Kamerbrief inzake richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de 62e
zitting van de AVVN in New York
31-08-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Hierbij treft u de Richtlijnen aan voor de Koninkrijksdelegatie naar
de 62e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN). Deze brief
dient tevens ter achtergrond voor het op 11 september geplande
Algemeen Overleg met uw Kamer over dit onderwerp.
Algemeen
Deze Algemene Vergadering is de eerste volledige AVVN onder het
leiderschap van de nieuwe Secretaris Generaal van de Verenigde Naties
(SGVN) Ban Ki-moon. Bij zijn aantreden begin dit jaar heeft Ban
aangegeven dat herstel van het vertrouwen in de Verenigde Naties (VN)
zijn grootste prioriteit is voor de komende jaren. Ban wil de ambities
die de Verenigde Naties zichzelf hebben opgelegd waarmaken en niet
voortdurend nieuwe prioriteiten definiëren. Daarom heeft hij
aangegeven zich, naast aandacht voor een aantal crisisgebieden en
thema's, te willen concentreren op organisatie-en
managementhervormingen.
Het Koninkrijk onderschrijft deze benadering van de SGVN en zal zich
ook dit jaar inzetten om de VN relevanter, geloofwaardiger en
efficiënter te maken. De inzet van het Koninkrijk tijdens de 62e AVVN
dient in dit licht te worden gezien.
Deze brief gaat nadrukkelijk niet in op de agenda van de
Veiligheidsraad, waar onderwerpen op het gebied van vrede en
veiligheid die op dit moment hoog op de internationale politieke
agenda staan, besproken worden.
De 62e AVVN wordt formeel geopend op 18 september en zal worden
voorgezeten door de heer Srgjan Kerim (Macedonië). De nieuwe
Voorzitter heeft reeds aangekondigd dat VN-hervormingen,
klimaatverandering, implementatie van de VN-strategie op het terrein
van terrorismebestrijding en voortzetting van de dialoog tussen
beschavingen zijn voornaamste prioriteiten zijn.
De inzet van het Koninkrijk tijdens de AVVN verloopt zoals bekend
primair via de Europese Unie (EU). Het EU priorities paper (bijlage
1), aangenomen tijdens de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
op 17 en 18 juni 2007, dient bijgevolg als leidraad voor deze
Richtlijnen. Uiteraard legt het Koninkrijk binnen de
prioriteitsstelling van de EU eigen accenten. Deze brief zal hier
nader op ingaan.
EU-prioriteiten en Koninkrijksaccenten
Mensenrechten
In overeenstemming met de nationale prioriteiten van het Koninkrijk,
stelt het EU Priorities Paper dat de promotie en bescherming van
mensenrechten en fundamentele vrijheden een prioriteit voor de EU is
binnen de mensenrechtenfora van de VN. Nederland is in mei van dit
jaar voor een termijn van drie jaar herkozen in de Mensenrechtenraad.
Zowel in de Derde Commissie van de AVVN als in de Mensenrechtenraad
zal het Koninkrijk zich samen met EU-partners inzetten om de
ernstigste schendingen van mensenrechten waar ook ter wereld aan de
orde te stellen en de implementatie van mensenrechtennormen te
bevorderen. De EU blijft zich er voor inzetten dat de Derde Commissie
een vooraanstaand orgaan blijft waarin mensenrechtenkwesties worden
behandeld. Daarnaast zal de inzet van het Koninkrijk, als
vice-voorzitter van het bureau van de Mensenrechtenraad, gericht zijn
op de vergroting van de geloofwaardigheid en effectiviteit van de
Mensenrechtenraad.
De Derde Commissie begint dit jaar op 8 oktober en volgt kort op de
zesde zitting van de Mensenrechtenraad (10-28 september 2007). Hierbij
is het belangrijk de EU-inzet in beide fora goed op elkaar af te
stemmen, en de initiatieven in beide fora complementair te laten zijn.
Voor het Koninkrijk blijft het van belang om in beide organen
specifieke landensituaties te kunnen behandelen. Zo zullen in de
Mensenrechtenraad de landensituaties in Sri Lanka en Soedan door de EU
aan de orde worden gesteld. In de Derde Commissie zal vervolgens door
de EU aandacht worden gevraagd voor de situaties in Noord-Korea en
Birma/Myanmar.
