Radboud Universiteit Nijmegen


Internationale conferentie over exoten
Geen generaal pardon voor biologische immigranten

Van muskusrat tot grote waternavel, steeds meer planten en dieren koloniseren nieuwe ecosystemen. Alleen al in Nederland bedraagt de opruimschade 1,3 miljard euro. Van 23 tot en met 27 september zoeken vertegenwoordigers uit de wetenschap, visserij, water- en natuurbeheer en overheid naar oplossingen tijdens een internationale conferentie in Nijmegen over invasieve waterplanten- en dieren.

Met de globalisering nemen ook biologische invasies toe. Met schepen, treinen, vliegtuigen en door de aanleg van kanalen komen steeds meer biologische immigranten in een nieuw ecosysteem zonder natuurlijke vijanden. Daar kunnen ze zich ongestoord vermenigvuldigen, wat vaak leidt tot ecologische, economische en gezondheidsschade. Voor Nederland alleen al bedraagt de exotenschade 1,3 miljard, becijferde het CBS in 2006.

Tijdens het vijftiende International Conference on Aquatic Invasive Species komen vierhonderd deskundigen uit meer dan dertig landen in Nijmegen bijeen om te praten over preventie en oplossingen. De conferentie duurt van 23 tot en met 27 september en wordt georganiseerd door het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) en ondersteund door onder meer de Radboud Universiteit Nijmegen. Het symposium is niet louter wetenschappelijk, de deelnemers komen van onderzoeksinstituten, ministeries, natuurbeschermingsorganisaties en visserijverenigingen. Er zijn wetenschappelijke sessies over waterplanten, weekdieren, kreeftachtigen, schelpdieren en nieuwe technieken voor preventie en bestrijding. Daarnaast discussiëren de deelnemers over beleid, regelgeving en educatie.

Rijn en Rotterdamse haven bronnen voor nieuwe invasies? Voor de exotenweek bestaat veel belangstelling uit Noord-Amerika. Op de lijst met deelnemers bevinden zich medewerkers van Ontario Power generation, Transport Canada, US Coast Guard en acht Noord-Amerikaanse visserij-instituten en natuurorganisaties. De Noord-Amerikaanse interesse is gestoeld op de Rijn en Rotterdamse haven als bronnen van nieuwe invasies in Noord-Amerika en op de Nederlandse ecologische kennis. Het RIZA beschikt over expertise van waterexoten in de Zeeuwse Delta ende zoete en brakke rijkswateren waaronder het IJsselmeer.

Binnen het Institute for Wetland and Water Research van de Radboud Universiteit is dr. Rob Leuven kenner van ecologische risicobeoordeling in rivierstroomgebieden. Dr. Gerard van der Velde kent de invasieve soorten in de Rijn, Waal en vennen. De Rijn is een belangrijke route voor immigranten. Van der Velde heeft de invasies beschreven van de Kaspische slijkgarnaal, die via het Mittellandkanaal de Rijn binnenkwam in 1987, en de Kaspische vlokreeft, die Nederland in 1994 of 1995 heeft bereikt na de aanleg van het Main-Donau-kanaal.


De Rotterdamse haven vormt de tweede aanleiding voor de transatlantische interesse. De haven is intermediair voor vele plagen. Rotterdam exporteert jaarlijks 70 miljoen kubieke meter ballastwater, met daarin allerlei biologische verstekelingen. In de VS is het inmiddels verboden ballastwater mee te nemen in het binnenwater - het moet in de oceaan gelost worden.

Eén zo'n verstekeling was de driehoeksmossel (zie afbeelding). Dit schelpdier kwam in de negentiende eeuw vanuit Zuidoost-Rusland hier terecht en heeft in 1988 de Grote Meren op de grens van Canada en de VS gekoloniseerd. De mossel levert daar - en in ons land - een miljoenenschade op. De geelbruin gestreepte schelpdieren - daarom ook wel zebramossel genoemd - hechten zich met duizenden tegelijk aan de binnenkant van leidingen. Beheerders van energiecentrales moeten regelmatig het koelsysteem stilleggen om verstopte leidingen schoon te maken.

Economische schade en gezondheidsproblemen
Als biologische immigranten de inheemse soorten verdringen, neemt bovendien de biodiversiteit af. Zo heeft de Japanse oester in de Oosterschelde de Hollandse oester verjaagd, Chinese wolhandkrabben hebben het IJsselmeer gekoloniseerd en de Kaspische vlokreeft floreert ten koste van inheemse vlokreeften in de Rijn. In Nederland is de afgelopen eeuw het aantal exotische plant- en diersoorten meer dan verdubbeld. Gerard van der Velde schat dat Nederland nu meer dan honderd zoetwaterexoten kent en nog eens honderd langs de kust. Sommige nieuwkomers zijn doelbewust ingevoerd, zo is de Japanse oester door vissers geïmporteerd na een paar slechte jaren met de Zeeuwse platte oester. Recente exoten zijn de grote waternavel en de tijgermug. Sinds de eeuwwisseling woekert de grote waternavel in Nederlandse sloten, de plant verdringt andere planten en kan waterafvoer stremmen doordat losse planten zich ophopen bij dammen en gemalen. In 2006 werden vierhonderd tijgermuggen aangetroffen die drager kunnen zijn van wel dertig ziekteverwekkende virussen zoals knokkelkoorts en het westnijlvirus. Larven van de tijgermug liften mee met de import van bamboe uit China. Het ministerie van LNV heeft verordonneerd dat volgend jaar bamboe op gel vrij moet zijn van tijgermuglarven en -eitjes.

Raad voor biologische veiligheid
Momenteel werkt het ministerie van LNV aan de nota Invasieve Soorten, diemoet uitmonden in een raad voor biologische veiligheid. Heel verstandig, vindt Van der Velde. 'Je moet ergens een centraal bureau hebben dat de verspreiding in de gaten houdt. Iemand die ziet dat zijn sloot met een vreemd kroos dichtgroeit, moet dat kunnen melden.'


15th International Conference on Aquatic Invasive Species 23 september 2007 tot 27 september 2007, Vereeniging, Nijmegen

Contactpersonen:
Prof. dr. Gerard van der Velde, tel. 024-3652621, email: g.vandervelde@science.ru.nl Dr. Rob Leuven, tel. 024-3652096, email: r.leuven@science.ru.nl

Institute for Wetland and Water Research Radboud Universiteit Nijmegen

Afbeelding: Gerard van der Velde spot immigranten bij de Waal