Begroting 2008 Ruimte en Milieu: trendbreuk met het verleden
18-09-2007
In 2020 zal de uitstoot van broeikasgassen zijn verminderd met 30% ten
opzichte van 1990; het energiebesparingspercentage gaat de komende
jaren van 1 naar 2% per jaar; het aandeel hernieuwbare energiebronnen
gaat van 2 à 3% nu naar 20% in 2020. Deze ambitieuze doelstellingen
vormen het uitgangspunt van de milieubegroting van minister Cramer van
Ruimte en Milieu voor 2008.
'Ambitieus, maar ik ga er van uit dat we deze doelstellingen in 2020
halen. Alle sectoren in de maatschappij zullen en willen daaraan
bijdragen. Ik ben er van overtuigd dat het mogelijk is om economische
groei te laten samengaan met een schoner milieu. Met de maatregelen
uit het programma 'Schoon en Zuinig' gaan we een trendbreuk
realiseren', aldus minister Cramer.
Nieuwe energie voor het klimaat (werkprogramma 'Schoon en Zuinig')
Het werkprogramma 'Schoon en Zuinig', getiteld 'Nieuwe energie voor
het klimaat', dat tegelijkertijd met de begroting naar de Tweede Kamer
is gestuurd, is naast minister Cramer ondertekend door minister Van
der Hoeven van Economische Zaken, minister Vogelaar van Wonen, Wijken
en Integratie, minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat, minister
Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, staatssecretaris De
Jager van Financiën en staatssecretaris Timmermans voor Europese
Zaken.
Het werkprogramma bevat de maatregelen die het kabinet voor ogen staan
om de ambitieuze doelstellingen te halen. Hiervoor is in 2008
rijksbreed 140 miljoen euro extra beschikbaar, oplopend naar 500
miljoen (naast het bestaande budget van 1,3 miljard euro).
Het kabinet zet verschillende beleidsinstrumenten in: marktprikkels
(de vervuiler betaalt), normen (bijvoorbeeld energieverbruikseisen
voor verlichting, apparaten en auto's), tijdelijke stimulering
(bijvoorbeeld subsidies voor duurzame energie), innovatie (waarbij
energietransitie centraal staat) en klimaat- en energiediplomatie
(lobbyen in Brussel). Elke sector komt daarbij aan bod.
* Gebouwde omgeving
+ het rijk draagt financieel bij aan de uitvoering van het plan
Meer met minder dat samen met energiebedrijven,
woningcorporaties en bouwbdrijven zal worden uitgevoerd. Het
plan richt zich op energiebesparing in bestaande gebouwen en
woningen. Met dit plan zullen in 2011 500.000 gebouwen en
woningen zijn gerenoveerd en energiezuiniger gemaakt.
+ er komt een subsidieregeling voor duurzame energie
(zonneboilers, warmtepompen en zonnepanelen), waarmee 100.000
bestaande woningen gebruik kunnen maken van duurzame
energievoorzieningen.
+ voor nieuwbouw wordt de energieprestatiecoëfficiënt (dat zijn
de minimumeisen op het gebied van energiezuinigheid)
aangescherpt van 0,8% nu naar 0,6% in 2011 en naar 0,4% in
2015. Het komt er dus op neer dat nieuwe woningen de helft
energiezuiniger worden dan nu. Uiteindelijk, in 2020, moet de
nieuwbouw energieneutraal zijn.
* Energiesector
+ er komt een nieuwe subsidieregeling voor grootschalig
duurzame energie, de Stimuleringsregeling duurzame
energieproductie (SDE), als opvolger van de MEP. Hiermee
wordt geïnvesteerd in onder andere windenergie. Om de doelen
te kunnen halen is het nodig de komende 4 jaar windenergie op
land te verdubbelen en wind op zee te stimuleren.
+ er wordt ingezet op twee demonstratieprojecten voor de afvang
en opslag van CO bij kolencentrales, als onderdeel van een
Europees programma.
* Industriesector
+ de afspraken over energiebesparing in de bestaande
convenanten met de industrie worden aangescherpt. Het kabinet
wil dat er een resultaatsverplichting voor verbetering van de
energie-efficiëntie binnen het bedrijf komt van 20% in 2020
ten opzichte van 2005. Daarnaast moet nog eens 10% energie
worden bespaard in de rest van de keten.
