Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de 62e zitting van de AVVN in New York


31-08-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Hierbij treft u de Richtlijnen aan voor de Koninkrijksdelegatie naar de 62e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN). Deze brief dient tevens ter achtergrond voor het op 11 september geplande Algemeen Overleg met uw Kamer over dit onderwerp.

Algemeen

Deze Algemene Vergadering is de eerste volledige AVVN onder het leiderschap van de nieuwe Secretaris Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) Ban Ki-moon. Bij zijn aantreden begin dit jaar heeft Ban aangegeven dat herstel van het vertrouwen in de Verenigde Naties (VN) zijn grootste prioriteit is voor de komende jaren. Ban wil de ambities die de Verenigde Naties zichzelf hebben opgelegd waarmaken en niet voortdurend nieuwe prioriteiten definiëren. Daarom heeft hij aangegeven zich, naast aandacht voor een aantal crisisgebieden en thema's, te willen concentreren op organisatie-en managementhervormingen.

Het Koninkrijk onderschrijft deze benadering van de SGVN en zal zich ook dit jaar inzetten om de VN relevanter, geloofwaardiger en efficiënter te maken. De inzet van het Koninkrijk tijdens de 62e AVVN dient in dit licht te worden gezien.

Deze brief gaat nadrukkelijk niet in op de agenda van de Veiligheidsraad, waar onderwerpen op het gebied van vrede en veiligheid die op dit moment hoog op de internationale politieke agenda staan, besproken worden.

De 62e AVVN wordt formeel geopend op 18 september en zal worden voorgezeten door de heer Srgjan Kerim (Macedonië). De nieuwe Voorzitter heeft reeds aangekondigd dat VN-hervormingen, klimaatverandering, implementatie van de VN-strategie op het terrein van terrorismebestrijding en voortzetting van de dialoog tussen beschavingen zijn voornaamste prioriteiten zijn.

De inzet van het Koninkrijk tijdens de AVVN verloopt zoals bekend primair via de Europese Unie (EU). Het EU priorities paper (bijlage
1), aangenomen tijdens de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 17 en 18 juni 2007, dient bijgevolg als leidraad voor deze Richtlijnen. Uiteraard legt het Koninkrijk binnen de prioriteitsstelling van de EU eigen accenten. Deze brief zal hier nader op ingaan.

EU-prioriteiten en Koninkrijksaccenten

Mensenrechten

In overeenstemming met de nationale prioriteiten van het Koninkrijk, stelt het EU Priorities Paper dat de promotie en bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden een prioriteit voor de EU is binnen de mensenrechtenfora van de VN. Nederland is in mei van dit jaar voor een termijn van drie jaar herkozen in de Mensenrechtenraad. Zowel in de Derde Commissie van de AVVN als in de Mensenrechtenraad zal het Koninkrijk zich samen met EU-partners inzetten om de ernstigste schendingen van mensenrechten waar ook ter wereld aan de orde te stellen en de implementatie van mensenrechtennormen te bevorderen. De EU blijft zich er voor inzetten dat de Derde Commissie een vooraanstaand orgaan blijft waarin mensenrechtenkwesties worden behandeld. Daarnaast zal de inzet van het Koninkrijk, als vice-voorzitter van het bureau van de Mensenrechtenraad, gericht zijn op de vergroting van de geloofwaardigheid en effectiviteit van de Mensenrechtenraad.

De Derde Commissie begint dit jaar op 8 oktober en volgt kort op de zesde zitting van de Mensenrechtenraad (10-28 september 2007). Hierbij is het belangrijk de EU-inzet in beide fora goed op elkaar af te stemmen, en de initiatieven in beide fora complementair te laten zijn. Voor het Koninkrijk blijft het van belang om in beide organen specifieke landensituaties te kunnen behandelen. Zo zullen in de Mensenrechtenraad de landensituaties in Sri Lanka en Soedan door de EU aan de orde worden gesteld. In de Derde Commissie zal vervolgens door de EU aandacht worden gevraagd voor de situaties in Noord-Korea en Birma/Myanmar.