Wat betreft thematische resoluties streeft de EU naar het aannemen van
een breed gedragen resolutie over de afschaffing van de doodstraf. Ook
zal de EU een resolutie indienen over kinderrechten. Daarnaast zal het
Koninkrijk met Frankrijk, mogelijk door middel van een
vervolgresolutie, aandacht besteden aan de follow-up van de resolutie
over geweld tegen vrouwen die vorig jaar op initiatief van het
Koninkrijk en Frankrijk door de AVVN werd aangenomen. In de
Mensenrechtenraad zal door de EU een initiatief inzake religieuze
intolerantie worden ontplooid.
Het Koninkrijk en de EU zullen zich in de AVVN hard maken voor
aanvaarding van het institutionele framework voor de
VN-Mensenrechtenraad, waarover op 19 juni jl. in Genève een compromis
werd bereikt. Bij voorkeur wordt het compromis rechtstreeks en zonder
stemming door de Algemene Vergadering aangenomen. In ieder geval dient
voorkomen te worden dat over dit pakket opnieuw onderhandeld gaat
worden in de AVVN.
Tenslotte is de inzet van de EU gericht op verdere integratie van
mensenrechten in alle andere aspecten van het werk van de VN.
Vredesopbouw
De Peacebuilding Commission (PBC) is inmiddels ruim een jaar actief.
Het succes van deze Commissie zal een positieve uitstraling hebben op
het VN-hervormingsproces als geheel. Doel van de PBC is het voorkomen
dat post-conflictlanden terrugglijden naar conflict. Daarnaast wil de
PBC een brug slaan tussen een conflictfase en langere-termijn duurzame
ontwikkeling. De coördinatie, coherentie en samenwerking van alle
relevante internationale en lokale actoren zijn daarvoor van cruciaal
belang. Het belangrijkste werk wordt gedaan in de landenspecifieke
bijeenkomsten (country specific meetings, CSM) waar de landen op de
agenda door de PBC-leden worden gestimuleerd en bijgestaan om een
geïntegreerde strategie voor post-conflict vredesopbouw en herstel op
te stellen en uit te voeren. Deze strategieën concentreren zich op een
beperkt aantal `critical issues' rond vredesopbouw en dienen bij te
dragen aan internationale ondersteuning van het vredesopbouwproces.
De Peace Building Commission heeft inmiddels twee landen op de agenda
staan: Burundi en Sierra Leone. In het afgelopen jaar is in een proces
van vallen en opstaan de geïntegreerde vredesstrategie voor Burundi
tot stand gekomen. Het document voor Sierra Leone is voorzien na de
verkiezingen die deze zomer zullen plaatsvinden. Ondertussen zijn in
beide landen projecten geïdentificeerd voor financiering uit het
Peacebuilding Fund.
In het Priorities Paper verwelkomt de Europese Unie de inrichting van
deze nieuwe vredesopbouwarchitectuur. De EU zal de nauwe samenwerking
met het VN-systeem voortzetten door bij te dragen aan de versterking
van de PBC. Belangrijk acht de EU hierbij het integreren van aandacht
voor de positie van vrouwen en het intensiveren van de dialoog van de
PBC met de Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en ECOSOC.
Het Koninkrijk speelt een actieve rol in het kader van de Peace
Building Commission: niet alleen bekleedt Nederland het
voorzitterschap van de landenspecifieke bijeenkomsten met betrekking
tot Sierra Leone, maar het is ook lid van het Organiserend Comité en
het heeft een actieve inbreng in de landenspecifieke vergaderingen.
Bovendien is Nederland met een bijdrage van 15 miljoen euro een van de
grotere donoren van het Peacebuilding Fund.
Tijdens de 62e AVVN zal de Commissie zich verder buigen over de twee
landen op de PBC-agenda. Mogelijk zullen ook nieuwe landen aan de
agenda worden toegevoegd. Het Koninkrijk is van mening dat de
behandeling van nieuwe post-conflictsituaties niet ten koste mag gaan
van de implementatie en de monitoring van de vredesstrategie voor
Sierra Leone en Burundi.
Vredesmissies
Het Koninkrijk is zich er zeer van bewust dat de VN een uiterst
belangrijke rol heeft bij vredeshandhaving door middel van
vredesmissies. Het is dan ook van groot belang dat de operationele
capaciteit van de VN op dit terrein verder versterkt wordt. Het
Koninkrijk zal waar mogelijk dit proces ondersteunen.
