Siemens

Persbericht

0709.971

dinsdag 11 september 2007

Geavanceerde veiligheidssystemen van Siemens VDO bieden meer bescherming voor, tijdens en na een ongeval

Onafhankelijk van elkaar werkende elektronische veiligheidssystemen kunnen eraan bijdragen dat ongevallen worden voorkomen, of dat de gevolgen ervan worden beperkt. Siemens VDO gaat nu nog een stap verder met een integrale benadering: Intelligent Passive and Active Safety (IPAS), waarmee driver assistance-systemen worden gekoppeld aan actieve en passieve veiligheidssystemen, voor optimale veiligheid en comfort. In de compacte, modulaire LiCam-sensor van Siemens VDO wordt bijvoorbeeld een zeer kleine CMOS-camera gecombineerd met een LIDAR-sensor, waarmee informatie over de omgeving wordt verzameld. Een andere innovatie is de Wedgetronic Seatbelt, een autogordel die bij een eventueel ongeval de spankracht voor elke inzittende afzonderlijk aanpast aan de specifieke omstandigheden.

Tot nu toe werkten driver assistance- en veiligheidssystemen onafhankelijk van elkaar om bestuurder, passagiers en andere weggebruikers te beschermen. Met IPAS van Siemens VDO worden deze systemen aan elkaar gekoppeld; relevante informatie wordt uitgewisseld en gecombineerd in een geavanceerd veiligheidssysteem, zodat de gegevens sneller en doeltreffender worden verwerkt. De systemen reageren op elkaar en vullen elkaar onderling op een wijze die is afgestemd op de specifieke situatie. Dit geldt voor elke fase: zowel voor, tijdens als na een ongeval.

Siemens VDO heeft een ongevalsituatie hiertoe onderverdeeld in zes fasen.
Fase 1: Onder normale omstandigheden zorgt het pro.pilot driver assistance-systeem voor meer comfort en veiligheid door gebruik te maken van omgevingssensors, zoals camera, LIDAR (Light Detection And Ranging) en radar. De functies van pro.pilot helpen de bestuurder bijvoorbeeld bij het handhaven van een veilige afstand met andere weggebruikers (ACC, Adaptive Cruise Control), bij overschrijding van rijstrookmarkeringen (LDW, Lane Departure Warning) en bij het rijden in het donker (Night Vision).

In de toekomst wordt dit systeem uitgebreid met LiCam, een systeem waarin een LIDAR-sensor en een CMOS-camera zijn gecombineerd in één behuizing. De CMOS-camera is een zeer kleine, krachtige beeldsensor die veel in digitale camera's wordt toegepast. LiCam voorziet het driver assistance-systeem van essentiële informatie over de omgeving en de verkeerssituatie. De LIDAR-sensor levert gegevens over voertuigen die zich vóór de auto bevinden. De CMOS-camera volgt het verloop van de rijstrook aan de hand van wegmarkeringen. Ook onder wisselende lichtomstandigheden, op slechte wegen en in bochten levert de camera een betrouwbaar signaal. Daarnaast levert de camera informatie voor een herkenningssysteem van verkeersborden en voor een systeem dat automatisch tussen grootlicht en dimlicht schakelt. De combinatie van de gegevens van de LIDAR- en de CMOS-sensor biedt aanzienlijke voordelen, zoals optimale rijstrookbenutting en objectherkenning, hetgeen een functie als Full Speed Range ACC mogelijk maakt (afstandsregeling bij alle snelheden). In vergelijking met de gangbare installatie in twee afzonderlijke behuizingen bespaart LiCam veel ruimte dankzij de compacte constructie.

Fase 2: In de tweede fase, preDICT, worden potentieel gevaarlijke situaties door het driver assistance-systeem opgemerkt. De bestuurder wordt gewaarschuwd voor mogelijke risico's, zodat hij of zij de kans krijgt het gevaar af te wenden. Tegelijkertijd worden ondersteunende maatregelen genomen, zoals een geleidelijke toename van de remdruk, zodat de bestuurder alert op de situatie kan reageren.