Wat betreft thematische resoluties streeft de EU naar het aannemen van een breed gedragen resolutie over de afschaffing van de doodstraf. Ook zal de EU een resolutie indienen over kinderrechten. Daarnaast zal het Koninkrijk met Frankrijk, mogelijk door middel van een vervolgresolutie, aandacht besteden aan de follow-up van de resolutie over geweld tegen vrouwen die vorig jaar op initiatief van het Koninkrijk en Frankrijk door de AVVN werd aangenomen. In de Mensenrechtenraad zal door de EU een initiatief inzake religieuze intolerantie worden ontplooid.

Het Koninkrijk en de EU zullen zich in de AVVN hard maken voor aanvaarding van het institutionele framework voor de VN-Mensenrechtenraad, waarover op 19 juni jl. in Genève een compromis werd bereikt. Bij voorkeur wordt het compromis rechtstreeks en zonder stemming door de Algemene Vergadering aangenomen. In ieder geval dient voorkomen te worden dat over dit pakket opnieuw onderhandeld gaat worden in de AVVN.

Tenslotte is de inzet van de EU gericht op verdere integratie van mensenrechten in alle andere aspecten van het werk van de VN.

Vredesopbouw

De Peacebuilding Commission (PBC) is inmiddels ruim een jaar actief. Het succes van deze Commissie zal een positieve uitstraling hebben op het VN-hervormingsproces als geheel. Doel van de PBC is het voorkomen dat post-conflictlanden terrugglijden naar conflict. Daarnaast wil de PBC een brug slaan tussen een conflictfase en langere-termijn duurzame ontwikkeling. De coördinatie, coherentie en samenwerking van alle relevante internationale en lokale actoren zijn daarvoor van cruciaal belang. Het belangrijkste werk wordt gedaan in de landenspecifieke bijeenkomsten (country specific meetings, CSM) waar de landen op de agenda door de PBC-leden worden gestimuleerd en bijgestaan om een geïntegreerde strategie voor post-conflict vredesopbouw en herstel op te stellen en uit te voeren. Deze strategieën concentreren zich op een beperkt aantal `critical issues' rond vredesopbouw en dienen bij te dragen aan internationale ondersteuning van het vredesopbouwproces.

De Peace Building Commission heeft inmiddels twee landen op de agenda staan: Burundi en Sierra Leone. In het afgelopen jaar is in een proces van vallen en opstaan de geïntegreerde vredesstrategie voor Burundi tot stand gekomen. Het document voor Sierra Leone is voorzien na de verkiezingen die deze zomer zullen plaatsvinden. Ondertussen zijn in beide landen projecten geïdentificeerd voor financiering uit het Peacebuilding Fund.

In het Priorities Paper verwelkomt de Europese Unie de inrichting van deze nieuwe vredesopbouwarchitectuur. De EU zal de nauwe samenwerking met het VN-systeem voortzetten door bij te dragen aan de versterking van de PBC. Belangrijk acht de EU hierbij het integreren van aandacht voor de positie van vrouwen en het intensiveren van de dialoog van de PBC met de Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en ECOSOC.

Het Koninkrijk speelt een actieve rol in het kader van de Peace Building Commission: niet alleen bekleedt Nederland het voorzitterschap van de landenspecifieke bijeenkomsten met betrekking tot Sierra Leone, maar het is ook lid van het Organiserend Comité en het heeft een actieve inbreng in de landenspecifieke vergaderingen. Bovendien is Nederland met een bijdrage van 15 miljoen euro een van de grotere donoren van het Peacebuilding Fund.

Tijdens de 62e AVVN zal de Commissie zich verder buigen over de twee landen op de PBC-agenda. Mogelijk zullen ook nieuwe landen aan de agenda worden toegevoegd. Het Koninkrijk is van mening dat de behandeling van nieuwe post-conflictsituaties niet ten koste mag gaan van de implementatie en de monitoring van de vredesstrategie voor Sierra Leone en Burundi.

Vredesmissies

Het Koninkrijk is zich er zeer van bewust dat de VN een uiterst belangrijke rol heeft bij vredeshandhaving door middel van vredesmissies. Het is dan ook van groot belang dat de operationele capaciteit van de VN op dit terrein verder versterkt wordt. Het Koninkrijk zal waar mogelijk dit proces ondersteunen.

