Gemeente Den Haag

Stad loopt voor op andere grote steden en landelijke trend

Het aantal mensen met een bijstandsuitkering in Den Haag is historisch laag. Eind juni waren er nog maar 17.420 huishoudens onder de 65 jaar met een bijstandsuitkering, de laagste stand sinds dertig jaar. Dertig jaar geleden telde Den Haag ongeveer evenveel mensen in de bijstand, bij een vergelijkbaar aantal inwoners (rond 475.000).

Den Haag ligt bovendien voorop met het verder terugdringen van het aantal mensen in de bijstand. In de eerste helft van dit jaar is een daling van 5,7 procent gehaald; meer dan in de andere grote steden en landelijk gemiddeld.
Op 30 juni 2007 moest 9 procent van alle Haagse huishoudens zien rond te komen van een bijstandsuitkering. In Rotterdam was dat 13,5 procent, in Amsterdam 9,5 procent. Anderhalf jaar geleden zat in Den Haag nog 10,1 procent van de huishoudens in de bijstand. Wethouder Henk Kool van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie is trots. ,,Bij mijn aantreden in het voorjaar van 2006 heb ik mij ten doel gesteld om alle Hagenaars zoveel mogelijk op eigen benen te laten staan. Want het is mijn stellige overtuiging dat werk de beste weg uit armoede en isolement is. Natuurlijk zit de economie mee, maar Den Haag, door de vele overheidsinstellingen toch vooral een schrijftafelstad, profiteerde daar traditioneel minder van dan de andere steden. Dankzij de inspanningen van de sociale dienst om mensen aan het werk te helpen is het nu andersom."
Een van de oorzaken voor de sterke daling van het aantal mensen in de bijstand is dat in Den Haag jongeren tot 27 jaar alleen bij hoge uitzondering nog een bijstandsuitkering krijgen. Jongeren die afhaken op school worden opgespoord en als het even kan teruggestuurd naar school. Kan dat niet, dan moeten ze aan het werk. Wie daarvoor onvoldoende vaardigheden heeft, krijgt een re-integratietraject aangeboden om deze alsnog aan te leren. Voor alleenstaande (tiener)moeders met jonge kinderen zijn er speciale trajecten, waarbij ook kinderopvang hoort. Het aantal jongeren in de bijstand is zodoende teruggelopen van bijna 2500 in februari 2006 tot 1760 in juni 2007. Dat is een daling van bijna 30 procent.
Den Haag ligt goed op schema bij het vervullen van de opdracht om op 1 januari 2008 niet meer dan 16.730 huishoudens in de bijstand te hebben; 3200 minder dan in de zomer van 2006. Daarna moet de sociale dienst er echter opnieuw een schep bovenop doen. Als gevolg van een akkoord tussen het ministerie van Sociale Zaken en de Vereniging Nederlandse Gemeenten moet het aantal bijstandsuitkeringen op 1 januari 2012 zijn teruggebracht tot 14.000. Tegelijkertijd bezuinigt het kabinet fors op het budget voor re-integratie. Voor Den Haag betekent dit een daling van 4,3 miljoen euro in 2008, oplopend tot 25 miljoen euro minder in 2011.
Wethouder Kool erkent dat dit grote druk legt op zijn sociale dienst. Toch wil hij nog een stap verder gaan. Uiteindelijk wil hij bereiken dat alleen mensen, die op geen enkele andere manier dan via de bijstand in hun inkomen kunnen voorzien, een uitkering krijgen. Daarom wil Kool al in het voorjaar van 2010 minder dan 15.000 huishoudens in de bijstand hebben. Bovendien wil hij tienduizend banen scheppen. Om deze doelen te realiseren, begint dit najaar het programma 'De Haagse Slag'.
Naarmate het beter lukt om mensen uit de bijstand te houden, wordt het moeilijker om de 'blijvers in de bijstand' terug te krijgen naar de arbeidsmarkt. De sociale dienst gaat daarom extra aandacht geven aan groepen die moeilijk naar werk te bemiddelen zijn, zoals alleenstaande ouders en alleenstaande mannen van 27 tot 49 jaar. De arbeidsplicht blijkt belangrijk te zijn voor de werkhouding van bijstandsgerechtigden. Dat leert 'Bijstandsnormen', een langlopend onderzoek van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Den Haag dat volgende week verschijnt. Bij mensen die de plicht hebben te solliciteren is de bereidheid om werk te aanvaarden heel groot, zelfs als dat werk beneden hun niveau ligt of nauwelijks financiële vooruitgang oplevert. Die uitkomst is koren op de molen van wethouder Kool. Hij is groot voorstander van de sollicitatieplicht en heeft zich daarom ook tegen het kabinetsplan gekeerd om alleenstaande moeders met kinderen onder de vier vrijstelling te geven van deze plicht.