Fase 3: Als een ongeval onvermijdelijk lijkt en de ernst van de aanrijding kan worden ingeschat, stellen diverse systemen zich in op een mogelijke botsing, tijdens de fase die als preACT wordt aangeduid. De autogordels worden aangespannen, de stoel wordt elektronisch bijgesteld en eventueel worden zijramen en zonnedak uit voorzorg gesloten.

Fase 4: In de preCRASH-fase, vlak voor een onvermijdelijk ongeval, worden maatregelen genomen om de gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken. Dit kan inhouden dat het systeem maatregelen neemt zoals automatisch remmen, sturen en ingrepen in het chassis-systeem.

Fase 5: De vijfde fase, die als "inCRASH" wordt aangeduid, zorgt voor inschakeling van actieve of passieve beschermingsmaatregelen tijdens het ongeval. Sensors voor versnelling, druk en geluid bepalen zeer snel waar de auto is geraakt, waarna de ernst van de botsing wordt ingeschat. Door deze informatie te combineren met de gegevens die in de voorafgaande fasen werden verzameld, bepaalt het systeem de optimale beschermingsstrategie voor de specifieke omstandigheden. De vereiste airbags worden geactiveerd en de door Siemens VDO ontwikkelde gordelspanningbegrenzer (Wedgetronic Seatbelt) kan worden ingeschakeld.

De Wedgetronic Seatbelt is een innovatieve, elektronisch geregelde autogordel die in tegenstelling tot conventionele systemen de gordelspanning continu aanpast aan de inzittende en de actuele situatie. Dit wordt bewerkstelligd door een elektronisch geregelde gordelrem, waarbij gebruik wordt gemaakt van het zelfversterkende principe van de remkracht. Dit maakt uiterst korte reactietijden mogelijk, evenals een zeer gevoelige blokkering van de gordel. Hiertoe maken de specialisten van Siemens VDO gebruik van het principe van de elektronische wigrem (EWB, Electronic Wedge Brake). Eenvoudig gezegd wordt het eigen koppel van het remsysteem door de Wedgetronic Seatbelt omgevormd tot de gordelspanning die op dat moment is vereist. Onder normale omstandigheden zorgt het systeem ervoor dat de gordel goed past, terwijl een zo groot mogelijke bewegingsvrijheid wordt geboden. Bij een ongeval wordt de gordel optimaal aangespannen, afhankelijk van de situatie en de lengte en het gewicht van de inzittende. Dit kan leiden tot een afname zowel in aantal als in ernst van de verwondingen die door autogordels worden veroorzaakt. De Wedgetronic Seatbelt is niet alleen bevorderlijk voor de veiligheid, maar kan ook kostenbesparingen opleveren doordat het een universeel systeem is dat in vrijwel elk toekomstig voertuigplatform kan worden ingebouwd. Het systeem kan softwarematig eenvoudig worden afgesteld op de specifieke eigenschappen van het voertuig.

Fase 6: Na het ongeval, in de postCRASH-fase, stuurt een telematica-systeem automatisch een alarmsignaal naar de hulpdiensten. Dit signaal kan informatie omvatten over de ernst van het ongeval, en mogelijk ook over de aard van het letsel en de schade.

Bij dit persbericht hoort een afbeelding. Deze afbeelding en het persbericht kunt u downloaden van internet onder http://www.siemensvdo.de/presse

Voor meer informatie zie: www.siemensvdo.de/contactus

Bij dit persbericht is aanvullend beeldmateriaal beschikbaar. U kunt de afbeelding en het persbericht downloaden op
http://www.siemensvdo.com/press.

Voor vragen van lezers en eindgebruikers:
Ga voor meer informatie naar http://www.siemensvdo.com/contactus.