Klimaatverandering

De EU is overtuigd van de noodzaak om op korte termijn het klimaatveranderingsprobleem vergaand aan te pakken. Dit moet op twee manieren gebeuren: terugdringen van de emissies van broeikasgassen en aanpassing aan klimaatverandering. De noodzaak is hoog, omdat de tijd die we hebben om emissies terug te dringen kort is. Binnen 10 tot 15 jaar moeten de mondiale emissies hun piek hebben bereikt, gevolgd door een reductie tot 50% in 2050 ten opzichte van het niveau in 1990, om te voorkomen dat de atmosfeer met gemiddeld meer dan 2 graden opwarmt. De noodzaak is ook hoog omdat de effecten van klimaatverandering zich vandaag de dag al duidelijk laten zien ( o.a. extremer weer, stijging van de zeespiegel en het smelten van de gletsjers). Vooral de armste landen, die het minst hebben bijgedragen aan de uitstoot, zijn kwetsbaar voor deze effecten. Ze staan in hoge mate bloot aan de risico's van klimaatverandering en hebben onvoldoende kennis of middelen om deze risico's op te vangen. Klimaatverandering vergroot daarom de ongelijkheid in de wereld en bemoeilijkt het bereiken van ontwikkelingsdoelstellingen zoals armoedebestrijding, een veilige woonomgeving en toegang tot voedsel en schoon water. Klimaatverandering is bovendien een potentieel gevaar voor de internationale veiligheid.

Internationale collectieve actie is nodig. De VN zal hier de leidende rol moeten vervullen met de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) als de belangrijkste sturende organisatie binnen de VN. De EU verwelkomt de hoge prioriteit die de SGVN geeft aan dit onderwerp, vooral in het kader van de komende UNFCCC onderhandelingen op Bali in december 2007. In de aanloop naar Bali was er op 31 juli en 1 augustus een informeel thematisch debat van de 61e Algemene Vergadering over klimaatverandering. Voorts organiseert de SGVN op 24 september een debat op regeringsleidersniveau over klimaatverandering.

De inzet van het Koninkrijk ten aanzien van klimaatverandering richt zich op:

* De noodzaak en mogelijkheden voor de industrielanden om met verdergaande reducties het voortouw te blijven nemen en de wijze waarop het Koninkrijk zoals voorgesteld door de EU, haar emissies in 2020 met 30% denkt te verminderen t.o.v. 1990;
* De urgentie van een meeromvattend klimaatregime waarin, naast alle industrielanden, ook ontwikkelingslanden een grotere bijdrage leveren en de mogelijkheden die het Koninkrijk ziet voor een gedifferentieerde aanpak op basis van ontwikkelingsniveau en bijdrage aan het probleem;

* Het belang van de verdere ontwikkeling van de mondiale koolstofmarkt en daarmee verbonden mechanismen en de rol van het bedrijfsleven;

* De mogelijkheden voor aanvullende internationale technologie-georiënteerde instrumenten, beleidsmaatregelen en samenwerkingsafspraken voor de bredere toepassing en verspreiding en ontwikkeling van technologieën;

* Het belang van internationale financieringsraamwerken voor de vergroening van energie-investeringen in ontwikkelingslanden;
* De mogelijkheden voor het tegengaan van ontbossing en het belang van proefprojecten om de haalbaarheid en wenselijkheid van opties voor opname van ontbossing in een post-2012 klimaatregime te verkennen;

* Het belang van nadere internationale regulering ten aanzien van de snel groeiende emissies van de internationale lucht- en scheepvaart;

* De noodzaak van effectieve adaptatiestrategieën om de negatieve gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan en om tot versterking van de internationale steun voor met name de meest kwetsbare ontwikkelingslanden te komen. Daarbij gaat het onder andere om beter inzicht in de kosten en baten van aanpassing aan klimaatverandering en een meer toereikende, meer voorspelbare en op het beg insel `de vervuiler betaalt' gebaseerde financieringsbasis; en

* Het beschikbaar stellen van onze waardevolle ervaringen met adaptatie aan veranderende omstandigheden, met inbegrip van publiek-private samenwerking. Nederland heeft immers ten aanzien van de adaptatie aan klimaatverandering vanui t zijn geografische ligging - laaggelegen, kwetsbaar en dichtbevolkt deltaland - door de eeuwen heen unieke ervaring opgebouwd met het zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. Ook kan Nederland expertise en technische assistentie beschikbaar stellen voor ontwikkelingslanden.

