Partij van de Arbeid

Den Haag, 13 september 2007

Bijdrage van het lid Depla (PvdA) aan het plenair debat Wijziging wet educatie en beroepsonderwijs invoering raden van toezicht

oftewel hoe worden de scholen in het beroepsonderwijs weer van ons allemaal

GESPROKEN WOORD GELDT!

Voorzitter,

Het wetsvoorstel regelt het interne toezicht op basis van goed bestuur binnen de instellingen voor beroepsonderwijs en volwasseneducatie, in de volksmond bij de ROC s. In het wetsvoorstel zijn bepalingen opgenomen over een branchecode voor goed bestuur, een college van bestuur, een raad van toezicht en een bestuursreglement. Volgens de Algemene Rekenkamer kan een goede inrichting van raden van toezicht in de bve-sector een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van oneigenlijk gebruik van overheidsmiddelen, zoals deze aan de orde kwam bij de hbo-fraude. Dit wetsvoorstel brengt hiertoe de benodigde scheiding aan tussen de functie van interne toezichthouder en die van bestuurder, die nu nog formeel door elkaar heenlopen. Kortom een mooi wetsvoorstel, maar bij nadere bestudering is het 12 jaar na invoering van de WEB, toch wel een erg mager wetsvoorstel en roept een aantal vragen op.

De onvrede van mensen is groot omdat ze het idee hebben dat onderwijsinstellingen, net als woningcorporaties, niet meer van ons allemaal zijn. De grote schaal, het scholen definiëren als bedrijven met bijbehorende beloning en het omvormen van verenigingen naar stichtingen hebben hier aan bijgedragen. Het wetsvoorstel past hier goed bij. Het kiest de taal van het bedrijfsleven. Colleges van bestuur, raden van toezicht, stakeholders etc. Maar gelukkig is er ook een kentering zichtbaar. Scholen en corporaties die weer op zoek gaan naar hun ideologische wortels. Emancipatiemachines, vorming en opleiding. Binding met de lokale omgeving opzoeken. Of nog mooier ze noemen zich Community Colleges. Een gemeenschap van studenten, docenten, lokale bedrijven en bestuurders.

Dus niet alleen college van bestuur en raad van toezicht en hun taken vastleggen in de wet, maar ook een aantal voorwaarden creëren waardoor de kans groter is dat die binding met de samenleving vorm krijgt. Dit vraagt wel vormen van toezicht en medezeggenschap die daarop geënt zijn. Dit moet overigens niet verward worden met het sturen via veel circulaires vanuit het departement. Ook is er een andere ontwikkeling gaande: de herwaardering van de rol van de professionals. Ook die door iedereen gewenste ontwikkeling zien we in het wetsvoorstel onvoldoende terug.

Tegen die achtergrond willen wij graag dat de raden van toezicht bemenst worden met deskundige maar ook bevlogen, betrokken mensen. We willen een raad van toezicht die daadwerkelijk toezicht houdt en qua representativiteit een afspiegeling vormt van de regio/community. Studenten, docenten, regionaal bedrijfsleven en misschien ook lokale overheid zouden op een of andere een formele positie moeten krijgen bij het vaststellen van profiel van raad van toezicht, het voordragen van leden van de raad van toezicht tot het adviseren of zelfs het hebben van een studenten- of docenten commissaris zoals we nu ook bij woningcorporaties kennen. Dit moet dan wel verankerd worden in de wet. De branchecode zet hier een paar voorzichtige stapjes. Wat de Pvda betreft te voorzichtig. Ik heb hiervoor nog geen amendement gemaakt. Ik wil de staatssecretaris oproepen hier een maand de tijd voor te nemen. Treedt in overleg en kom met een nota van wijziging of maak niet vrijblijvende afspraken met de ROC s. Graag uw reactie of u hiertoe bereid bent.