Klimaatverandering
De EU is overtuigd van de noodzaak om op korte termijn het
klimaatveranderingsprobleem vergaand aan te pakken. Dit moet op twee
manieren gebeuren: terugdringen van de emissies van broeikasgassen en
aanpassing aan klimaatverandering. De noodzaak is hoog, omdat de tijd
die we hebben om emissies terug te dringen kort is. Binnen 10 tot 15
jaar moeten de mondiale emissies hun piek hebben bereikt, gevolgd door
een reductie tot 50% in 2050 ten opzichte van het niveau in 1990, om
te voorkomen dat de atmosfeer met gemiddeld meer dan 2 graden opwarmt.
De noodzaak is ook hoog omdat de effecten van klimaatverandering zich
vandaag de dag al duidelijk laten zien ( o.a. extremer weer, stijging
van de zeespiegel en het smelten van de gletsjers). Vooral de armste
landen, die het minst hebben bijgedragen aan de uitstoot, zijn
kwetsbaar voor deze effecten. Ze staan in hoge mate bloot aan de
risico's van klimaatverandering en hebben onvoldoende kennis of
middelen om deze risico's op te vangen. Klimaatverandering vergroot
daarom de ongelijkheid in de wereld en bemoeilijkt het bereiken van
ontwikkelingsdoelstellingen zoals armoedebestrijding, een veilige
woonomgeving en toegang tot voedsel en schoon water.
Klimaatverandering is bovendien een potentieel gevaar voor de
internationale veiligheid.
Internationale collectieve actie is nodig. De VN zal hier de leidende
rol moeten vervullen met de United Nations Framework Convention on
Climate Change (UNFCCC) als de belangrijkste sturende organisatie
binnen de VN. De EU verwelkomt de hoge prioriteit die de SGVN geeft
aan dit onderwerp, vooral in het kader van de komende UNFCCC
onderhandelingen op Bali in december 2007. In de aanloop naar Bali was
er op 31 juli en 1 augustus een informeel thematisch debat van de 61e
Algemene Vergadering over klimaatverandering. Voorts organiseert de
SGVN op 24 september een debat op regeringsleidersniveau over
klimaatverandering.
De inzet van het Koninkrijk ten aanzien van klimaatverandering richt
zich op:
* De noodzaak en mogelijkheden voor de industrielanden om met
verdergaande reducties het voortouw te blijven nemen en de wijze
waarop het Koninkrijk zoals voorgesteld door de EU, haar emissies
in 2020 met 30% denkt te verminderen t.o.v. 1990;
* De urgentie van een meeromvattend klimaatregime waarin, naast alle
industrielanden, ook ontwikkelingslanden een grotere bijdrage
leveren en de mogelijkheden die het Koninkrijk ziet voor een
gedifferentieerde aanpak op basis van ontwikkelingsniveau en
bijdrage aan het probleem;
* Het belang van de verdere ontwikkeling van de mondiale
koolstofmarkt en daarmee verbonden mechanismen en de rol van het
bedrijfsleven;
* De mogelijkheden voor aanvullende internationale
technologie-georiënteerde instrumenten, beleidsmaatregelen en
samenwerkingsafspraken voor de bredere toepassing en verspreiding
en ontwikkeling van technologieën;
* Het belang van internationale financieringsraamwerken voor de
vergroening van energie-investeringen in ontwikkelingslanden;
* De mogelijkheden voor het tegengaan van ontbossing en het belang
van proefprojecten om de haalbaarheid en wenselijkheid van opties
voor opname van ontbossing in een post-2012 klimaatregime te
verkennen;
* Het belang van nadere internationale regulering ten aanzien van de
snel groeiende emissies van de internationale lucht- en
scheepvaart;
* De noodzaak van effectieve adaptatiestrategieën om de negatieve
gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan en om tot
versterking van de internationale steun voor met name de meest
kwetsbare ontwikkelingslanden te komen. Daarbij gaat het onder
andere om beter inzicht in de kosten en baten van aanpassing aan
klimaatverandering en een meer toereikende, meer voorspelbare en
op het beg insel `de vervuiler betaalt' gebaseerde
financieringsbasis; en
* Het beschikbaar stellen van onze waardevolle ervaringen met
adaptatie aan veranderende omstandigheden, met inbegrip van
publiek-private samenwerking. Nederland heeft immers ten aanzien
van de adaptatie aan klimaatverandering vanui t zijn geografische
ligging - laaggelegen, kwetsbaar en dichtbevolkt deltaland - door
de eeuwen heen unieke ervaring opgebouwd met het zich aanpassen
aan veranderende omstandigheden. Ook kan Nederland expertise en
technische assistentie beschikbaar stellen voor
ontwikkelingslanden.