Het Koninkrijk streeft ernaar om tijdens de 13e VN-klimaatconferentie op Bali in december 2007 verdere voortgang te boeken. Minister Koenders en Minister Cramer zullen deze conferentie bijwonen. Inzet van het Koninkrijk is een mandaat overeen te komen voor onderhandelingen voor een veelomvattend post-2012 Raamwerk dat, om een gat tussen de bestaande afspraken binnen het Kyoto Protocol en nieuwe afspraken te vermijden, in 2009 tot stand moet komen.

Milieu

Tijdens de 62e AVVN zullen de besprekingen over VN-hervorming op milieuterrein worden voortgezet. Het Koninkrijk ondersteunt, zoals in de brief (26150, nr. 45) aan uw Kamer van 14 mei jl. aangegeven, de aanbeveling van het VN-High Level Panel on System-Wide Coherence (HLP-SWC) om te komen tot "een opgewaardeerde UNEP als de milieupilaar van het VN-systeem". Dit sluit aan bij de reeds in 2005 door de EU ingezette, en door het Koninkrijk ondersteunde, lijn om het United Nations Environment Programme (UNEP) om te vormen tot een Wereldmilieuorganisatie teneinde te komen tot een effectievere en efficiëntere milieu-architectuur. Het Koninkrijk ondersteunt tevens de aanbeveling dat de VN-instellingen op milieugebied meer en effectiever moeten samenwerken op thematische basis en door middel van het aangaan van partnerschappen.

Vanwege de complexe politieke besluitvorming en het standpunt `vorm volgt inhoud' is het Koninkrijk een voorstander van een stap-voor-stap benadering. Het Koninkrijk wil zich in de discussie over de internationale milieuarchitectuur richten op de gehele milieuarchitectuur in brede zin en niet alleen op een opwaardering van UNEP tot een gespecialiseerde organisatie. Het gaat er immers allereerst om hoe de VN het beste een bijdrage kan leveren aan de formulering en uitvoering van internationaal milieubeleid. Vervolgens moet men bezien welke institutionele hervormingen kunnen worden doorgevoerd om de VN een zo effectief mogelijke rol te laten spelen in dit verband. Een scherpere definiëring daarvan geeft een beter fundament voor de gewenste opwaardering van UNEP tot een gespecialiseerde organisatie.

Systeembrede coherentie

Uw Kamer werd reeds eerder over dit onderwerp geïnformeerd in een tweetal Kamerbrieven (26150, nr. 43 en 45).

Het Koninkrijk onderschrijft het belang van het Eén VN-concept ten zeerste. Dit concept komt voort uit het rapport van het High Level Panel (HLP) on Systemwide Coherence. De belangrijkste aanbeveling van het panel is dat de VN in alle landen volgens het concept van de Four Ones moet gaan werken. Dit betekent dat de VN-organisaties in het veld voortaan samengebracht worden met één leider, één budget en één gezamenlijk programma, dat in nauw overleg met het land zelf wordt opgesteld, en waar mogelijk in één kantoor. Het Koninkrijk is immers een uitgesproken voorstander van het stroomlijnen van de Verenigde Naties, teneinde ontwikkelingssamenwerking via de VN effectiever en efficiënter te laten verlopen. Dit is des te belangrijker omdat de Verenigde Naties een unieke expertise heeft bij het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen in 2015.

