Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Waterschap baggert watergangen polders Lopikerkapel en Over Oudland
5 september 2007 - Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden start op
10 september 2007 met het baggeren van de watergangen in de polders
Lopikerkapel en Over Oudland binnen de gemeenten Lopik en IJsselstein.
In totaal zal het baggeren ongeveer zeven weken in beslag nemen.
Uitvoering van de werkzaamheden
De watergangen die gebaggerd zullen worden zijn: de Watersloot, de
Schenkel Lopikerkapel, de watergang Van Beek-De Jong, de Zevenhovense
Inlaatsloot, de Plaswetering, de Wegsloot N210 zuid, de Watergang ten
noorden van de N210, de Inlaat Kromme IJssel, de Lage Dijkwetering, de
Kerfvliet en de Kooiwetering. Uit onderzoek blijkt dat een deel van de
baggerspecie niet verontreinigd is en kan ontwateren op de oevers van
de watergangen. Er is ook verontreinigde baggerspecie binnen de
polders aanwezig. Deze wordt opgeladen en afgevoerd naar een
doorgangsdepot. Bij de volgorde van de baggerwerkzaamheden houdt de
aannemer zoveel mogelijk rekening met terreinomstandigheden.
Loon- en Grondverzetbedrijf Fa. de Gier uit Benschop zal gebruik maken
van een (rups)kraan, vloeistofdichte kiepkarren, een hydraulische
baggerspuit en indien nodig van een schuifboot.
Baggerwerk, waarom?
Op de bodem van iedere sloot of waterpartij verzamelt zich in de loop
der tijd bagger. Bagger vormt zich uit onder andere gevallen blad,
plantenresten en zwerfvuil. Door deze bagger wordt de sloot steeds
ondieper. Bij warm weer bevat het kleine laagje water nog maar een
beperkte hoeveelheid zuurstof. Vissterfte en stank kunnen bij
aanhoudende warmte het gevolg zijn. Een ondiepe sloot kan ook minder
water afvoeren, wat bij hevige regenval tot overstromingen kan leiden.
Genoeg redenen voor het waterschap om in actie te komen. Het baggeren
van een watergang in het najaar- / de winterperiode heeft als voordeel
dat schade aan gewassen en eventuele schade aan flora en fauna zoveel
mogelijk wordt voorkomen.