Het Koninkrijk streeft ernaar om tijdens de 13e VN-klimaatconferentie
op Bali in december 2007 verdere voortgang te boeken. Minister
Koenders en Minister Cramer zullen deze conferentie bijwonen. Inzet
van het Koninkrijk is een mandaat overeen te komen voor
onderhandelingen voor een veelomvattend post-2012 Raamwerk dat, om een
gat tussen de bestaande afspraken binnen het Kyoto Protocol en nieuwe
afspraken te vermijden, in 2009 tot stand moet komen.
Milieu
Tijdens de 62e AVVN zullen de besprekingen over VN-hervorming op
milieuterrein worden voortgezet. Het Koninkrijk ondersteunt, zoals in
de brief (26150, nr. 45) aan uw Kamer van 14 mei jl. aangegeven, de
aanbeveling van het VN-High Level Panel on System-Wide Coherence
(HLP-SWC) om te komen tot "een opgewaardeerde UNEP als de milieupilaar
van het VN-systeem". Dit sluit aan bij de reeds in 2005 door de EU
ingezette, en door het Koninkrijk ondersteunde, lijn om het United
Nations Environment Programme (UNEP) om te vormen tot een
Wereldmilieuorganisatie teneinde te komen tot een effectievere en
efficiëntere milieu-architectuur. Het Koninkrijk ondersteunt tevens de
aanbeveling dat de VN-instellingen op milieugebied meer en effectiever
moeten samenwerken op thematische basis en door middel van het aangaan
van partnerschappen.
Vanwege de complexe politieke besluitvorming en het standpunt `vorm
volgt inhoud' is het Koninkrijk een voorstander van een stap-voor-stap
benadering. Het Koninkrijk wil zich in de discussie over de
internationale milieuarchitectuur richten op de gehele
milieuarchitectuur in brede zin en niet alleen op een opwaardering van
UNEP tot een gespecialiseerde organisatie. Het gaat er immers
allereerst om hoe de VN het beste een bijdrage kan leveren aan de
formulering en uitvoering van internationaal milieubeleid. Vervolgens
moet men bezien welke institutionele hervormingen kunnen worden
doorgevoerd om de VN een zo effectief mogelijke rol te laten spelen in
dit verband. Een scherpere definiëring daarvan geeft een beter
fundament voor de gewenste opwaardering van UNEP tot een
gespecialiseerde organisatie.
Systeembrede coherentie
Uw Kamer werd reeds eerder over dit onderwerp geïnformeerd in een
tweetal Kamerbrieven (26150, nr. 43 en 45).
Het Koninkrijk onderschrijft het belang van het Eén VN-concept ten
zeerste. Dit concept komt voort uit het rapport van het High Level
Panel (HLP) on Systemwide Coherence. De belangrijkste aanbeveling van
het panel is dat de VN in alle landen volgens het concept van de Four
Ones moet gaan werken. Dit betekent dat de VN-organisaties in het veld
voortaan samengebracht worden met één leider, één budget en één
gezamenlijk programma, dat in nauw overleg met het land zelf wordt
opgesteld, en waar mogelijk in één kantoor. Het Koninkrijk is immers
een uitgesproken voorstander van het stroomlijnen van de Verenigde
Naties, teneinde ontwikkelingssamenwerking via de VN effectiever en
efficiënter te laten verlopen. Dit is des te belangrijker omdat de
Verenigde Naties een unieke expertise heeft bij het behalen van de
Millennium Ontwikkelingsdoelen in 2015.
Het intergouvernementeel debat over het HLP-rapport zal tijdens de 62e
AVVN formeel worden gestart op basis van informele consultaties die op
dit moment nog plaatsvinden in New York. Het klimaat voor een
positieve uitkomst van het debat is echter niet onverdeeld gunstig.