Het intergouvernementeel debat over het HLP-rapport zal tijdens de 62e AVVN formeel worden gestart op basis van informele consultaties die op dit moment nog plaatsvinden in New York. Het klimaat voor een positieve uitkomst van het debat is echter niet onverdeeld gunstig. Bij diverse VN-lidstaten, maar ook binnen het VN-systeem zelf, bestaan zorgen over het Eén VN-concept. Een aantal landen vreest dat de invoering van dit concept zou leiden tot vermindering van country ownership, dat het gepaard zou gaan met extra voorwaarden, dat het een blauwdruk zou omvatten en bedoeld zou zijn om bezuinigingen te bewerkstelligen.

Teneinde deze -in de ogen van het Koninkrijk- onterechte zorgen weg te nemen, is het Koninkrijk begin dit jaar samen met gelijkgezinde landen een informatiecampagne gestart. In dit kader heeft Nederland in juni samen met Nicaragua een succesvolle conferentie voor alle Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen georganiseerd over VN-hervorming op ontwikkelingsterrein (zie kamerbrief DWH/MC-497/07 van 23 juli 2007) . Daarnaast vonden regionale conferenties plaats in Indonesië (met Noorwegen als co-organisator) en Benin (met België als co-organisator). De informatiecampagne lijkt er in te slagen de minder ontwikkelde landen een sterkere stem te geven in het debat, dat tot op heden werd gedomineerd door landen als India, Brazilië, Egypte en Rusland, die kritisch staan tegenover VN-hervorming op ontwikkelingsterrein. Tijdens de huidige zitting van de AVVN zal het Koninkrijk zoveel mogelijk samenwerking zoeken met ontwikkelingslanden en hen stimuleren een actieve rol te spelen in het debat. Het is immers vooral deze groep landen die moet profiteren van vergroting van de effectiviteit van de VN-ontwikkelingsactiviteiten.

Triennial Comprehensive Policy Review (TCPR)

Op hetzelfde moment dat het intergouvernementele debat zal starten, wordt in de Tweede Commissie een aanvang gemaakt met de bespreking van de Triennial Comprehensive Policy Review 2004-2007 (TCPR) met als doel te komen tot een nieuwe TCPR-resolutie van de 62e AVVN waarin de uitgangspunten worden neergelegd over de wijze waarop het VN-systeem moet samenwerken op landenniveau. Het Koninkrijk wil daarbij inzetten op verscherpte afspraken over de positie van de VN-coördinator op landenniveau (zodat die daadwerkelijk als leider van de ter plaatse actieve VN-organisaties kan optreden) en beter financieringsgedrag van donorlanden. Voor wat betreft dit laatste is het Koninkrijk van mening dat goed functionerende VN-organisaties moeten kunnen rekenen op stabiele, meerjarige en ongeoormerkte financiering op centraal -en landenniveau.

Verder hecht het Koninkrijk er belang aan om de operationele kant van de Four Ones zoveel mogelijk nader uit te werken in de acht landen (V ietnam, Pakistan, Mozambique, Tanzania, Rwanda, Kaapverdië, Uruguay en Albanië), waar sinds januari 2007 het Eén VN-concept wordt uitgetest. Het Koninkrijk vindt dat andere landen die hebben aangegeven het Eén VN-concept ook alvast te willen invoeren, daartoe de mogelijkheid moeten krijgen.

Gender

Een ander traject dat door het Koninkrijk als prioritair wordt beschouwd betreft de spoedige oprichting van de door het HLP aanbevolen gendereenheid. Het panelrapport beveelt aan om drie bestaande eenheden die zich binnen de VN met versterking van de positie van vrouwen bezighouden samen te voegen tot één organisatie. Dit zou betekenen dat het UN Development Fund for Women (UNIFEM), het UN Office for the Special Adviser on Gender Issues (OSAGI) en de UN Division for the Advancement of Women (DAW) opgaan in één gendereenheid, die als kantoor onder het VN-Secretariaat moet gaan functioneren met een Onder-Secretaris-Generaal (USG) aan het hoofd.

Het rapport stelt ook dat genderonderwerpen niet kunnen worden overgelaten aan één gendereenheid, maar dat gendergelijkheid het mandaat is en moet blijven van het gehele VN-systeem. Het Koninkrijk acht het cruciaal dat alle VN-organisaties in hun programma's rekening houden met genderaspecten en hiertoe concrete resultaatsindicatoren opstellen. De nieuwe, hopelijk zeer krachtige gendereenheid, zou de rol van waakhond op zich moeten nemen. Het Koninkrijk zal zich tezamen met gelijkgezinde landen inzetten om te komen tot een optimale VN-brede taakinvulling.

