Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over actuele cijfers van moskeeën in Nederland

6 september 2007

Antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, op vragen van het lid Wilders (PVV) over actuele cijfers van het aantal moskeeën in Nederland. (Ingezonden 26 juni 2007)


1. Vraag Hebt u kennisgenomen van de tv-uitzending "De opmars van moskeeën"? 1)


1. Antwoord Ja.


2. Vraag Zijn bij de overheid waaronder de inlichtingendiensten betrouwbare cijfers bekend over het exacte aantal moskeeën in Nederland? Zo ja, bent u bereid om deze cijfers bekend te maken? Zo neen, bent u bereid om direct te laten onderzoeken hoeveel moskeeën er nu eigenlijk zijn in Nederland?


2. Antwoord Op gemeentelijk niveau is deze informatie doorgaans bekend. De rijksoverheid houdt sinds afschaffing van het kerkgenootschappenregister geen cijfers bij van het aantal kerken of moskeeën in Nederland als geheel. De inlichtingendienst houdt zich evenmin met een algemene telling bezig. Er is - mede in het licht van de godsdienstvrijheid - ook geen behoefte aan een algemene telling van gebedshuizen. Ik zie daarom geen aanleiding een onderzoek daartoe te gelasten.


3. Vraag Deelt u de mening dat het Nederlandse volk er recht op heeft te weten hoe ver de islamisering van zijn land al gevorderd is? Zo neen, waarom niet?

3. Antwoord
Nederland kent een scheiding van kerk en staat. Daarin is het geloof primair een zaak van burgers en niet van de staat. Hiermee wordt zowel de godsdienstvrijheid als het seculiere karakter van de staat gegarandeerd (vgl. TK 2003-2004, 29 614, nr. 2, Nota Grondrechten in een pluriforme samenleving). Het staat verder iedereen vrij om onderzoek te doen naar de geloofsbeleving onder burgers of van die onderzoeken kennis te nemen.


4. Vraag Is het u bekend dat hetgeen in de meeste moskeeën gepredikt wordt, op gespannen voet staat met fundamentele mensenrechten en bovendien strijdig is met de waarden van onze Westerse beschaving? Deelt u de mening dat dit de integratie van moslims in Nederland verhindert? Zo neen, waarom niet?

4. Antwoord
Nee, ik heb geen informatie waaruit blijkt dat in de meeste moskeeën gepredikt wordt op een wijze die op gespannen voet staat met de mensenrechten of met de integratie van moslims in Nederland.


5. Vraag Deelt u de mening dat er al veel te veel moskeeën in Nederland zijn en dat er onmiddellijk een bouwverbod moet komen zodat er geen nieuwe meer bijkomen? Zo neen, waarom niet?

5. Antwoord
Het beleid ten aanzien van de bouw van moskeeën beperkt zicht tot het toezien op de naleving van de wet voor, tijdens en na de bouwprocedure. De overheid ontwikkelt geen beleid ten aanzien van aantallen moskeeën of andere religieuze gebedshuizen. Een dergelijk beleid past ook niet in het beginsel van scheiding van kerk en staat. Op basis van de godsdienstvrijheid staat het gelovigen en geloofsgenootschappen vrij om gebedshuizen in te richten, mits aan wettelijke vereisten is voldaan. Die wettelijke vereisten houden onder meer in dat voor de bouw van een moskee een vergunning moet worden verleend. De bevoegdheid tot het verlenen van een bouwvergunning ligt bij de gemeente, die daarbij toetst aan het bestemmingsplan, eisen van welstand en bouwvoorschriften. Naar mijn mening wordt hiermee op juiste wijze invulling gegeven aan de onderscheidenlijke verantwoordelijkheden van rijk en gemeenten en aan algemene vereisten van godsdienstvrijheid.


6. Vraag Bent u bereid er persoonlijk op toe te zien dat de bouw van de Amsterdamse Westermoskee niet doorgaat en dat de burgemeester van Amsterdam niet meer meewerkt aan het financieren van islamitische organisaties en zelfs geen theedrinksessies meer met leden van deze organisatie houdt? Zo neen, waarom niet?

6. Antwoord
Het subsidiëren van moskeeën en het onderhouden van contacten met religieuze organisaties behoren tot de gemeentelijke autonomie. Het staat het gemeentebestuur vrij zijn financiële middelen, binnen de grenzen van de wet, aan te wenden zoals het wil. De burgemeester heeft bovendien een zelfstandige bevoegdheid om zijn taken, binnen diezelfde grenzen, naar eigen goeddunken uit te voeren. De wenselijkheid en toelaatbaarheid van gevolgde procedures van het Amsterdamse gemeentebestuur zijn ter beoordeling aan de Amsterdamse gemeenteraad.


1)
http://reporter.kro.nl/uitzendingen/2007/0624_nederland_missieland/int ro.aspx (extern)
---

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties