Provincie Noord-Holland

Provincie wil gezamenlijke iepenbeheerorganisatie

27-9-2007

De provincie wil een gecoördineerde aanpak van de bestrijding van de besmettelijke iepziekte. Samen met Noord-Hollandse gemeenten wil ze een centrale beheerorganisatie opzetten.

De Noord-Hollandse iep wordt nog steeds bedreigd door de zeer besmettelijke iepziekte. Volgens de laatste schatting staan er anno 2007 nog maar 230.000 iepen, waarvan circa 4% ziek is. De provincie Noord-Holland pleit voor een centraal gecoördineerde aanpak van de iepziektebestrijding. Dit is volgens de provincie effectiever en goedkoper dan wanneer gemeenten dat ieder afzonderlijk doen.

Schimmelziekte

Al eeuwenlang siert de iep het Hollandse landschap en de historische binnensteden. Eind jaren 70 telde Nederland nog zon vijf à zes miljoen iepen. De iepziekte, een zeer besmettelijke schimmelziekte die wordt overgebracht door iepenspintkevers of via ondergrondse wortelverbindingen, heeft de populatie sterk uitgedund. In 2004 telde Noord-Holland naar schatting zon 300.000 iepen. Volgens de laatste schatting is de iepenpopulatie de afgelopen drie jaar met 70.000 iepen afgenomen tot 230.000 stuks. Naar schatting 4% is ziek. Zieke iepen zijn niet meer te redden en moeten zo snel mogelijk gekapt worden, om verdere verspreiding te voorkomen.

Samen voor de iep

In 1991 werd de iepziektebestrijding van het Rijk overgeheveld naar gemeenten. Kort daarna greep de ziekte snel om zich heen. Om een grootschalige epidemie te voorkomen, nam de provincie in 2005 het initiatief tot het convenant Samen voor de iep. Provincies hielpen particulieren, terreinbeheerder en gemeenten schoon schip te maken door eenmalig subsidie uit te keren voor het verwijderen van zieke iepen bij particulieren.

Met uitzondering van Texel tekenden alle gemeenten het convenant en er werden bijna 15.000 particuliere zieke iepen gekapt. De gemeenten en andere terreinbeheerders zetten zich stevig in voor het verwijderen van eigen zieke iepen.

Het convenant loopt in december 2007 af. Om de iepziekte beheersbaar te houden, overlegt de provincie nu met de gemeenten en terreinbeheerders over een verdere gezamenlijke aanpak voor de toekomst. Een centrale iepenbeheerorganisatie, gezamenlijk gefinancierd door de gemeenten en andere iepenbeheerders, is volgens de provincie een aantrekkelijke optie.

Hoe werkt een iepenbeheerorganisatie?

De iepziektebestrijding wordt voortaan uit een gezamenlijk fonds betaald. De deelnemende partijen, met name gemeenten, betalen naar rato aan het fonds. De bijdrage wordt gebaseerd op het totaal aantal iepen en het aantal zieke iepen. Het bedrag blijft gedurende 15 jaar hetzelfde, zodat gemeenten niet onverwacht voor hoge uitgaven komen te staan.

Van dit geld wordt een centrale beheerorganisatie opgericht. Die spoort de zieke iepen op, verwijdert ze en plant nieuwe, resistente iepen. Ook de verwijdering van iepen op grond van particulieren wordt vanuit het iepenfonds betaald. In Groningen en Friesland wordt al langer gewerkt met zon centrale beheerorganisatie. Daar blijkt dat op die manier voor de meeste gemeenten de bestrijding goedkoper uitpakt.

Ook is het uitvalspercentage (het aantal zieke iepen per jaar ten opzichte van het totaal aantal iepen) in deze twee provincies enorm teruggelopen. Daarnaast wordt er ook nog eens veel werk uit handen van gemeenten en terreinbeheerders genomen.

Randvoorwaarden

Peter Visser, gedeputeerde Landschap van de provincie Noord-Holland: Een iepenbeheerorganisatie werkt alleen wanneer alle gemeenten meewerken. Ten eerste omdat de iepziekte zeer besmettelijk is en de iepenspintkever zich niet aan gemeentegrenzen houdt. Als één gemeente dus achterblijft in de bestrijding, dan is het vechten tegen de bierkaai. Ten tweede werkt het kostenvoordeel alleen wanneer er veel gemeenten participeren.

Komende periode voert de provincie gesprekken met gemeenten en terreinbeherende instanties over de toekomst van de iepziektebestrijding. Tot nu toe is de indruk dat de betrokken instanties over het algemeen positief staan tegenover een gezamenlijk aanpak, maar over de vorm is men het nog niet eens. De provincie wil eind 2007 duidelijkheid hebben over het vervolg van een gezamenlijke aanpak, waaronder de haalbaarheid van een centrale iepenbeheerorganisatie. Want alleen als alle beheerders meedoen kunnen we de iep behouden.