PwC: Belastingplan gemiste kans om concurrentiepositie te versterken

18/09/2007 20:36



Price Waterhouse Coopers B.V.



Den Haag, 18 september 2007 - Het Belastingplan 2008 is een gemiste kans om de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Er is een keur aan maatregelen, soms ten faveure maar helaas vaker ten nadele van het bedrijfsleven. Teneinde onze internationale concurrentiepositie te herstellen, waren de fiscale maatregelen de laatste jaren met name gericht op de belastingdruk voor bedrijven. "Een verlaging van de belastingdruk op arbeidsinkomens zou een volgende logische stap zijn geweest om de belastingdruk voor bedrijven te matigen en de concurrentiepositie van Nederland ook daadwerkelijk verder te verbeteren", zegt Roland Brandsma, hoofd van het Wetenschappelijk Bureau van PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs, in een eerste reactie op het Belastingplan 2008.

Eerder heeft PricewaterhouseCoopers gewezen op het belang van maatregelen die de loonkosten van werknemers verlagen. Nederland is weliswaar wereldwijd een middenmotor bij zowel de winstbelastingen als bij de totale belastingdruk voor bedrijven, zoals blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van de Wereldbank en PricewaterhouseCoopers. Echter, bij de belastingdruk op het inkomen zit Nederland ruim boven het OESO-gemiddelde van ruim 26 procent.

Brandsma zegt hierover: "Zorgelijke cijfers voor een land dat zich internationaal graag presenteert als een gunstige vestigingsplaats voor bedrijven. Nu kan men denken dat de belastingdruk op inkomen niet van belang is voor buitenlandse bedrijven die overwegen om zich in Nederland te vestigen, maar dat is slechts schijn. De belastingdruk die de werknemers ervaren werkt indirect door in de loonkosten. Het is immers een bekend gegeven dat werknemers proberen om de op hun drukkende lasten zo veel mogelijk af te wentelen. Afwentelen kunnen ze maar op één manier, namelijk door de bedrijven waarvoor ze werken hogere salarissen te laten betalen. Zodoende moeten de bedrijven ervoor zorgen dat hun werknemers netto voldoende mee naar huis krijgen om rond te komen."

Brandsma vervolgt: "Daarmee leiden deze zogenaamde 'verborgen kosten' dus tot een hoger salarisniveau, waardoor we duurder worden ten opzichte van de landen om ons heen. Dat staat haaks op de sinds jaar en dag in Nederland beleden loonmatiging die goed is voor onze internationale concurrentiepositie, en het zorgt er dus mede voor dat de lonen veel meer moeten worden gematigd dan anders noodzakelijk zou zijn."

Een verlaging van de belastingdruk op inkomens (en dat vooral van werknemers) zou volgens Brandsma de volgende logische stap zijn om de belastingdruk voor bedrijven te matigen en de concurrentiepositie van Nederland verder te verbeteren."In het Belastingplan 2008 vind ik dat slechts in beperkte mate terug. Enerzijds door de beperkte uitruil van de algemene heffingskorting voor een verhoogde arbeidskorting. Anderzijds door de verhoging van de arbeidskorting speciaal gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt. Dit moet het voor werkzoekenden aantrekkelijker maken om de arbeidsmarkt te betreden. Niettemin, het Belastingplan 2008 mist maatregelen om juist ook de hoogopgeleide kenniswerker voor Nederland te behouden. Maatregelen die de salariskosten voor de ondernemer beperken zonder nadelige effecten voor de werknemer.

Volgens Brandsma zijn er ook lichtpuntjes. "Voor het MKB is de verlenging van de eerste twee tariefschijven in de vennootschapsbelasting, waardoor effectief de vennootschapsbelasting tot een winst van 200.000 euro daalt, zeer aantrekkelijk. Tevens kan straks de overstap van de ene onderneming naar de andere onderneming zonder belastingheffing verlopen, waardoor ondernemers worden gestimuleerd om een nieuwe onderneming te starten als de oude wordt gestaakt."Helaas is de zogeheten MKBwinstvrijstelling waardoor de inkomstenbelasting gelijke tred blijft houden met de tarieven in de vennootschapsbelasting niet aangepast."

Brandsma ten slotte: "Het internationale bedrijfsleven rekenden erop dat de staatssecretaris zijn belofte om de regeling over de uitkeringen van winsten van dochtervennootschappen - de deelnemingsvrijstelling in vakjargon - te verduidelijken, zou nakomen. Helaas is dat (nog) niet gebeurd. Wederom een gemiste kans, daar nu een stuk onzekerheid boven de markt blijft hangen. En ook dat komt het Nederlandse vestigingsklimaat niet ten goede. Wellicht komt die duidelijkheid er tijdens de beschouwingen wel."





http://www.pwc.nl/prinsjesdag