Supermarkten mochten worden verplicht om koel- en vriesmeubelen af te
dekken
's-Gravenhage, 12 september 2007 - Amsterdamse stadsdeelbesturen, het
bestuur van de Milieudienst IJmond en het gemeentebestuur van
Zandvoort mochten vorig jaar een aantal supermarkten verplichten hun
koel- en vriesmeubelen af te dekken om energie te besparen. Dit blijkt
uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State van vandaag (12 september 2007). De stadsdeelbesturen hadden
zogenoemde nadere eisen gesteld aan 60 filialen van Albert Heijn, Aldi
en Dekamarkt in Amsterdam om energiebesparende maatregelen uit te
voeren. Het bestuur van de Milieudienst IJmond en het gemeentebestuur
van Zandvoort hadden hetzelfde gedaan bij 32 filialen van Dekamarkt,
Albert Heijn, Vomar, Deen en Aldi in Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest,
Velsen en Zandvoort.
Volgens de bestuursorganen leidt de afdekking van koel- en
vriesmeubelen tot een aanzienlijke energiebesparing, aangezien het
energieverbruik van een supermarktfiliaal ongeveer 60% voor rekening
komt van de koeling. De desbetreffende supermarkten hadden tegen het
opleggen van deze verplichting een beroepsprocedure aangespannen bij
de Raad van State. Volgens hen ontbrak de noodzaak om deze
verplichting op te leggen en rechtvaardigde de energiesituatie binnen
hun filialen niet dat aan hen strengere eisen werden gesteld dan aan
supermarkten elders in het land. Door het afdekken van de koel- en
vriesmeubelen wordt volgens de supermarkten ook een ontoelaatbare
inbreuk gemaakt op hun winkelformule, op grond waarvan alle
supermarktbedrijven zich onderling van elkaar onderscheiden. Ook waren
zij van mening dat de periode waarin de investeringen van de afdekking
zouden worden terugverdiend, langer zou zijn dan de vijf jaar die de
regels voorschrijven.
De Raad van State concludeert in beide uitspraken dat de besturen de
betrokken supermarkten konden verplichten tot het afdekken van koel-
en vriesmeubelen. Het gaat om een rendabele, energiebesparende
maatregel, met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar. Verder
is de Raad van State van oordeel dat de stadsdeelbesturen, het bestuur
van de Milieudienst IJmond en het gemeentebestuur van Zandvoort voor
de desbetreffende supermarkten "in redelijkheid gebruik hebben gemaakt
van hun bevoegdheid door deze nadere eisen te stellen". Zo staat onder
meer de omstandigheid dat de supermarkten zijn aangesloten bij de
Meerjarenafspraak over het verbeteren van de energie-efficiency in de
supermarktsector er niet aan in de weg om over het onderwerp
energiebesparing nadere eisen te stellen.
In elf van de in totaal zestig "Amsterdamse" gevallen heeft de Raad
van State geoordeeld dat de stadsdeelbesturen niet bevoegd waren om
nadere eisen te stellen over het energieverbruik. In deze specifieke
gevallen hadden de stadsdeelbesturen van de supermarkten zelf geen
energiebesparingsplan opgevraagd of ontvangen, zodat zij zich geen
goed beeld hebben kunnen vormen van de maatregelen en voorzieningen
die een supermarkt zelf bereid is te treffen.
Tegen de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State is geen hoger beroep mogelijk.
LJ Nummers
BB3430
BB3435
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Datum actualiteit: 13 september 2007 Naar boven
Gerechtelijke organisatie