UMCG start onderzoek naar minder belastende heupoperatietechniek
06 september 2007 Artrose of slijtage van het heupgewricht is een van
de meest voorkomende chronische aandoeningen van het
bewegingsapparaat. Een gebruikelijke en effectieve behandeling van
patiënten met deze aandoening is een operatie, waarbij de heup wordt
vervangen door een kunstheup (heupprothese). De afdeling Orthopedie
van het UMCG is een onderzoek gestart naar de effecten van een nieuwe,
minimaal invasieve operatietechniek in combinatie met
computernavigatie voor het plaatsen van een heupprothese. Doel hiervan
is te onderzoeken of deze techniek leidt tot een beter herstel,
kortere ziekenhuisopname, minder complicaties en een betere
positionering van de heupprothese, vergeleken met de traditionele
heupoperatietechniek.
Door de vergrijzing van de samenleving en het succes van de
heupoperatie neemt de vraag naar deze operatie toe. Dit heeft geleid
tot de ontwikkeling en toepassing van nieuwe operatietechnieken, zoals
het minimaal invasief plaatsen van een heupprothese. Hierbij wordt de
heupprothese via een kleinere incisie geplaatst, waardoor minimale
schade aan (spier)weefsels ontstaat. Een nauwkeurige plaatsing van de
heupprothese is van essentieel belang voor het functioneren van deze
prothese, zowel op korte als lange termijn. Door de kleinere incisie
is er minder zicht tijdens de operatie. Daarom wordt bij deze nieuwe,
minimaal invasieve operatietechniek die het UMCG gaat onderzoeken,
gebruik gemaakt van computernavigatie. Met behulp van
computernavigatie kan de operateur nauwkeuriger opereren wat zorgt
voor een optimale plaatsing van de heupprothese.
In het onderzoek zullen in totaal 120 patiënten in de leeftijd van 18
tot 75 jaar betrokken worden. Op basis van loting wordt bepaald of zij
de traditionele heupoperatietechniek of de minimaal invasieve techniek
met computernavigatie ondergaan. De patiënten worden vanaf opname voor
de operatie tot 6 maanden na de operatie gevolgd. Zij vullen op
dezelfde meetmomenten vragenlijsten in en krijgen een
gangbeeldanalyse, waarmee het looppatroon wordt beoordeeld. De eerste
resultaten van het onderzoek zijn naar verwachting in het najaar van
2008 beschikbaar.