Rule of Law

Het Koninkrijk zal zich tijdens de 62e AVVN blijven inzetten voor de versterking van de rule of law en het tegengaan van straffeloosheid. Het Koninkrijk verwelkomt het nieuwe agendapunt rule of law op de agenda van de Zesde Commissie en de oprichting van de coördinatie-eenheid binnen het VN-secretariaat op het gebied van rule of law. Het Koninkrijk zal samen met de EU inzetten op de versterking van deze eenheid.

Tijdens de 62e AVVN zal de SGVN een rapport presenteren met een overzicht van de rule of law activiteiten van de VN. Dit rapport zal het uitgangspunt vormen voor verdere bespreking van het onderwerp binnen de Zesde Commissie. Het Koninkrijk zal in de besprekingen benadrukken dat het van belang is om voor de behandeling van dit agendapunt in de toekomst ieder jaar een specifiek thema te kiezen. Het Koninkrijk heeft een voorkeur om het thema `versterking van het strafrecht op nationaal en internationaal niveau' volgend jaar in de Zesde Commissie te bespreken.

Naar aanleiding van het jaarlijkse rapport van het Internationaal Stafhof aan de VN, zal het Koninkrijk ook dit jaar wederom een resolutie inzake het Strafhof coördineren. In deze resolutie wordt onder meer het belang van samenwerking met het Hof benadrukt.

Tot slot zal het Koninkrijk aandacht blijven vragen voor meer algemene aanvaarding van de rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof. In de ogen van het Koninkrijk dient deze breder aanvaard te worden dan momenteel in de praktijk het geval is.

Terrorismebestrijding

Een jaar na de aanname van de VN-contraterrorismestrategie zal de inzet van het Koninkrijk tijdens de 62e AVVN vooral gericht zijn op de implementatie van deze strategie. In dit kader werkt het Koninkrijk ook nauw samen met de Taakgroep terrorismebestrijding binnen het VN-secretariaat die zich bezighoudt met de implementatie en nadere uitwerking van de strategie. Het Koninkrijk zal samen met de EU proberen te voorkomen dat de evaluatie van de strategie, die gepland staat voor de 62e AVVN, uitmondt in een discussie over de uitgangspunten op het gebied van terrorismebestrijding die na moeizame onderhandelingen in de strategie zijn opgenomen. In het kader van de implementatie van de strategie organiseert Nederland later dit jaar een driedaagse internationale conferentie in Den Haag. De titel van deze conferentie is: Countering radicalisation: perspectives and strategies from around the globe.

De onderhandelingen over de alomvattende conventie inzake terrorismebestrijding liggen op dit moment stil. Waar mogelijk zal het Koninkrijk proberen een impuls aan deze onderhandelingen te geven. Het is echter onwaarschijnlijk dat de fundamentele tegenstellingen die de afronding van de conventie in de weg staan tijdens de 62e AVVN overbrugd kunnen worden.

Ontwapening en non-proliferatie

Het Koninkrijk onderstreept dat internationale afspraken over ontwapening en non-proliferatie van massavernietigingswapens essentieel zijn voor het bevorderen van vrede en veiligheid. Het Koninkrijk zal zich, in de aanloop naar de Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag in 2010, blijven inzetten voor vooruitgang in de andere fora waar over non-proliferatie en kernontwapening wordt gesproken, zoals het Internationaal Atoomagentschap (IAEA, Wenen), de Ontwapeningsconferentie (Genève) en de Eerste Commissie van de AVVN (New York).

In de Eerste Commissie zal het Koninkrijk zich sterk blijven maken voor de spoedige inwerkingtreding van het Kernstopverdrag (CTBT). Mogelijke initiatieven om een resolutie op te stellen over het verbod op de productie van kernsplijtstof voor ontploffingsdoeleinden (FMCT) zullen door het Koninkrijk ondersteund worden. Daarnaast zal de resolutie over de Haagse Gedragscode tegen ballistische raketproliferatie (HCOC) actief bevorderd worden.

