Extra maatregelen voor justitiële jeugdinrichtingen

Het gepresenteerde onderzoek naar de veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen leidt tot extra maatregelen bovenop de reeds ingezette verbetertrajecten. Dat schrijft staatssecretaris Albayrak van Justitie mede namens minister Hirsch Ballin van Justitie, minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin en staatssecretaris Dijksma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen aan de Tweede Kamer in reactie op het onderzoek.

In mei 2006 heeft de toenmalige minister van Justitie het initiatief genomen om een breed onderzoek te laten verrichten naar de veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen. Het onderzoek is gezamenlijk uitgevoerd door de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie van het Onderwijs, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie voor de Sanctietoepassing. De resultaten zijn vervat in veertien deelrapporten over de afzonderlijke inrichtingen en een geaggregeerd landelijk rapport, die vandaag zijn aangeboden aan staatssecretaris Albayrak. Het eindoordeel van de Inspecties is dat de JJI's en de daaraan verbonden scholen is dat de JJI's hun opdracht onvoldoende waarmaken en dat te grote risico's worden gelopen op het geheel van (her)opvoeding, behandeling en deskundigheid van het personeel. Bij acht inrichtingen is sprake van een laag tot matig risico, terwijl er bij zes inrichtingen volgens de Inspecties sprake is van een ernstig risico.

In de reactie schetst de staatssecretaris de context waarbinnen de onderzoeksbevindingen moeten worden geplaatst. De capaciteit van de sector is door de grote toestroom de afgelopen jaren sterk gegroeid, terwijl er tegelijkertijd forse bezuinigingen gerealiseerd moesten worden. Ook is een ingrijpende operatie voorbereid, waarbij per 1 januari a.s. wordt overgegaan tot een scheiding van civielrechtelijk en strafrechtelijk geplaatste jongeren door hen niet langer samen, maar in afzonderlijke instellingen te plaatsen. Niettemin zijn reeds de nodige veranderingen in gang gezet. De groepen voor zogenoemde PIJ-jeugdigen zullen bijvoorbeeld verkleind worden van tien naar acht jeugdigen en er is een begin gemaakt met het aantrekken van hoger geschoolde groepsleiders t.b.v. de PIJ.

Daarnaast worden door de betrokken bewindslieden de volgende aanvullende maatregelen genomen:


- In de toekomst zal gewerkt vanuit een visie waarin de trajectbenadering centraal staat. Dat betekent dat het verblijf in een JJI wordt beschouwd als een fase in een bredere ontwikkeling, waardoor er sprake zal zijn betere aansluiting en overdracht bij de professionals die voorafgaand en na afloop betrokken zijn bij de jeugdige.


- De screening en diagnose worden verbeterd. Hiertoe wordt voor iedere opgenomen jeugdige een netwerkberaad ingesteld, waaraan de JJI, de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering deelnemen. Dit netwerkberaad stelt een trajectplan op en bewaakt de voortgang van de executie van het vonnis.


- Er zal bij de plaatsing van jeugdigen differentiatie naar ontwikkelingsfase plaatsvinden, zodat beter kan worden ingespeeld op de behoeften en stoornissen van de jeugdigen.


- Gedragsinterventies en werkmethoden zullen geharmoniseerd worden. Zo zal één basismethodiek voor verzorging en opvoeding worden gehanteerd.


- De voornemens ten aanzien van verbetering van de nazorg worden onmiddellijk geïmplementeerd.


- Er zal worden geïnvesteerd in het opleidingsniveau van het personeel.


- De minister voor Jeugd en Gezin werkt een voorstel uit om de opleiding voor kinder- en jeugdpsychiater te verkorten, wat zal leiden tot meer kinder- en jeugdpsychiaters.


- De groepsgrootte zal verkleind worden.


- De JJI's zullen participeren in het 'Invoeringsplan passend onderwijs' van de staatssecretaris van OCW, dat erop gericht is om een kwaliteitsverbetering van het onderwijs te realiseren. De JJI's krijgen daarbij prioriteit.


- De aansturing van de JJI's wordt gewijzigd. Meer dan voorheen zal de aandacht uitgaan naar kwaliteit en resultaten. In de planning- en controlcyclus zullen nieuwe prestatie-indicatoren worden vastgesteld die passen bij de gestelde kwaliteitseisen.


- De afzonderlijke directeuren hebben inmiddels voor de eigen inrichtingen een specifiek verbeterplan opgesteld, waarop (vervolg)toezicht door de Inspecties zal plaatsvinden.

De begroting voor 2008 voorziet in de financiering van deze maatregelen. Later deze maand worden de bevindingen bekend van een in 2006 door de Algemene Rekenkamer verricht onderzoek naar het presteren en functioneren van de JJI's. De aanbevelingen die daaruit voortvloeien, zullen betrokken worden bij de reeds genoemde verbeterplannen.

Bovenop deze maatregelen zullen de betrokken bewindslieden nog andere, aanvullende maatregelen uitwerken. De definitieve uitwerking en financiële dekking hiervan zal in het voorjaar van 2008 bekend worden gemaakt.

Staatssecretaris Albayrak heeft waardering voor het onderzoek van de Inspecties. 'Het rapport van de Inspecties is een belangrijk en ernstig signaal en onderstreept de noodzaak om, nog meer dan tot nu toe, de kwaliteit en professionaliteit van de sector JJI verder te ontwikkelen en verbeteren', aldus de staatssecretaris.

Noot voor redacties (