+ er worden in 10 branches programmas gestart om tot 50%
energiebesparing in de keten te komen in 2030. Koplopers
hierbij zijn de papierindustrie en de chemie.
* Verkeer en vervoer
+ het verplichte percentage bijmenging van biobrandstoffen (nu
2%) zal na 2010 toenemen tot 5,75%. Vanaf 2008 geldt een
rapportageverplichting voor biomassa gebruikt voor
elektriciteit en brandstoffen over de duurzaamheid van de
biomassa.
+ de belastingen worden verder vergroend; klimaatvriendelijk
gedrag wordt beloond, vervuilend gedrag wordt duurder. De
aankoopbelasting voor zuinige autos wordt verlaagd.
+ het zuiniger maken van voertuigen (personen- en
vrachtvoertuigen) door het stimuleren van innovaties in
voertuigen en brandstoffen en door Europese normstelling voor
de CO -uitstoot.
* Land- en tuinbouw
+ het subsidieprogramma voor de bouw van energiezuinige kassen
wordt geïntensiveerd.
+ de overige broeikasgassen zoals methaan en lachgas worden
aangepakt door maatregelen in veevoeding, huisvesting en
precisielandbouw/-bemesting.
Bijna de helft van de Nederlandse broeikasgasemissies valt onder het
Europese systeem van emissiehandel. Daarom gaat het kabinet in Brussel
pleiten voor een ambitieus en sterk verbeterd emissiehandelssysteem.
Een reductie van 30% moet ook in het Europese emissiehandelssysteem de
doelstelling zijn.
Het kabinet wil ook kansen grijpen. Een klimaatvriendelijke economie
is ook een concurrerende economie. Nederland kan een koploperspositie
in de wereld veroveren bij het ontwikkelen van nieuwe, schone
technieken. Het kabinet sluit hier aan op het werk dat in het kader
van de EnergieTransitie in samenwerking met marktpartijen is verricht.
Ruimtelijke ontwikkeling
Minister Cramer geeft prioriteit aan het tegengaan van verrommeling
van het landschap en het klimaatbestendig inrichten van Nederland.
Enkele concrete maatregelen in 2008 hiervoor zijn:
* om de kwaliteit in Nationale Landschappen te waarborgen worden
planologische kaders voor het bouwen opgesteld die ook doorwerken
in de ruimtelijke plannen van provincies en gemeenten; er worden
10 snelwegpanorama's aangewezen, waar het vrije uitzicht op het
landschap wordt veiliggesteld;
* herstructurering van bedrijventerreinen wordt aantrekkelijker
gemaakt door knelpunten in (bijvoorbeeld fiscale) regelgeving waar
mogelijk weg te nemen, door stimuleringsmaatregelen en door
versterking van kennis en ervaring; het rijk ontwikkelt financiële
instrumenten (verevening), waarmee de relatie tussen oude en
nieuwe bedrijventerreinen op regionaal niveau beter kan worden
gelegd: herstructureren en intensiveren hebben voorrang op nieuwe
lokaties;
* VROM voert samen met LNV, V&W, kennisinstituten en regionale
partijen het praktijkgerichte onderzoeksprogramma 'Kennis voor
klimaat' uit, en met mede-overheden worden afspraken gemaakt over
een klimaatbestendige ruimtelijke inrichting;
* uit de 1 miljard euro die door het kabinet is gereserveerd voor
uitvoering van de Nota Ruimte wordt geïnvesteerd in grote
ruimtelijke opgaven, zoals in Almere en Zuidplaspolder;
* er komt als onderdeel van het Urgentieprogramma en aansluitend op
de Nota Ruimte een integrale visie over de Randstad in 2040, die
in beeld brengt hoe het kabinet anticipeert op de opgaven voor de
lange termijn.
Figuur: Verdeling uitgaven begroting 2008; totaal Ruimte en Milieu
circa EUR 1,3 miljard
Taartpunten van de verdeling van de uitgaven van de begroting 2008
voor ruimte en milieu
Download
Zie het origineel