Bij diverse VN-lidstaten, maar ook binnen het VN-systeem zelf, bestaan
zorgen over het Eén VN-concept. Een aantal landen vreest dat de
invoering van dit concept zou leiden tot vermindering van country
ownership, dat het gepaard zou gaan met extra voorwaarden, dat het een
blauwdruk zou omvatten en bedoeld zou zijn om bezuinigingen te
bewerkstelligen.
Teneinde deze -in de ogen van het Koninkrijk- onterechte zorgen weg te
nemen, is het Koninkrijk begin dit jaar samen met gelijkgezinde landen
een informatiecampagne gestart. In dit kader heeft Nederland in juni
samen met Nicaragua een succesvolle conferentie voor alle
Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen georganiseerd over
VN-hervorming op ontwikkelingsterrein (zie kamerbrief DWH/MC-497/07
van 23 juli 2007) . Daarnaast vonden regionale conferenties plaats in
Indonesië (met Noorwegen als co-organisator) en Benin (met België als
co-organisator). De informatiecampagne lijkt er in te slagen de minder
ontwikkelde landen een sterkere stem te geven in het debat, dat tot op
heden werd gedomineerd door landen als India, Brazilië, Egypte en
Rusland, die kritisch staan tegenover VN-hervorming op
ontwikkelingsterrein. Tijdens de huidige zitting van de AVVN zal het
Koninkrijk zoveel mogelijk samenwerking zoeken met ontwikkelingslanden
en hen stimuleren een actieve rol te spelen in het debat. Het is
immers vooral deze groep landen die moet profiteren van vergroting van
de effectiviteit van de VN-ontwikkelingsactiviteiten.
Triennial Comprehensive Policy Review (TCPR)
Op hetzelfde moment dat het intergouvernementele debat zal starten,
wordt in de Tweede Commissie een aanvang gemaakt met de bespreking van
de Triennial Comprehensive Policy Review 2004-2007 (TCPR) met als doel
te komen tot een nieuwe TCPR-resolutie van de 62e AVVN waarin de
uitgangspunten worden neergelegd over de wijze waarop het VN-systeem
moet samenwerken op landenniveau. Het Koninkrijk wil daarbij inzetten
op verscherpte afspraken over de positie van de VN-coördinator op
landenniveau (zodat die daadwerkelijk als leider van de ter plaatse
actieve VN-organisaties kan optreden) en beter financieringsgedrag van
donorlanden. Voor wat betreft dit laatste is het Koninkrijk van mening
dat goed functionerende VN-organisaties moeten kunnen rekenen op
stabiele, meerjarige en ongeoormerkte financiering op centraal -en
landenniveau.
Verder hecht het Koninkrijk er belang aan om de operationele kant van
de Four Ones zoveel mogelijk nader uit te werken in de acht landen (V
ietnam, Pakistan, Mozambique, Tanzania, Rwanda, Kaapverdië, Uruguay en
Albanië), waar sinds januari 2007 het Eén VN-concept wordt uitgetest.
Het Koninkrijk vindt dat andere landen die hebben aangegeven het Eén
VN-concept ook alvast te willen invoeren, daartoe de mogelijkheid
moeten krijgen.
Gender
Een ander traject dat door het Koninkrijk als prioritair wordt
beschouwd betreft de spoedige oprichting van de door het HLP
aanbevolen gendereenheid. Het panelrapport beveelt aan om drie
bestaande eenheden die zich binnen de VN met versterking van de
positie van vrouwen bezighouden samen te voegen tot één organisatie.
Dit zou betekenen dat het UN Development Fund for Women (UNIFEM), het
UN Office for the Special Adviser on Gender Issues (OSAGI) en de UN
Division for the Advancement of Women (DAW) opgaan in één
gendereenheid, die als kantoor onder het VN-Secretariaat moet gaan
functioneren met een Onder-Secretaris-Generaal (USG) aan het hoofd.
