Rathenau Instituut


27 september 2007: Publieksonderzoek: stevig draagvlak voor inzet RFID-data bij opsporing

PERSBERICHT

DEN HAAG, 27 SEPTEMBER 2007

Een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt het goed dat OV-chipkaart-reisgegevens worden ingezet bij de opsporing van getuigen (61%) en verdachten (72%). Ook mogen de digitale foto's (56%) en vingerafdrukken (66%) uit het nieuwe paspoort in een centrale database worden opgeslagen voor opsporing. Een kleine meerderheid (52%) vindt het geen probleem dat de gegevens internationaal worden uitgewisseld voor terrorismebestrijding. Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek naar het RFID-bewustzijn van consumenten van het Rathenau Instituut, de Consumentenbond en de ECP.nl, dat vandaag verschijnt.

Het paspoort en de OV-chipkaart zijn twee voorbeelden van RFID (Radio Frequency IDentification): op afstand uitleesbare chips die elke dag en door iedereen gebruikt worden voor betaling, toegang en identificatie. Het onderzoek, dat bestond uit vier focusgroepen en een enquête onder tweeduizend mensen, wees uit dat slechts een minderheid van de bevolking bekend is met de term RFID (39%). Toch gebruikt vrijwel elke Nederlander (98%) één of meerder RFID's: een kantoorpas, een chip in het huisdier, een OV-chipkaart of biometrisch paspoort.

Ook al roept de term RFID bij menigeen in eerste instantie een `Big Brother-gevoel' op, een meerderheid ziet vooral voordelen in de controlemogelijkheden ervan: bij het biometrisch paspoort en de OV-chipkaart is de verhouding over het algemeen 60 % voor en 20% tegen inzet van RFID voor opsporing.

74% van de respondenten kent het biometrisch paspoort. Zij die er al één hebben (23%), gaf slechts 30% aan geïnformeerd te zijn over het bestaan van de foto op de chip. 94% van de ondervraagden heeft geen bezwaar tegen de toevoeging (vanaf 2009) van vingerafdrukken aan het paspoort. Opmerkelijk genoeg bleek het vertrouwen in de technologie laag. Liefst 68% van de respondenten is van mening dat het een kwestie van tijd is totdat ook dit nieuwe paspoort na te maken is. Slechts 1% dacht dat het onmogelijk is om het nieuwe paspoort na te maken.

De OV-chipkaart geniet meer bekendheid dan het nieuwe paspoort, maar minder gebruikers: 89% kent de kaart, 7% heeft hem al. Van hen heeft 80% een persoonlijke kaart. De ervaringen met de kaart zijn voornamelijk positief. Van de mensen die de kaart nog niet hebben, maar wel willen, kiest 37% voor een anonieme kaart. Als de kaart financiële voordelen geeft, kiest 87% voor een gepersonaliseerde variant.

De onderzoekers legden de respondenten ook een lijst met voor- en nadelen van RFID voor. Als voordeel scoorde
`criminaliteitsbestrijding' het hoogst. Het `gemak' kwam op de tweede plaats en het voordeel `Identiteit is beter vast te stellen', op de derde. Ook hieruit blijkt dat er maatschappelijk draagvlak voor het gebruik van RFID-gegevens voor opsporing is. Op de vraag welke nadelen van RFID de respondenten het belangrijkst vinden, stond niet het privacy-argument bovenaan bij de beantwoording, maar het nadeel `Als het systeem een fout maakt kun je dat moeilijk rechtzetten.'

Bij het beheer van de RFID-gegevens kan de overheid rekenen op een redelijk vertrouwen onder de bevolking: 51% van de geënquêteerden heeft veel tot zeer veel vertrouwen in de overheid, tegenover 18% `weinig' tot `geen' vertrouwen.