Time : 18:00:00
Date : 11 September 2007
Sender Name: Kabinet Dirk Van Mechelen
Minister Van Mechelen bezoekt het agentschap R-O Vlaanderen, afdeling West-Vlaanderen
Persmededeling vanwege
Agentschap Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed Vlaanderen
Koning Albert II-laan 19 bus 3
1210 Brussel
ro.vlaanderen@rwo.vlaanderen.be
---------------------------------------------
West-Vlaanderen neemt tov de andere Vlaamse provincies op ruimtelijk
vlak een bijzondere positie in. De Kust is hierin een determinerend
element, maar ook het oorlogsverleden (WO I) is in som-mige streken
van West-Vlaanderen beeldbepalend. Van oudsher wordt West-Vlaanderen
geken-merkt door haar familiaal ondernemerschap. Deze gedrevenheid
komt ook tot uiting in het aantal bouwaanvragen maar vooral door het
aantal planologische dossiers. Ook opmerkelijk is het hoge aantal
windturbines.
De afdeling R-O West-Vlaanderen van het Agentschap R-O Vlaanderen
levert kwaliteitsvol werk af, en men is daarbij niet strenger dan in
andere provinciale afdelingen. Dit blijkt o.a. uit de vergelijking
van cijfers van het aantal beroepen of schorsingen. Ook de inventaris
van het bouwkundig erfgoed is een bewijs van dit kwalitatieve werk.
Via fel gesmaakte en gemakkelijk verspreidbare pdf-documenten
beschikken nu al ca. 25 West-Vlaamse gemeenten over een actuele en
gedetailleerde inventaris van hun bouwkundig erfgoed. In de loop van
de volgende jaren volgen nog een tiental gemeenten.
In maart 2006 werd in de afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting
en Momenten en Landschap-pen West-Vlaanderen (AROHM), de voorloper
van het Agentschap R-O Vlaanderen, een gerechte-lijk onderzoek
opgestart naar mogelijke fraude door een aantal ambtenaren.
Vijf dossierbehandelaars ruimtelijke ordening op een team van 14
vielen weg. De resterende equi-pe heeft zich overhaast moeten
reorganiseren, waarbij er een nieuwe gemachtigde ambtenaar en een
gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar moesten worden aangesteld.
Deze gebeurtenis heeft niet alleen burgers maar ook ambtenaren van
het agentschap aanzienlijk geschokt. De werking en routine van alle
medewerkers werd in een klap overhoop gehaald. Men kan zonder
overdrijven spreken van een traumatische ervaring voor alle
betrokkenen. Een gebeur-tenis als deze tast het vertrouwen aan in de
eigen werking en in collega's. Wat is er gebeurd? Wie was er
betrokken? Was men te soepel, liet men zich te graag beïnvloeden of
was er werkelijk sprake van fraude?
Een gevolg hiervan was een terugval in de dossierbehandeling. De
doorlooptijden gingen in stij-gende lijn. Met man en macht trachtte
men de dwingende termijnen te halen, de andere dossiers bleven
noodgedwongen liggen. In deze periode werd er een hardnekkige
achterstand opgebouwd. Ondertussen werd de ploeg opnieuw aangevuld,
maar nieuwe collega's, hoe welkom ze ook zijn, hebben nog niet de
routine en snelheid in behandeling van een "ancien".
Momenteel zijn de doorlooptijden opnieuw in dalende lijn. De
nieuwelingen zijn ingewerkt en met
systematische acties worden de achterstanden weggewerkt. Wat niet
evident is met het constante aantal aan dossiers dat blijft
binnenstromen. Zo komen er ca. 18.000 vergunningsdossiers binnen per
jaar, dit zijn er per maand ruim 1.500. Daarnaast wordt elke gemeente
begeleid in het zoge-naamde ontvoogdingsproces: Dit wil concreet
zeggen dat 40 van de 64 gemeenten een goedge-keurd gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan hebben, 10 structuurplannen zitten in
officiële procedu-re. 13 plannenregisters zijn conform verklaard en
33 andere zitten in procedure. Momenteel zijn 6 vergunningenregisters
goedgekeurd en men verwacht in het najaar er nog een 6-tal te kunnen
afronden. Bovendien zijn er nog de klassieke planningsiniatieven. De
West-Vlaamse gemeenten zijn hierin zeer actief. West-Vlaanderen is
koploper wat het aantal goedgekeurde BPA's en RUP's betreft.
De afdeling R-O West-Vlaanderen werkt ook gestaag voort aan de
inventarisatie van het aanwezi-ge bouwkundig erfgoed. Voor 50 van de
64 West-Vlaamse gemeenten bestaat deze inventarisatie al (voor de
helft in een handig pdf-formaat). Een team van enthousiaste
medewerkers zal de inven-taris van de overige gemeenten tegen eind
2010 afgewerkt hebben.
