Buitenlandse Zaken België


Datum: 21/09/2007

Reactie van Minister De Gucht op 21 september, Dag van de Vrede Vandaag, vrijdag 21 september, is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Internationale Dag van de Vrede. Ook voor België is dit een gelegenheid om onze initiatieven op vredesvlak toe te lichten en het belang ervan te onderstrepen. Vrede is immers verre van vanzelfsprekend, en het is dat wereldwijd steeds minder. In 2006 werden er 35 politieke conflicten met buitensporig geweld uitgevochten, waarvan er 6 zonder meer als oorlog bestempeld moeten worden.

Ons beleid inzake conflictpreventie en vredesopbouw vertrekt steeds vanuit de globale benadering van Human Security: niet de staat maar de mens staat centraal in de aanpak van oorlog en onveiligheid.

Het globale, ongrijpbare karakter van conflicten vraagt ook om een efficiënte multilaterale aanpak, waar België zowel op EU-vlak als binnen de internationale instellingen pleitbezorger van is. Als niet-permanent lid van de VN-Veiligheidsraad krijgt ons land de kans mee te wegen op het debat over internationale crisissen als Soedan, Haïti, Kosovo of Libanon. Het laat ons ook toe eigen aandachtspunten op de agenda te plaatsen, zoals bv. de thematiek rond de illegale exploitatie van natuurlijke rijkdommen als oorzaak van en brandstof voor conflicten.

Vrede vraagt naast politieke inspanningen ook om een militair engagement. België heeft op dit moment meer dan 1200 militairen op het terrein voor het stabiliseren van de toestand o.m. in Kosovo, Afghanistan en Libanon. De beslissing om ook militairen ter beschikking te stellen voor de Europese Missie in Tsjaad werd onlangs genomen.

Toch volstaan louter militaire instrumenten niet. Ook van de inzet van civiele crisisbeheersingsinstrumenten maakt ons land een prioriteit. Het gaat hierbij om de inzet van een brede waaier van gespecialiseerde civiele capaciteiten zoals politie, douane, civiele administratie en civiele bescherming. België heeft de ambitie om aan dergelijke zendingen binnen een EU-kader actief deel te nemen.

Humanitaire ontwapening is een andere invalshoek waarin ons land een indrukwekkende staat van dienst heeft. Het speelde een voorstrekkersrol bij het uitwerken van de Conventie van Ottawa over het verbod op antipersoonsmijnen en doet dat ook in de strijd tegen de proliferatie van en de illegale handel in kleine en lichte wapens. België steunt actief het Oslo-proces tegen het gebruik van clustermunitie, is vooralsnog het enige land met een nationale wet daarover en zal op 30 oktober aanstaande een pan-Europese conferentie organiseren over dit, helaas, steeds actuelere onderwerp.

Ook enkele beleidsinstrumenten van het departement Buitenlandse Zaken, samen goed voor 26.364.000 euro, werden aangepast aan een coherent vredesbeleid met de oprichting van de Dienst Vredesopbouw. Een prioriteit van deze dienst is de ondersteuning van de staatsinstellingen in pre- en pos-conflictlanden.

Boven alles hamert ons land steeds opnieuw op het belang van goed bestuur en politieke verantwoordelijkheid voor blijvende vrede. Alleen dat kan de basis leggen voor de nodige economische ontwikkeling, een stevige rechtsstaat en dus voor een duurzame vrede.