IP/07/1295
Brussel, 11 september 2007
Tussentijdse economische prognoses voor de EU: groeicijfer voor 2007 licht
neerwaarts herzien bij toenemende neerwaartse risico's
Op basis van een actualisering van de groeivooruitzichten voor de grootste
zeven lidstaten van de Europese Unie voorspelt de Commissie voor 2007 een
economische groei van 2,8% in de EU en 2,5% in het eurogebied. Dit komt neer
op een neerwaartse bijstelling met 0,1 procentpunt (pp) in vergelijking met
de voorjaarsprognoses. Verwacht wordt dat de Europese economie gestaag zal
blijven groeien onder impuls van gezonde onderliggende ontwikkelingen en een
onveranderd gunstig mondiaal klimaat. Dit neemt evenwel niet weg dat deze
vooruitzichten vanwege de recente onrust met aanzienlijk meer neerwaartse
risico's zijn omgeven. Wat de inflatie betreft, wordt verwacht dat de
consumentenprijzen in 2007 zullen stijgen met 2,2% in de EU en met 2,0% in
het eurogebied (0,1 pp meer dan in de voorjaarsprognoses) naarmate het
effect van de hogere grondstoffenprijzen zich doet gevoelen.
"De gezonde onderliggende ontwikkeling van de Europese economie zal
ertoe bijdragen dat de huidige financiële beroering zonder problemen
wordt doorstaan. Wegens de toegenomen risico's voor de vooruitzichten
moeten de regeringen evenwel blijven vasthouden aan de geplande
hervormingen en begrotingsconsolidatie, precies om de veerkracht van
de EU-economie te vergroten", aldus de heer Joaquín Almunia, het voor
economische en financiële zaken bevoegde Commissielid.
Volgens de tussentijdse prognoses van het directoraat-generaal
Economische en financiële zaken van de Commissie zou de economische
groei dit jaar uitkomen op 2,8% in de EU en 2,5% in het eurogebied.
Deze neerwaartse herziening met 0,1 pp ten opzichte van de
voorjaarsprognoses is vooral terug te voeren op een zwakker dan
verwacht tweede kwartaal.
De voorspelling is gebaseerd op een actualisering van de verwachte
reële BBP-groei en inflatie voor Frankrijk, Duitsland, Italië,
Nederland, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk (zie onderstaande
tabellen). Deze zeven landen zijn samen goed voor ruim 80% van het BBP
van de EU.
Mondiaal klimaat blijft gunstig ondanks beroering
De Europese economieën hebben 2007 sterk ingezet met een BBP-groei van
0,7% op kwartaalbasis in zowel het eurogebied als de EU. Deze expansie
werd vooral geschraagd door krachtige investeringen. In het tweede
kwartaal is de reële BBP-groei in het eurogebied vertraagd tot 0,3% op
kwartaalbasis (0,5% in de EU). Het lagere groeicijfer voor het tweede
kwartaal moet met enige omzichtigheid worden geïnterpreteerd. De
kwartaalcijfers werden immers beïnvloed door het gunstige effect van
het ongebruikelijk zachte winterweer in het eerste kwartaal op de
investeringen in de bouwsector. Guurder weer zorgde ervoor dat dit
effect omsloeg en in het tweede kwartaal tot een forse
groeiverzwakking aanleiding gaf. Het is echter ook mogelijk dat de
groei afgelopen jaar een hoogtepunt heeft bereikt en thans vertraagt,
een ontwikkeling die mogelijk wordt versterkt door het effect van de
recente beroering op de financiële markten.
De onrust die ontstond toen er zich deze zomer problemen op de
VS-markt voor risicovolle hypotheken voordeden, heeft een onordelijke
herprijzing van risico's op de mondiale vermogensmarkten
teweeggebracht. Onzekerheid omtrent de onderliggende verliezen
resulteerde in risicomijdend gedrag en leidde tot grotere spreads op
bedrijfsobligaties en tot een geringere liquiditeit en hogere
volatiliteit van diverse markten.
Aangezien de mondiale en Europese economieën algemeen genomen gezond
waren voordat de recente onrust de kop opstak, zouden zij de huidige
beroering zonder problemen moeten kunnen doorstaan, op voorwaarde
evenwel dat deze van korte duur blijkt. Momenteel wordt er zelfs van
uitgegaan dat de wereldeconomie in 2007 iets sneller zal groeien dan
in het voorjaar was voorspeld, omdat de sterkere expansie van de
opkomende economieën, en met name China, de neerwaartse bijstelling
van de groei in de Verenigde Staten ruimschoots compenseert. De
recente onrust heeft de balans van de risico's echter duidelijk naar
de neerwaartse zijde doen overhellen. Dit is vooral het geval voor de
Verenigde Staten, waar de vraag naar woningen scherp is gedaald.
Tegen deze achtergrond blijkt uit de actualisering van de
voorspellingen voor de grootste zeven EU-economieën dat de
rooskleurige vooruitzichten uit de voorjaarsprognoses grotendeels
overeind blijven. Dit is het gevolg van diverse factoren: het mondiale
economische klimaat blijft vrij gunstig; in het eerste kwartaal is de
groei hoger uitgekomen dan verwacht; de onderliggende economische
ontwikkelingen zijn nog steeds gezond; de conjunctuurindicatoren zijn
onlangs weliswaar enigszins verslechterd maar nog steeds gunstig; en
de betere arbeidsmarktsituatie zou de particuliere consumptie moeten
ondersteunen.
Verwacht wordt dat de binnenlandse vraag zowel in het eurogebied als
in de EU de drijvende kracht zal blijven achter de BBP-groei, waarbij
de productie steeds meer wordt geschraagd door de particuliere
consumptie. Deze ontwikkeling zou de aanhoudende verbetering van de
situatie op de Europese arbeidsmarkten, en met name in Duitsland,
weerspiegelen. De werkloosheid, die in de zomer zowel in de EU als in
het eurogebied tot minder dan 7% is teruggelopen, bevindt zich thans
op niveaus die sinds het begin van de jaren tachtig niet meer zijn
voorgekomen.
Verder vooruitblikkend wijzen de geactualiseerde vooruitzichten voor
2007 op een enigszins geringere groeidynamiek in 2008 dan afgelopen
voorjaar was voorspeld. Daar komt nog bij dat het effect van de onrust
op de financiële markten het komende jaar van significant belang kan
worden.
Inflatie iets hoger vanwege stijgende grondstoffenprijzen
Tot dusver is de inflatie in 2007 binnen de perken gebleven omdat er
sprake was van een gunstig basiseffect van de energieprijzen. In de
eerste helft van 2007 bedroeg de consumentenprijsinflatie in het
eurogebied 1,9%, hetgeen min of meer aansluit bij de
voorjaarsprognoses en lager is dan vorig jaar. Daartegenover staat dat
de kerninflatie tussen december 2006 en juli 2007 met 0,3 pp is
toegenomen. Deze stijging lijkt grotendeels verband te houden met de
BTW-verhoging in Duitsland.
Vooruitblikkend zijn de voorspellingen van de consumentenprijsinflatie
voor 2007 in beide zones met ongeveer 0,1 pp opwaarts herzien,
namelijk tot 2,2% in de EU en tot 2,0% in het eurogebied. Deze
opwaartse bijstelling is vooral toe te schrijven aan de hoger dan
voorspelde inflatie in het tweede kwartaal en het verwachte effect van
toenemende grondstoffenprijzen naar het einde van het jaar toe. Zo
wordt de gemiddelde prijs van ruwe Brent-olie op basis van de
ontwikkelingen op de termijnmarkt in 2007 op 68 dollar per vat
geraamd, wat 1,75 dollar meer is dan in de voorjaarsprognoses was
aangenomen.
De stijgende arbeidsproductiviteit en de scherpe internationale
prijsconcurrentie zouden de inflatie evenwel in toom moeten helpen
houden. Aangezien de striktere financieringsvoorwaarden na enige tijd
een remmend effect op de BBP-groei zullen beginnen te sorteren, zullen
de binnenlandse inflatoire spanningen vermoedelijk wegebben.
Risicobeoordeling
De sinds het voorjaar waargenomen ontwikkelingen hebben de neerwaartse
risico's voor de prognoses voor zowel de tweede helft van 2007 als
2008 doen toenemen. Het gaat daarbij vooral om de vooruitzichten voor
de VS-economie en de herbeoordeling van de posities op de financiële
markten.
Dit betekent dat de balans van de risico's thans duidelijk naar de
neerwaartse zijde overhelt.
Een meer gedetailleerd verslag is te vinden op:
http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/european_economy/2007
/interim_forecast_1107_en.pdf
---
De EU-inflatie is met 0,07 pp opwaarts herzien, maar omdat wordt
afgerond komt dit niet tot uiting in de nieuwe prognose.
European Union