Het rapport stelt ook dat genderonderwerpen niet kunnen worden
overgelaten aan één gendereenheid, maar dat gendergelijkheid het
mandaat is en moet blijven van het gehele VN-systeem. Het Koninkrijk
acht het cruciaal dat alle VN-organisaties in hun programma's rekening
houden met genderaspecten en hiertoe concrete resultaatsindicatoren
opstellen. De nieuwe, hopelijk zeer krachtige gendereenheid, zou de
rol van waakhond op zich moeten nemen. Het Koninkrijk zal zich tezamen
met gelijkgezinde landen inzetten om te komen tot een optimale
VN-brede taakinvulling.
Rule of Law
Het Koninkrijk zal zich tijdens de 62e AVVN blijven inzetten voor de
versterking van de rule of law en het tegengaan van straffeloosheid.
Het Koninkrijk verwelkomt het nieuwe agendapunt rule of law op de
agenda van de Zesde Commissie en de oprichting van de
coördinatie-eenheid binnen het VN-secretariaat op het gebied van rule
of law. Het Koninkrijk zal samen met de EU inzetten op de versterking
van deze eenheid.
Tijdens de 62e AVVN zal de SGVN een rapport presenteren met een
overzicht van de rule of law activiteiten van de VN. Dit rapport zal
het uitgangspunt vormen voor verdere bespreking van het onderwerp
binnen de Zesde Commissie. Het Koninkrijk zal in de besprekingen
benadrukken dat het van belang is om voor de behandeling van dit
agendapunt in de toekomst ieder jaar een specifiek thema te kiezen.
Het Koninkrijk heeft een voorkeur om het thema `versterking van het
strafrecht op nationaal en internationaal niveau' volgend jaar in de
Zesde Commissie te bespreken.
Naar aanleiding van het jaarlijkse rapport van het Internationaal
Stafhof aan de VN, zal het Koninkrijk ook dit jaar wederom een
resolutie inzake het Strafhof coördineren. In deze resolutie wordt
onder meer het belang van samenwerking met het Hof benadrukt.
Tot slot zal het Koninkrijk aandacht blijven vragen voor meer algemene
aanvaarding van de rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof. In
de ogen van het Koninkrijk dient deze breder aanvaard te worden dan
momenteel in de praktijk het geval is.
Terrorismebestrijding
Een jaar na de aanname van de VN-contraterrorismestrategie zal de
inzet van het Koninkrijk tijdens de 62e AVVN vooral gericht zijn op de
implementatie van deze strategie. In dit kader werkt het Koninkrijk
ook nauw samen met de Taakgroep terrorismebestrijding binnen het
VN-secretariaat die zich bezighoudt met de implementatie en nadere
uitwerking van de strategie. Het Koninkrijk zal samen met de EU
proberen te voorkomen dat de evaluatie van de strategie, die gepland
staat voor de 62e AVVN, uitmondt in een discussie over de
uitgangspunten op het gebied van terrorismebestrijding die na moeizame
onderhandelingen in de strategie zijn opgenomen. In het kader van de
implementatie van de strategie organiseert Nederland later dit jaar
een driedaagse internationale conferentie in Den Haag. De titel van
deze conferentie is: Countering radicalisation: perspectives and
strategies from around the globe.
De onderhandelingen over de alomvattende conventie inzake
terrorismebestrijding liggen op dit moment stil. Waar mogelijk zal het
Koninkrijk proberen een impuls aan deze onderhandelingen te geven. Het
is echter onwaarschijnlijk dat de fundamentele tegenstellingen die de
afronding van de conventie in de weg staan tijdens de 62e AVVN
overbrugd kunnen worden.
Ontwapening en non-proliferatie
Het Koninkrijk onderstreept dat internationale afspraken over
ontwapening en non-proliferatie van massavernietigingswapens
essentieel zijn voor het bevorderen van vrede en veiligheid. Het
Koninkrijk zal zich, in de aanloop naar de Toetsingsconferentie van
het Non-Proliferatie Verdrag in 2010, blijven inzetten voor
vooruitgang in de andere fora waar over non-proliferatie en
kernontwapening wordt gesproken, zoals het Internationaal
Atoomagentschap (IAEA, Wenen), de Ontwapeningsconferentie (Genève) en
de Eerste Commissie van de AVVN (New York).
In de Eerste Commissie zal het Koninkrijk zich sterk blijven maken
voor de spoedige inwerkingtreding van het Kernstopverdrag (CTBT).
