrang daglicht.

Jihadisme
Meer realistisch is de conclusie die de WRR ook trekt, namelijk dat de wereldpolitieke situatie weinig aanwijzingen biedt voor een spoedige, substantiële verbetering in de moslimwereld in de houding tegenover democratisering en fundamentele rechten.
Voor de Nederlandse context wil de SGP-fractie wijzen op het jaarverslag van de AIVD over 2006. Daarin wordt juist gesproken over de radicalisering onder jonge moslims, uitbreiding van de salafitische invloedssfeer. De AIVD schrijft: âEen in Irak weinig betekenisvolle gebeurtenis als het uitroepen van een islamitisch emiraat, had op gejihadiseerde jongeren in Nederland een enthousiasmerend effect. (â¦) De verspreiding in de Nederlandse taal van dit type geweldsverheerlijkende lectuur, waarbij het martelaarschap eveneens wordt aangeprezen, heeft een radicaliserend en jihadiserend effect op vooral jonge mensen.â In het WRR-rapport missen wij zulke alarmerende noties. In het licht van de AIVD-analyse is nu juist de vraag geboden of er voldoende wettelijke mogelijkheden zijn om geweldsverheerlijking tegen te gaan. Wij willen uitdrukkelijk bepleiten om tegen geweldsverheerlijking op te treden, en zonodig de wetgeving aan te scherpen. Is het kabinet daartoe bereid?
De AIVD laat ook zien dat terroristische dreiging in Nederland vanuit jihadistische netwerken minder is geworden door de daadwerkelijke bestrijding ervan door strafrechtelijke vervolging en uitzettingen. Alertheid en een daadkrachtig optreden is daarom nodig tegen haatzaaiende salafitische imams. Is dit voor het kabinet ook een prioriteit?

Kabinetsstandpunt
Het is een positief punt in het kabinetsstandpunt dat die eenzijdige WRR-benadering in ieder geval wordt gesignaleerd en niet alle aanbevelingen worden overgenomen. De SGP-fractie vindt het echter jammer dat het kabinet zo weinig afstand neemt van het rapport. Het kabinet zet erg in op de dialoog. Natuurlijk, ook de SGP-fractie vindt dat de dialoog met gematigde krachten een kans en een plaats moet krijgen. Maar het kabinet lijkt er te veel van te verwachten. Praten, praten: de dialoog lijkt voor het kabinet het belangrijkste recept. Bijvoorbeeld als wordt gesproken over een communicatieproject dat herhaling van zoiets als de cartoonrellen wil voorkomen. Is dat niet al te zeer vanuit de âmaakbaarheidsgedachteâ geredeneerd? Is niet het probleem van allerlei gematigde islamitische krachten, dat zij een gesubsidieerd kantoor hebben, maar weinig steun en draagvlak in de gemeenschappen zelf waar het om gaat?
De SGP-fractie is bezorgd dat de gesubsidieerde dialoog leidt tot, wat de AIVD kwalificeert als een façadepolitiek. Nationale en internationale gesprekspartners verschuilen zich achter een façade van gematigdheid en onthouden zich in het openbaar van radicale uitspraken, die zij onderhuids wel uitdragen. Wij hebben geen behoefte aan zulke politiek-correcte façade-politiek. Ziet het kabinet dit risico ook?

De SGP neemt met verdriet kennis van de groei van de Islam in Nederland, die vaak hand in hand gaat met vervreemding van de autochtone bevolking van onze eigen joods-christelijke wortels. Het risico van een over-concentratie op de dialoog en het verzoenende gesprek is dat aan de kant van de Nederlandse overheid een te slappe opstelling wordt gekozen. Ik roep nog even in herinnering de uitspraken van minister Vogelaar deze zomer over een joods-christelijk-islamitische cultuur in Europa. Wij nemen daar afstand van. Wij missen in de houding van het kabinet de bezorgdheid over de islamisering van onze samenleving, zoals die ook gestalte krijgt in het oprukken van megamoskeeën en vervreemdende gebedsoproepen vanaf moskeen. Is het kabinet alsnog bereid te bevorderen dat deze trend wordt gekeerd? Wordt door een formalistisch-juridische benadering niet in wezen het oude multi-culturele ideaal onverkort overeind gehouden?zo zou ik tot slot willen vragen.

Bijdrage SGP islamitisch activisme