Partij van de Arbeid

Den Haag, 12 september 2007

Vragen van het lid Samsom (PvdA) aan de minister van VROM en de minister van Buitenlandse Zaken

over het Russische asbestschip 'Nizhnevolzhskiy' in de haven van Velsen


1. Bent u op de hoogte van het feit dat er in de haven van Velsen een Russische trawler 'Nizhnevolzhskiy' is aangemeerd dat teveel asbest bevat en waarvan de eigenaar de rekeningen niet heeft betaald?


2. Klopt het dat het benodigd certificaat van zeewaardigheid is verlopen, waardoor het schip nu niet kan uitvaren? Betreft dit een puur administratieve procedure of is er ook sprake van noodzakelijke (grootscheepse) renovatie?


3. Is het correct dat de bemanning inmiddels van het schip is afgehaald en het schip is afgedekt en ontoegankelijk gemaakt? Klopt het dat de eigenaar al maanden geen salaris meer heeft uitbetaald aan de bemanning?


4. Hoe groot acht u het risico dat het schip uiteindelijk in Nederland gesaneerd en gesloopt zal moeten worden?


5. Hoe groot acht u de kans dat de eigenaar van de 'Nizhnevolzhskiy' zal proberen zich van het schip te ontdoen - door faillissement of anderszins - zoals eerder gebeurde met de Sandrien en de Otapan, waardoor de Nederlandse staat uiteindelijk voor de kosten van sanering en sloop opdraait?


6. Klopt het dat een private partij inmiddels al beslag heeft laten leggen op het schip, waardoor - als het al een positieve waarde heeft - het schip niet meer als onderpand kan dienen voor de Nederlandse staat, mocht het op kosten van de staat tot sloop komen?


7. Bent u inmiddels al in contact getreden met de eigenaar om een dergelijk scenario te voorkomen? Zo ja, welke bindende afspraken heeft u gemaakt om zeker te stellen dat de eigenaar voor de kosten opdraait? Zo nee, bent u van plan dit alsnog te doen?


8. Deelt u de opvatting, mede gezien de ervaringen met de Sandrien en de Otapan, dat het goed zou zijn als er een Nederlandse 'schone' sloophaven voor asbestschepen komt, aangezien dit beter is voor het milieu, goed voor de Nederlandse werkgelegenheid en tevens een afwenteling op landen met lagere Arbo- en milieunormen voorkomt?