Samen met Polen heeft het Koninkrijk het initiatief genomen om, gedurende het High Level Segment van de AVVN op 27 september, een ministeriële bijeenkomst te organiseren in het kader van het tienjarig bestaan van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) en het Chemische Wapensverdrag. Dit sluit aan bij de door Polen ingediende resolutie over de implementatie van het Chemische Wapensverdrag en benadrukt het belang dat het Koninkrijk hecht aan het effectief functioneren van de OPCW als multilaterale organisatie.

Conventionele wapenbeheersing

Dit jaar zal het rapport van de VN-expertgroep met aanbevelingen op het gebied van de beperking van de illegale tussenhandel in kleine en lichte wapens en het bevorderen van de internationale samenwerking worden gepresenteerd aan de VN-lidstaten. De expertgroep kwam in de afgelopen anderhalf jaar onder voorzitterschap van Nederland driemaal bijeen. Verwacht wordt dat het rapport in de Eerste Commissie van de AVVN zal worden aangenomen. Het Koninkrijk zal wederom de jaarlijks terugkerende resoluties inzake kleine wapens en ontmijning steunen. Indien er opnieuw een resolutie t.b.v. een juridisch bindend internationaal wapenhandelsverdrag zal worden ingediend, zal ook deze gesteund worden. Voorts is het Koninkrijk voornemens om de resolutie inzake de uitwisseling van gegevens over nationale wapenexportregelgeving, opnieuw in te dienen. In het kader van een VN-initiatief gericht op bi-annualisering van terugkerende resoluties, is in 2005 besloten deze resolutie om het jaar in te dienen.

De traditioneel door het Koninkrijk ingediende resolutie over transparantie in bewapening, die vorig jaar met een recordaantal stemmen en sponsoren werd aangenomen en waarmee het VN-Wapenregister conform de aanbevelingen van de 2006 VN-expertgroep werd uitgebreid, staat dit jaar niet op de agenda. Ter voorbereiding op de volgende expertgroep in 2009, zal de resolutie tijdens de 63 e AVVN weer worden ingediend.

Alliantie der Beschavingen

Tijdens de 61e AVVN is het rapport van de High Level Group (HLG) van de Alliantie der Beschavingen gepubliceerd. Het rapport van de HLG is redelijk evenwichtig en kan gezien worden als een poging om de spanningen tussen het westen en de islamitische wereld te verminderen. Na publicatie van het rapport heeft het Koninkrijk zich aangesloten bij de Group of Friends van de Alliantie.

De Alliantie heeft inmiddels ook een Hoge Vertegenwoordiger benoemd die direct aan de SGVN rapporteert. Het betreft de Portugees Jorge Sampaio. De Hoge Vertegenwoordiger zal vooral optreden als bemiddelaar in crisissituaties zoals tijdens de Deense spotprentenkwestie. Sinds zijn benoeming heeft Sampaio het implementatieplan van de Alliantie vastgesteld. Enerzijds beoogt de Alliantie samenwerking tussen maatschappelijk middenveld en staten te bevorderen met het oog op dialoog en wederzijds begrip. Anderzijds zal de Alliantie ook zelf projecten uitvoeren op het gebied van media, jongeren, onderwijs en migratie.

Begin 2008 zal het eerste internationale forum van de Alliantie plaatsvinden in Madrid. Het Koninkrijk is voornemens om deel te nemen aan dit forum. Daarnaast zal Het Koninkrijk actief deelnemen aan de bijeenkomsten van de Group of Friends en bezien of het kan bijdragen aan een pilot project uit het implementatieplan.

