Veilig Amsterdam


Gemeente Amsterdam - Brief aan minister Klink over verkoop paddo's
13 september 2007

Brief college Amsterdam aan minister Klink van Volksgezondheid over vergunningstelsel verkoop paddoâs.

Onderwerp Paddo's smartshops

Geachte minister,

Onlangs hadden wij telefonisch contact over het te voeren beleid inzake paddo's en smartshops. Mede naar aanleiding daarvan geef ik u graag het volgende in overweging.

De ernstige paddogerelateerde incidenten die zich recentelijk hebben voorgedaan in Amsterdam zijn door de GGD Amsterdam aangegrepen om een rapportage op te stellen, die ook aan u ter kennis is gebracht. De GGD signaleert dat het aantal ambulanceritten van personen met gezondheidsklachten naar aanleiding van paddogebruik behoorlijk is toegenomen. Onder die personen zijn opvallend veel jonge buitenlandse toeristen. De GGD veronderstelt dat juist deze groep de paddo's onder andere omstandigheden consumeert, dan de gemiddelde Nederlandse gebruiker. In zoverre lijkt deze afwijking in incidenten ten opzichte van de landelijke trend verklaarbaar als een meer typisch Amsterdams probleem.

Naar aanleiding van de bovenbedoelde incidenten vindt ook op landelijk niveau discussie plaats waarbij de vraag is gesteld of de verkoop van paddo's in het geheel moet worden verboden.

Afgezien van alle gevolgen van een mogelijk verbod is het tevens de vraag of, gelet op de ervaringen van de GGD, het niet als meer een lokaal probleem moet worden gezien. Mij is op dit moment nog niet bekend wat in het CAM-rapport als ontwikkeling wordt gesignaleerd met betrekking tot het gebruik van paddo's. Mocht de uitkomst zijn dat er landelijk gezien geen significant negatief verschil is ten opzichte van enige jaren geleden, dan is dat mijns inziens temeer reden om op lokaal niveau te bekijken of maatregelen genomen kunnen worden. Dat lijkt passender dan een algeheel verbod en zou meer in lijn zijn met het Nederlandse drugsbeleid waarbij de nadruk ligt op de preventieve aanpak.

In dat verband overweegt Amsterdam, in navolging van steden als Venlo, Maastricht en Breda, de smartshops aan een vergunning te binden. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen, met name over de wijze van verkoop van paddo's en de daarop betrekking hebbende voorlichting. Daarbij gaat het er vooral om de eerste aankoop, waarbij de voorlichting over de effecten van diverse soorten paddo's essentieel is, uit te stellen. Impulsaankoop is uiterst onverstandig. Ook de omstandigheden waarin de paddo's geconsumeerd worden zijn van groot belang. Daarom lijkt het wenselijk een periode in te lassen tussen het moment naar de vraag om paddo's en de daadwerkelijke aanschaf. Een periode van 3 dagen lijkt daarbij redelijk. Binnen die periode kan de koper de informatie tot zich nemen om zo met meer kennis een bewuste keuze te maken. Voor het overige zullen de voorschriften van gelijke strekking zijn als in de bovenvermelde steden; dat wil zeggen inclusief de toets met betrekking tot het levensgedrag van de aanvrager en de Bibob-toets. Wel essentieel voor de handhaving van het vergunningstelsel is dat de inspecteurs van de Voedsel- en Warenautoriteit gedurende langere tijd participeren in de controles.

Naar mijn idee biedt een dergelijk stelsel een goed uitgangspunt om de problematiek te beheersen zonder dat dit het zicht op wat in de praktijk gebeurt verduistert.

Met vriendelijke groet,

De burgemeester van Amsterdam