Mogelijke initiatieven om een resolutie op te stellen over het verbod
op de productie van kernsplijtstof voor ontploffingsdoeleinden (FMCT)
zullen door het Koninkrijk ondersteund worden. Daarnaast zal de
resolutie over de Haagse Gedragscode tegen ballistische
raketproliferatie (HCOC) actief bevorderd worden.
Samen met Polen heeft het Koninkrijk het initiatief genomen om,
gedurende het High Level Segment van de AVVN op 27 september, een
ministeriële bijeenkomst te organiseren in het kader van het tienjarig
bestaan van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW)
en het Chemische Wapensverdrag. Dit sluit aan bij de door Polen
ingediende resolutie over de implementatie van het Chemische
Wapensverdrag en benadrukt het belang dat het Koninkrijk hecht aan het
effectief functioneren van de OPCW als multilaterale organisatie.
Conventionele wapenbeheersing
Dit jaar zal het rapport van de VN-expertgroep met aanbevelingen op
het gebied van de beperking van de illegale tussenhandel in kleine en
lichte wapens en het bevorderen van de internationale samenwerking
worden gepresenteerd aan de VN-lidstaten. De expertgroep kwam in de
afgelopen anderhalf jaar onder voorzitterschap van Nederland driemaal
bijeen. Verwacht wordt dat het rapport in de Eerste Commissie van de
AVVN zal worden aangenomen. Het Koninkrijk zal wederom de jaarlijks
terugkerende resoluties inzake kleine wapens en ontmijning steunen.
Indien er opnieuw een resolutie t.b.v. een juridisch bindend
internationaal wapenhandelsverdrag zal worden ingediend, zal ook deze
gesteund worden. Voorts is het Koninkrijk voornemens om de resolutie
inzake de uitwisseling van gegevens over nationale
wapenexportregelgeving, opnieuw in te dienen. In het kader van een
VN-initiatief gericht op bi-annualisering van terugkerende resoluties,
is in 2005 besloten deze resolutie om het jaar in te dienen.
De traditioneel door het Koninkrijk ingediende resolutie over
transparantie in bewapening, die vorig jaar met een recordaantal
stemmen en sponsoren werd aangenomen en waarmee het VN-Wapenregister
conform de aanbevelingen van de 2006 VN-expertgroep werd uitgebreid,
staat dit jaar niet op de agenda. Ter voorbereiding op de volgende
expertgroep in 2009, zal de resolutie tijdens de 63 e AVVN weer worden
ingediend.
Alliantie der Beschavingen
Tijdens de 61e AVVN is het rapport van de High Level Group (HLG) van
de Alliantie der Beschavingen gepubliceerd. Het rapport van de HLG is
redelijk evenwichtig en kan gezien worden als een poging om de
spanningen tussen het westen en de islamitische wereld te verminderen.
Na publicatie van het rapport heeft het Koninkrijk zich aangesloten
bij de Group of Friends van de Alliantie.
De Alliantie heeft inmiddels ook een Hoge Vertegenwoordiger benoemd
die direct aan de SGVN rapporteert. Het betreft de Portugees Jorge
Sampaio. De Hoge Vertegenwoordiger zal vooral optreden als bemiddelaar
in crisissituaties zoals tijdens de Deense spotprentenkwestie. Sinds
zijn benoeming heeft Sampaio het implementatieplan van de Alliantie
vastgesteld. Enerzijds beoogt de Alliantie samenwerking tussen
maatschappelijk middenveld en staten te bevorderen met het oog op
dialoog en wederzijds begrip. Anderzijds zal de Alliantie ook zelf
projecten uitvoeren op het gebied van media, jongeren, onderwijs en
migratie.
Begin 2008 zal het eerste internationale forum van de Alliantie
plaatsvinden in Madrid. Het Koninkrijk is voornemens om deel te nemen
aan dit forum. Daarnaast zal Het Koninkrijk actief deelnemen aan de
bijeenkomsten van de Group of Friends en bezien of het kan bijdragen
aan een pilot project uit het implementatieplan.
Hervormingen van het VN-systeem
De EU blijft onveranderd overtuigd van de noodzaak van de hervormingen
die afgesproken werden op de VN-Top van 2005 en zal zich gedurende de
62e AVVN inzetten voor de bevordering daarvan. Om de
aansprakelijkheid, effectiviteit en efficiëntie van de VN te
bevorderen is hervorming van het management onverminderd belangrijk.
