Technische Universiteit Delft

Railbouw
door M&C

Afscheidsrede van prof.dr.ir. C. Esveld: "De kracht van het spoor"

12 september 2007 | 15:00 uur
plaats: Aula TU Delft

Prof.dr.ir. C. Esveld | Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

De kracht van het spoor
Op 12 september neemt prof. Esveld afscheid als hoogleraar railbouwkunde bij de faculteit CiTG. In de rede wordt ingegaan op de positionering van de leerstoel binnen de faculteit, alsmede het onderwijs en onderzoek bij railbouwkunde. Het bedrijfsleven vraagt enerzijds breed opgeleide ingenieurs, terwijl anderzijds theoretisch onderzoek wordt verlangd voor het oplossen van meer fundamentele vraagstukken. Deze twee eisen staan min of meer haaks op elkaar en vragen dan ook verschillende soorten studenten. Derhalve wordt het gros van de promovendi buiten de eigen groep gerekruteerd.

Het onderwijs binnen de sectie verkeersbouwkunde heeft al jaren te kampen met een relatief klein aantal stu-denten, terwijl er binnen Nederland en internationaal redelijk wat behoefte is aan dit specialisme. Met een ge-richte marketing zouden substantiële verbeteringen kunnen worden bereikt, en dat geldt eigenlijk TU-breed.

Bij het aantreden van prof. Esveld in 1993 stonden er twee grote projecten op stapel: de Betuweroute en de HSL-Zuid. Voor beide projecten is sindsdien binnen de leerstoel het nodige onderzoek uitgevoerd, vooral voor de HSL. De dynamica vormde daarbij een centraal thema. Ook is veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de geometrie van raillassen, welke een cruciale rol speelt in de duurzaamheid van spoorconstructies. Voor ProRail zijn nieuwe normen ontwikkeld gebaseerd op de dynamische krachten tussen wiel en rail. Alle lassen van de HSL-Zuid zijn op basis van deze nieuwe normen gecontroleerd. Verder zijn veel van de onderzoeks-thema's binnen railbouwkunde werktuigbouwkundig georiënteerd. Binnen de groep wordt momenteel aan-dacht besteed aan onder andere: rolling contact fatigue in de interface tussen wiel en rail, optimalisatie van wiel en railprofielen en gladde sporen als gevolg van bladval.

Tenslotte wordt ingegaan op de toekomst van het spoor en de kansen voor de TU Delft een bijdrage te leve-ren aan belangrijke onderzoeksthema's.

Laatst gewijzigd: 28 augustus 2007