Daarnaast moet de medezeggenschap goed geregeld worden. Nu 12 jaar na vaststelling van de WEB is er nog steeds geen aangepaste wet op de medezeggenschap voor studenten en leraren. En dat is wel noodzakelijk. ROC s zijn stichtingen, en met de woorden van oud Minister Winsemius te spreken: het zijn zelf benoemde regenten. Als ze het goed doen is het geweldig, maar als we ontevreden zijn staan we met legen handen. Wanneer kunnen we die medezeggenschapswetten verwachten?

Maar het gaat niet alleen om een bevlogen en betrokken in de samenleving verankerde school. Het gaat natuurlijk in de allereerste plaats natuurlijk om kwaliteit van het onderwijs. Goed bestuur en toezicht hebben alles met elkaar te maken. Een goede toezichthouder zorgt voor een goed bestuur. Een goed bestuur zorgt dat de kwaliteit van het onderwijs, de examens en de kwaliteitzorg op orde is. Motiveert docenten, zorgt voor bijscholing en gaat zorgvuldig met de centen om. Dus als dat bestuur en het toezicht goed is, is het werk van de inspectie een fluitje van een cent.

Maar als het bestuur en de raad van toezicht niet goed functioneert en de kwaliteit van het onderwijs in het geding is, is er niets in deze wet geregeld om in te grijpen. De branchecode biedt dan onvoldoende soulaas. Een ervaring bij een woningcorporatie leerde dat iedereen was uitgepraat toen de corporatie zich ook niks van de uitspraak van de brancheorganisatie aantrok. Maar ook in het onderwijs hadden we een aantal recente discussies, waarbij het problematisch is gebleken om in geval van wanbestuur snel en effectief in te grijpen om kwalitatief goed onderwijs voor leerlingen te waarborgen. De PvdA hecht veel waarde aan de kwaliteit. We willen daarom dat er in de wet ook een bepaling wordt opgenomen wie er op kan treden bij wanbestuur. Mag net als bij de woningcorporaties de minister een bewindvoeder aanstellen. Of krijgt minister bevoegdheid om een raad van bestuur naar huis te sturen of schakelen we de ondernemingskamer in. Ook hier nog geen amendement gemaakt. Ik wil de Staatssecretaris vragen om na overleg met het veld met een voorstel te komen. Dan schorten we de behandeling van het wetsvoorstel een maand op. En maken het dan af.

Misschien is deze aanpak ook een mooie oplossing om de tweeslachtige manier waarop de overheid de kwaliteit van het onderwijs wil bewaken te beëindigen. Ten eerste bewaken we de kwaliteit via de inspectie en de financiering. Ten tweede zetten we de eerste schrede op het versterken van goed bestuur en het versterken van horizontaal toezicht, in ouderwets Nederlands: medezeggenschap van studenten en docenten en bedrijfsleven. Nu is het een mix van beide. Dit leidt tot veel drukte, administratieve rompslomp, veel ergernis en juist tot het ontbreken van effectief instrumentarium als de kwaliteit onvoldoende is. Het intrekken van de subsidie of de licentie, als school niet reageert op kritiek van de inspectie, lijkt een effectief wapen. Maar het is een soort doodstraf die niet snel wordt toegepast. Een school sluiten kan betekenen dat een hele regio geen school meer heeft. Zachtere maatregelen, zoals het wegsturen van de raad van toezicht of het benoemen van een bewindvoerder en/of het intrekken van een licentie van een deelopleiding kunnen in een vroeger stadium worden genomen. De kwaliteit zakt minder ver weg, verbeteringen worden sneller ingezet. En dat verdienen onze studenten. Graag uw reactie.

Tot slot wil ik opmerken dat het misverstand niet mag ontstaan dat ik de gouvernance code van de BVE sector slecht vindt. Vele sectoren zouden er een voorbeeld aan moeten nemen. Dit laat onverlet dat er dus nog een aantal zaken geregeld moeten worden.