Hervormingen van het VN-systeem

De EU blijft onveranderd overtuigd van de noodzaak van de hervormingen die afgesproken werden op de VN-Top van 2005 en zal zich gedurende de
62e AVVN inzetten voor de bevordering daarvan. Om de aansprakelijkheid, effectiviteit en efficiëntie van de VN te bevorderen is hervorming van het management onverminderd belangrijk. De afgelopen maanden zijn positieve resultaten geboekt, zoals de instelling van de Independent Audit Advisory Committee (die de AVVN in staat zal stellen beter toezicht te houden op de activiteiten van de VN). Recentelijk is ook een resolutie aangenomen die een aanzet geeft tot een vernieuwde en versterkte Administration of Justice (de beroeps- en bezwaarprocedures bij de VN voor medewerkers), een belangrijk onderdeel van de hervorming van het VN-personeelsbeleid. Het Koninkrijk zal zich in EU-verband, maar ook afzonderlijk, inzetten voor een onafhankelijke en effectieve interne rechtsspraak en een transparant en rechtvaardig personeelsbeleid.

In het huidige tijdsgewricht zijn overheden en internationale organisaties niet altijd in staat om in te spelen op de elkaar snel opvolgende veranderingen. Om de centrale doelstellingen van de VN, zijnde ontwikkeling, veiligheid en mensenrechten, dichterbij te brengen is actieve betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld gewenst. Het Koninkrijk zal zich binnen en buiten EU-verband dan ook inzetten voor een grotere betrokkenheid van NGO's en het bedrijfsleven.

Veiligheidsraadhervorming

Op het terrein van Veiligheidsraadhervorming zal de aankomende AVVN voort kunnen bouwen op de ontwikkelingen tijdens de 61e sessie van de Algemene Vergadering. Er vonden tijdens de 61e AVVN meerdere, substantiële debatten plaats, het laatste op 19 juli. Deze debatten vormden in belangrijke mate het uitvloeisel van intensieve consultatieprocessen en de daarop gebaseerde rapporten van de betrokken facilitatoren. Deze rapporten vormen in de ogen van het Koninkrijk een waardevolle aanvulling op de reeds bestaande inzichten over dit veelbesproken onderwerp.

Uit de debatten en de rapporten kunnen twee concrete, hoopgevende ontwikkelingen worden gedestilleerd. Ten eerste de toenemende steun voor een `overgangsbenadering,' met andere woorden een in eerste aanleg tijdelijke aanpassing van de samenstelling van de Veiligheidsraad. Deze benadering heeft mede aan belangstelling gewonnen, omdat vrijwel alle partijen ervan overtuigd lijken, dat de kans dat er in de komende jaren een akkoord kan worden bereikt over een definitieve oplossing, uiterst klein is. Ten tweede is er een toenemend momentum om de stap te zetten van consultaties en oriënterende debatten, naar concrete onderhandelingen. Het is nu aan de Voorzitter van de komende AVVN om hier een adequaat vervolg aan te geven.

Het Koninkrijk zal opnieuw een proactieve rol spelen. Onder meer door de overige lidstaten er van te doordringen, dat het uitblijven van hervorming op termijn negatieve gevolgen kan hebben voor de legitimiteit van Raad. Het Koninkrijk zal daarnaast, met name richting de meest fanatieke voor- en tegenstander van uitbreiding met permanente leden, uitdragen dat van alle belanghebbenden flexibiliteit wordt gevraagd. Het Koninkrijk kan in zijn optreden buigen op een intensieve betrokkenheid bij dit dossier sinds de aanloop naar de VN-Top 2005, die onder meer tot uiting is gekomen in de rol van de Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk als medevoorzitter van de AV-werkgroep inzake VR-hervorming en diens rol als facilitator tijdens de 61e AVVN.

VN-begroting

De EU zal zich inspannen om overeenstemming te bereiken over een regulier budget voor de VN voor 2008-2009. Het streven is om de VN een budget ter beschikking te stellen dat de organisatie voldoende middelen geeft om de prioritaire activiteiten binnen haar mandaat te kunnen vervullen zonder daarbij het streven naar begrotingsdiscipline, welke een effectievere en efficiëntere besteding van de middelen tot gevolg heeft, uit het oog te verliezen. Het Koninkrijk zal zich binnen en buiten EU-verband inzetten voor voorspoedige en constructieve begrotingsonderhandelingen.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl

Bijlagen

* Bijlage brief AVVN | PDF, 174 Kb