FNV

11-9-2007 Samen tegen laaggeletterdheid

Overheid, werkgevers en vakbonden gaan het aantal mensen dat niet goed kan lezen en schrijven de komende jaren met meer dan de helft terugbrengen. Wie hiervoor een opleiding volgt, krijgt vrij van het werk.

Op dinsdag 11 september hebben de Stichting van de Arbeid en ministeries een convenant getekend over een structurele aanpak van laaggeletterdheid. Het aantal laaggeletterden moet in 2015 met 60 procent zijn teruggebracht van 1,5 miljoen naar 600.000. Het aantal werkende laaggeletterden moet in diezelfde periode eveneens met 60 procent afnemen, van 420.000 naar 168.000.

Het convenant was een van de afspraken op de Participatietop eind juni. De ondertekening valt in de Week van de Alfabetisering.

Laaggeletterdheid is het onvoldoende kunnen lezen en schrijven om echt mee te kunnen doen op het werk of in de persoonlijke leefsfeer. In Nederland zijn zo'n 1,5 miljoen volwassenen laaggeletterd. Dat is zes procent van de beroepsbevolking.

De groep bestaat vooral uit autochtonen. Veel werkgevers weten niet dat sommige werknemers laaggeletterd zijn. Deze werknemers kunnen bijvoorbeeld niet goed instructies voor een nieuwe machine of vei-ligheidsvoorschriften lezen, met alle gevolgen van dien.

De overheid gaat ervoor zorgen dat iedereen die het onderwijs verlaat ook voldoende kan lezen en schrijven. Sociale partners en overheid gaan samen laaggeletterden opsporen en stimuleren dat ze een opleiding te volgen.

De opleiding betaalt de overheid, het bedrijfsleven neemt de verletkosten op zich. De Stichting van de Arbeid roept cao-partijen op om na te gaan of zij uit de O&O-fondsen middelen ter beschikking kunnen stellen.