Rijksuniversiteit Groningen

Terugtrekken uit Uruzgan beslist geen optie

Nederland is nu ruim een jaar actief in de Afghaanse provincie Uruzgan. Binnen afzienbare tijd moet de regering een beslissing nemen over de voortgang van deze missie. Tekenen we bij of trekken we onze troepen terug? De discussie laait - net als voor aanvang van de missie
- hoog op. Onterecht, vindt Joost Herman, universitair hoofddocent Internationale Organisaties/Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen: `De missie moet gewoon doorgaan. Anders nemen we onze eigen principes op het gebied van internationale solidariteit niet serieus.'

Herman: `Nederland hanteert voor zichzelf een norm in termen van mensenrechten die we graag wereldwijd willen verspreiden. Dat is internationale solidariteit. Kofi Annan zei het al: `Human security is no security if not shared by all.' Wij kunnen hier in Nederland niet oprecht genieten als we weten dat de rechten van onze medemens in Afghanistan zo geschonden worden.'

Meewerken aan internationale rechtsorde

Afghanen zijn gewend aan conflicten dus laat het ze zelf uitzoeken', `we spenderen geld aan een bodemloze put', `het is er altijd al een rotzooitje geweest...' Stuk voor stuk argumenten van mensen die graag zien dat Nederland zich terugtrekt uit Uruzgan. Volgens Herman zijn het uitspraken zonder enige relevantie: `Tenzij we al onze documenten met betrekking tot ons buitenlands beleid herschrijven en uit de grondwet halen wat we er zojuist hebben ingezet; dat Nederland meewerkt aan de internationale rechtsorde en ten gunste daarvan de krijgsmacht ter beschikking stelt.'

Herman: `Er klinkt een veel te grote principiële aarzeling in de discussie over de vraag of we door moeten gaan met missie. Natuurlijk moeten we doorgaan! Hoe kunnen we nou níet doorgaan? Meer nog dan de gemiddelde burger zijn politici op de hoogte van deze verplichting die Nederland - vrijwillig - op zich heeft genomen. Dat maakt mijn wrevel over het gedrag van bepaalde politici nog groter. Waarom moet elke keer als een Nederlands slachtoffer valt opnieuw dezelfde discussie oplaaien?'

Lange termijnbelang

De publieke opinie speelt een veel te grote rol. Zeker nu de zogenaamde `tien doden grens' bereikt is. Een zwakheid die inherent is aan de democratie, aldus Herman: `Politici willen graag weer herkozen worden en hebben daardoor van de weeromstuit blijkbaar niet het lef om het publiek duidelijk te maken dat het bij missies als deze gaat om het belang op de lange termijn.'

De Nederlandse aanwezigheid in Uruzgan is zonder twijfel zinvol, meent Herman. `Ondanks tegenslagen, ondanks fouten en ondanks enorme dilemma's zijn de provinciale reconstructieteams wél werkzaam. Een heel goed toonbeeld van wat internationale solidariteit en humanitaire actie daadwerkelijk betekenen. Het is alleen jammer dat de middelen schaars zijn.'

Politiek spel

Oud-minister van defensie Henk Kamp zei bij aanvang van de missie dat niet Nederland, maar de NAVO verantwoordelijk is voor het zoeken van een opvolger als de termijn van twee jaar verstreken is. Groot gelijk, vindt Herman, `maar als andere NAVO-landen om wat voor reden dan ook die verantwoordelijkheid niet nemen, is het geen optie voor Nederland om te zeggen `wij zijn daar weg.' Nederland zou het politieke spel wat handiger moeten spelen; zich van tevoren in een positie manoeuvreren waarbij je wél die speelruimte houdt.'

Curriculum Vitae

Dr. Joost Herman (1963) studeerde geschiedenis en internationaal recht in Leiden en promoveerde in 1994 in Utrecht op een proefschrift over de bescherming van minderheden in Midden- en Oost-Europa door de Volkenbond. Sinds 1995 is hij verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen als universitair hoofddocent IO/IB en director of studies van het European Master programme on Humanitarian Action.

Informatie

Dr. J. Herman