De afgelopen maanden zijn positieve resultaten geboekt, zoals de
instelling van de Independent Audit Advisory Committee (die de AVVN in
staat zal stellen beter toezicht te houden op de activiteiten van de
VN). Recentelijk is ook een resolutie aangenomen die een aanzet geeft
tot een vernieuwde en versterkte Administration of Justice (de
beroeps- en bezwaarprocedures bij de VN voor medewerkers), een
belangrijk onderdeel van de hervorming van het VN-personeelsbeleid.
Het Koninkrijk zal zich in EU-verband, maar ook afzonderlijk, inzetten
voor een onafhankelijke en effectieve interne rechtsspraak en een
transparant en rechtvaardig personeelsbeleid.
In het huidige tijdsgewricht zijn overheden en internationale
organisaties niet altijd in staat om in te spelen op de elkaar snel
opvolgende veranderingen. Om de centrale doelstellingen van de VN,
zijnde ontwikkeling, veiligheid en mensenrechten, dichterbij te
brengen is actieve betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld
gewenst. Het Koninkrijk zal zich binnen en buiten EU-verband dan ook
inzetten voor een grotere betrokkenheid van NGO's en het
bedrijfsleven.
Veiligheidsraadhervorming
Op het terrein van Veiligheidsraadhervorming zal de aankomende AVVN
voort kunnen bouwen op de ontwikkelingen tijdens de 61e sessie van de
Algemene Vergadering. Er vonden tijdens de 61e AVVN meerdere,
substantiële debatten plaats, het laatste op 19 juli. Deze debatten
vormden in belangrijke mate het uitvloeisel van intensieve
consultatieprocessen en de daarop gebaseerde rapporten van de
betrokken facilitatoren. Deze rapporten vormen in de ogen van het
Koninkrijk een waardevolle aanvulling op de reeds bestaande inzichten
over dit veelbesproken onderwerp.
Uit de debatten en de rapporten kunnen twee concrete, hoopgevende
ontwikkelingen worden gedestilleerd. Ten eerste de toenemende steun
voor een `overgangsbenadering,' met andere woorden een in eerste
aanleg tijdelijke aanpassing van de samenstelling van de
Veiligheidsraad. Deze benadering heeft mede aan belangstelling
gewonnen, omdat vrijwel alle partijen ervan overtuigd lijken, dat de
kans dat er in de komende jaren een akkoord kan worden bereikt over
een definitieve oplossing, uiterst klein is. Ten tweede is er een
toenemend momentum om de stap te zetten van consultaties en
oriënterende debatten, naar concrete onderhandelingen. Het is nu aan
de Voorzitter van de komende AVVN om hier een adequaat vervolg aan te
geven.
Het Koninkrijk zal opnieuw een proactieve rol spelen. Onder meer door
de overige lidstaten er van te doordringen, dat het uitblijven van
hervorming op termijn negatieve gevolgen kan hebben voor de
legitimiteit van Raad. Het Koninkrijk zal daarnaast, met name richting
de meest fanatieke voor- en tegenstander van uitbreiding met
permanente leden, uitdragen dat van alle belanghebbenden flexibiliteit
wordt gevraagd. Het Koninkrijk kan in zijn optreden buigen op een
intensieve betrokkenheid bij dit dossier sinds de aanloop naar de
VN-Top 2005, die onder meer tot uiting is gekomen in de rol van de
Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk als medevoorzitter van
de AV-werkgroep inzake VR-hervorming en diens rol als facilitator
tijdens de 61e AVVN.
VN-begroting
De EU zal zich inspannen om overeenstemming te bereiken over een
regulier budget voor de VN voor 2008-2009. Het streven is om de VN een
budget ter beschikking te stellen dat de organisatie voldoende
middelen geeft om de prioritaire activiteiten binnen haar mandaat te
kunnen vervullen zonder daarbij het streven naar begrotingsdiscipline,
welke een effectievere en efficiëntere besteding van de middelen tot
gevolg heeft, uit het oog te verliezen. Het Koninkrijk zal zich binnen
en buiten EU-verband inzetten voor voorspoedige en constructieve
begrotingsonderhandelingen.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Bijlagen
* Bijlage brief AVVN | PDF, 174 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken