European Union



IP/07/1311

Brussel, 12 september 2007

Staatssteun: Commissie opent diepgaand onderzoek naar voorgenomen subsidie voor Volvo Cars Gent

De Europese Commissie is een diepgaand onderzoek gestart naar de verenigbaarheid met de EU-regels inzake staatssteun van de subsidie van 6,02 miljoen euro van het Vlaams Gewest voor opleiding bij Volvo Cars Gent. De Commissie onderzoekt of de steun de onderneming ertoe aanzet aanvullende opleidingsactiviteiten te ondernemen. Als Volvo de opleiding in elk geval had uitgevoerd, zou de steun niet nodig zijn en zou deze exploitatiesteun vormen, welke in principe is verboden. De opening van een diepgaand onderzoek betekent dat belanghebbende partijen opmerkingen kunnen indienen over de voorgenomen maatregelen. Dit laat de uitkomst van de procedure onverlet.

EU-commissaris voor concurrentie, Neelie Kroes, verklaarde: "De Commissie steunt opleidingsactiviteiten ten volle. De steun kan echter soms opleidingskosten dekken die de onderneming in elk geval zou hebben gehad, ook zonder de steun. Wij moeten dan ook controleren of de steun daadwerkelijk tot aanvullende opleidingsactiviteiten leidt en of hij de mededinging niet verstoort."

In mei 2007 heeft België aanmelding gedaan van het voornemen van de Vlaamse regering om 6,02 miljoen euro steun te verlenen voor een opleidingsprogramma.

De steun zou worden verleend aan Volvo Cars Gent, dat deel uitmaakt van de Ford Motor Company. De fabriek, die is geopend in 1965, telt 4
800 werknemers en produceerde in 2006 240 000 auto's van het merk Volvo. De onderneming introduceert momenteel een nieuw productieplatform, dat binnen de Fordgroep de standaard moet worden voor middelgrote voertuigen. Dankzij dit meer flexibele platform hoeft Volvo Cars Gent zich niet langer te beperken tot auto's van het merk Volvo, maar kunnen er ook modellen van Ford en Jaguar worden gebouwd. De gesteunde opleidingsactiviteiten zouden in deze context plaatsvinden.

In haar voorlopige beoordeling betwijfelt de Commissie of de steun van de Belgische autoriteiten verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Het opleidingsprogramma lijkt opleidingsactiviteiten te omvatten die gewoonlijk door automobielproducenten worden ondernomen welke actief zijn op een markt die door concurrentie wordt gekenmerkt. De invoering van een nieuw productieplatform is een vaak voorkomend verschijnsel in de automobielsector, dat noodzakelijk is om de flexibiliteit en de productiviteit te verhogen en zo concurrerend te blijven. Om een nieuw platform efficiënt te benutten, moeten de werknemers worden opgeleid in de nieuwe technieken en werkmethoden die moeten worden toegepast.

Normaal gezien volstaat de marktwerking om automobielproducenten ertoe te brengen de kosten voor de introductie van een nieuw productieplatform zelf te dragen. De Commissie betwijfelt dat de steun de onderneming ertoe aanzet aanvullende opleidingsuitgaven te doen. Dat is namelijk juist het doel van opleidingssteun. Bijgevolg vreest de Commissie dat de steun niet noodzakelijk is en slechts exploitatiesteun betreft die de mededinging en het handelsverkeer op de automobielmarkt verstoort.