Een aangepaste organisatiestructuur met een goede interne
communicatie zorgt ervoor dat de dossiers efficiënt en kwalitatief
worden afgehandeld. Het nieuwe afdelingshoofd is er samen met zijn
nieuwe ploeg van stafmedewerkers in geslaagd de dienstverlening te
herstellen en om het welzijn van de medewerkers te bevorderen. De
organisatiestructuur werd aangepast, waarbij taken toegewezen werden
in functie van de competenties. Dossierweging is hierin een
sleutelbegrip. Duidelijke werkafspraken werden gemaakt, medewerkers
werden verder opgeleid in planologische processen, het archief werd
volledig op punt gesteld, bureau's werden herschikt... Stilaan komt er
meer en meer ruimte -en zelfvertrouwen- om terug op structurele wijze
overleg te plegen met ge-meenten.
Toch blijven er berichten opduiken die de indruk wekken dat de
afdeling in West-Vlaanderen niet goed zou werken. In deze berichten
wordt gesproken over een stugge werkwijze enerzijds en over lange
behandeltermijnen anderzijds, dit ondanks deze intensieve periode van
reorganisatie, oplei-ding en het moeizame proces terug een routineuze
werking uit te bouwen. Minister Van Mechelen wil vandaag met zijn
bezoek aan de afdeling in Brugge de medewerkers een hart onder de
riem steken. Het agentschap verdient in West-Vlaanderen en ook in de
andere provincies het vertrou-wen van de burgers en de gemeenten.
Ongeacht de gegrondheid van de aantijgingen was dit een bittere les,
maar één die het agent-schap niet wil negeren. Dit heeft de aandacht
opnieuw verscherpt. Integriteit, kwaliteit en betrouw-baarheid zijn
vaste waarden binnen het agentschap die continu gewaarborgd moeten
blijven. De administrateur-generaal hierin zijn verantwoordelijkheid
opgenomen. De werking van verschillende provinciale afdelingen werd
doorgelicht, zowel door het agentschap zelf als door een externe
audit- commissie. De rapporten wezen op een aantal zwakten en
onvolkomenheden.
Als reactie hierop heeft agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend
Erfgoed in nauw overleg met het kabinet van minister Van Mechelen een
project opgestart om de werking van de verschil-lende afdelingen te
optimaliseren, te stroomlijnen en bij te sturen. Het is in eerste
instantie een denk- en discussieproces geweest, waar in een sfeer van
open communicatie en transparantie het volledige agentschap bij
betrokken werd. De bedoeling is een algemene consensus te bereiken
rond een werkwijze/structuur die voor elke provinciale afdeling
synchroon loopt en waarin de bur-ger gemakkelijk zijn weg vindt. Elke
medewerker krijgt zijn plaats, met een duidelijk takenpakket,
objectieven en gedragscode.
Daarnaast dwingt de bevoegdheidsherverdeling op vlak van ruimtelijke
ordening naar de provincies en gemeentes ook om na te denken over de
toekomst. Het agentschap bevindt zich in een over-gangsperiode. Een
vernieuwde organisatie moet het agentschap toelaten haar nieuwe rol
op te nemen, die fundamenteel anders zal zijn dan de rol die de
gewestelijke administratie AROHM vroeger uitoefende. Het agentschap
is niet langer het laatste ijkpunt voor de beslissingen in ver-band
met de woon- en leefomgeving, maar ziet een belangrijke taak in het
verder stimuleren en begeleiden van gemeentes op hun weg naar
ontvoogding en daarna.
Ook de afdeling West-Vlaanderen neemt enthousiast deel aan dit
project. Door de doorgevoerde reorganisatie vanaf september 2006 is
de afdeling nu als eerste klaar om de eerste afspraken voortvloeiend
uit het optimalisatieproject concreet te implementeren. Gerichte
sturing op basis van eenduidige objectieven zal één van de
aandachtspunten zijn voor de komende maanden.
In de afdeling West-Vlaanderen wordt tenslotte ook volop werk gemaakt
van de groeiende integra-tie van Ruimtelijke Ordening (RO) en
Onroerend Erfgoed (OE). Via regelmatig overleg tussen de
verschillende specialisten en dossierbehandelaars wordt meer en meer
gestreefd naar een uniform gedragen standpunt. In de toekomst zal
deze geïntegreerde samenwerking tussen RO en OE vooral verlopen via
de inbreng van beide specialisaties in het planningsinstrumentarium.
---
Ter info:
Het agentschap Ruimtelijke ordening en Onroerend erfgoed ziet toe op
de uitvoering van het lokale beleid inzake de ruimtelijke ordening en
het onroerend erfgoed Het richt zich daartoe in het bijzonder op
onder-steuning en begeleiding van burgers en lokale overheden. Dit
behelst aspecten zoals de controle/advies op stedenbouwkundige
vergunningen, de begeleiding van lokale planningsinitiatieven, het
beheer, de bescher-ming en de inventarisatie van het onroerend
erfgoed. In elke provincie heeft het agentschap een R-O afde-ling
--------------------------
Meer persinfo:
Gilbert Kolacny, administrateur-generaal Agentschap R-O Vlaanderen,
02 - 553.18.43
Joris Bouve, afdelingshoofd, afdeling R-O West-Vlaanderen, 050 -
442.800
Philippe Heyvaert, woordvoerder kabinet minster Dirk Van Mechelen,
0495 - 23.16.90