Vrije Universiteit Amsterdam

Hormoonbehandeling helpt vrouwen in overgang

Hormoonbehandeling bij vrouwen in de overgang kan de kans op hart- en vaatziekten verkleinen, maar geeft een verhoogd risico op trombose. De toediening van hormonen door een pleister of een neusspray kan het risico van trombose verkleinen. Gynaecoloog in opleiding Majoie Hemelaar bestudeerde de effecten van hormoonbehandeling bij vrouwen in de overgang. Zij promoveert vrijdag 21 september bij VU medisch centrum.

Vrouwen in de overgang hebben vaak klachten zoals opvliegers. Hormoonbehandeling kan hier verlichting bieden. Tevens tonen verschillende onderzoeken aan dat hormoonbehandeling bij vrouwen kort na de overgang de kans op hart- en vaatziekten lijkt te verkleinen. Maar met het gebruik van hormonen in de vorm van een pil, net als bij de anticonceptiepil, is er een verhoogd risico op veneuze trombose (trombosebeen en longembolie). Dit risico is echter kleiner bij hormoonbehandeling met een pleister in plaats van een pil. Ook voor risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals cholesterol, zijn er verschillen aangetoond tussen de diverse toedieningsvormen.

Majoie Hemelaar onderzocht de effecten van niet-orale hormoonbehandeling, met een pleister of een neusspray, op verschillende risicofactoren voor hart- en vaatziekten en veneuze trombose. Beide toedieningsvormen werden vergeleken met orale toediening via een pil. Hemelaar vond dat niet-orale toediening minder negatieve effecten heeft op belangrijke risicofactoren zoals ontsteking en bloedstolling. Anderzijds lieten de pleister en de neusspray ook een minder sterk positief effect zien op andere risicofactoren, zoals cholesterol en een aantal andere stollingsfactoren.

De resultaten geven aan dat niet-orale hormoonbehandeling niet gepaard lijkt te gaan met een verhoogd risico op het ontstaan van veneuze trombose. Daarnaast vond Hemelaar dat het gebruik van een pleister en een neusspray een minder sterke invloed heeft, in vergelijking met een pil, op zowel mogelijk schadelijke als gunstige effecten op hart- en vaatziekten. Deze verschillen tussen toedieningsvormen zijn van belang bij het voorschrijven van hormoonbehandeling aan vrouwen in of na de overgang.