Ingezonden persbericht


Goede voornemens, maar wie gaat het doen en betalen?

Reactie KNMG op Kabinetsbeleid volksgezondheid 2008

Utrecht, 18 september 2007 - De artsenfederatie KNMG is ingenomen met de beleidsvoornemens, die overigens al grotendeels bekend waren toen dit kabinet aantrad. Kernbegrippen: kwalitatief goede zorg, preventie, innovatie, plezier in het werk. De begroting wordt vooral bepaald door het motto dat de zorg betaalbaar moet blijven. Met andere woorden: per saldo komt er praktisch niets bij. Het goede nieuws: meer handen aan het bed in de care, een actieplan arbeidsmarktbeleid zorg, meer geld voor de extramurale zorg, en enkele - al toegezegde - uitbreidingen van het pakket. Negatieve punten: geen extra geld voor preventie, nauwelijks geld voor kwaliteits- en veiligheidsverbetering en voor innovatie.

De bewindslieden zetten in de beleidsagenda in op een grote koerswijziging: "na de invoering van het nieuwe zorgstelsel is het nu tijd om aandacht te besteden aan de inhoudelijke kant van de zorg; daarvoor zullen de randvoorwaarden moeten worden gecreëerd". Een veelbelovend begin, met veel nadruk op het enorme belang van gezondheidsbevordering en preventie, de keuzevrijheid en rechten van de patiënt, en compassie, aandacht, respect en eigenwaarde (zoals de bewindslieden zelf schrijven) in de langdurige zorg. Er moet meer samenhang en coördinatie in de zorgketen komen, en er zijn grote doelen afgesproken met het veld op het gebied van patiëntveiligheid en kwaliteit. Na lezing van de begroting is wel de vraag wie dat allemaal betaalt. De overheid wijst voor de uitvoering vooral naar het zorgveld en de maatschappelijke organisaties - overigens niet ten onrechte - maar stelt daarvoor wel weinig financiële middelen ter beschikking. Met uitzondering van de pluspunten - aandacht voor de arbeidsmarktproblematiek, met name in de care, meer geld voor de extramurale zorg, uitbreiding van het basispakket - zijn er weinig stimulerende maatregelen te vinden. De speerpunten gezondheidsbevordering en innovatie komen er uitermate bekaaid van af. Dat betekent dat het veld zelf in de buidel moet tasten, innovaties moet ontwikkelen en de meeste grote vraagstukken moet zien op te lossen. Een grote opgave, vooral nu VWS zijn verantwoordelijkheid om de noodzakelijke randvoorwaarden te scheppen, niet lijkt te nemen.

Noot voor de redactie,