Ministerie van Defensie

Ministerie van Defensie

Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88

Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 18 september 2007
Ons kenmerk D/2007025777
Onderwerp Antwoorden op vragen van het lid Peters (Groen Links) aan de minister van Defensie over de duur van de Nederlandse bijdrage aan de ISAF-missie in Uruzgan (2060724820)

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op vragen van het lid Peters (Groen Links) over de duur van de Nederlandse bijdrage aan de ISAF-missie in Uruzgan (Ingezonden 7 september 2007).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Pagina 1/3

Ministerie van Defensie

Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Defensie over de duur van de Nederlandse bijdrage aan de ISAF-missie in Uruzgan (Ingezonden 7 september 2007, 2060724820).

1. Bent u op de hoogte van de stelling van voormalig minister van Defensie, de heer Kamp, in zijn weblog dat de Nederlandse bijdrage aan de ISAF-missie in Uruzgan niet langer dan twee jaar zou duren? 1)

Ja.

2. Klopt het dat de belangrijkste voorwaarde voor deelname van Nederland was dat de Navo accepteerde dat de Nederlandse bijdrage twee jaar zou duren en dat opvolging "niet een Nederlandse maar een Navo-verantwoordelijkheid" was, en dat de toen gemaakte afspraken schriftelijk zijn bevestigd?

Een belangrijke voorwaarde voor deelneming van Nederland aan de ISAF-missie in Uruzgan was destijds de toezegging dat de opvolging van Nederland een verantwoordelijkheid van de Navo is. Deze toezegging is destijds door SACEUR schriftelijk gedaan aan de commandant der Strijdkrachten.

3. Wilt u de Kamer in kennis stellen van deze schriftelijke afspraken?

Het betreft een vertrouwelijke brief van SACEUR aan de Commandant der Strijdkrachten. Als gezegd bevat deze brief de schriftelijke toezegging dat de opvolging van Nederland in Uruzgan een verantwoordelijkheid is van de Navo als collectief.

4. Betekent dit dat Nederland niet gehouden is om zelf pogingen in het werk te stellen om een land te vinden dat bereid is een of het aandeel van de Nederlandse troepen in de hierboven genoemde missie over te nemen?

De Navo is verantwoordelijk, als collectief, zeker te stellen dat aan de behoeftestelling (in Uruzgan en elders) wordt voldaan. Inmiddels is van de Navo een verzoek ontvangen om ook na augustus 2008 actief te blijven in Uruzgan. Op basis van dit verzoek, en op basis van het feit dat Nederland deel uitmaakt van de Navo, onderzoekt de regering ook zelf de mogelijkheid en wenselijkheid om na 1 augustus, al dan niet in gewijzigde vorm, een bijdrage te leveren aan de ISAF-missie in Uruzgan. Daartoe behoort ook het voeren van gesprekken met partners over het mogelijk overnemen van een deel van de Nederlandse taken in Uruzgan. Die gesprekken worden zowel door de Navo als door Nederland gevoerd.

Pagina 2/3

Ministerie van Defensie

5. Hoe beoordeelt u deze uitlatingen van uw ambtsvoorganger?

De desbetreffende uitspraken zijn voor rekening van het Tweede-Kamerlid Kamp. Destijds is in het debat over de deelneming aan de ISAF-missie (Kamerstuk 27925, nr. 207) door de regering gesteld dat een toezegging is gedaan voor twee jaar, dat de regering terug zou komen bij de Kamer als blijkt dat het langer dan twee jaar gaat duren en dat er dan een nieuwe artikel-100-procedure wordt gestart. Het huidige onderzoek van de regering naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een bijdrage aan ISAF in Uruzgan na 1 augustus 2008, al dan niet in gewijzigde vorm, vindt dan ook plaats binnen de kaders die destijds zijn geschetst.

1) Weblog Henk Kamp, 3 september 2007, http://www.henkkamp.nl/

Pagina 3/3


---- --