Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
28 september 2007
Nr. 07/094
Aboutaleb wil schulden bijstandsgerechtigden in een vroeg stadium
voorkomen
Gemeenten moeten snel ingrijpen op het moment dat bij de aanvraag van
een uitkering vastgesteld wordt dat iemand in de schulden dreigt te
raken. Zij moeten in dergelijke gevallen hulp bieden of doorverwijzen
naar budgetcursussen, budgetbeheer of schuldsanering. Dat schrijft
staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een
reactie op het rapport `Bijstand en vermogen' van de Inspectie Werk en
Inkomen (IWI) dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. De bewindsman wil
dat de inspectie aanvullend onderzoek doet om inzicht te krijgen in
welke gemeenten dat nu al doen.
Uit het rapport van de inspectie blijkt dat bij 75 procent van de
onderzochte aanvragen sprake is van meer schulden dan bezittingen.
Hoewel dat niet voor iedereen per se problematisch hoeft te zijn,
bijvoorbeeld bij een lening die zonder problemen is af te betalen,
betreft het een kwetsbare groep. Schulden kunnen snel oplopen. De
Inspectie Werk en Inkomen onderzoekt of gemeenten goed zicht hebben op
de oorzaak en aard van het negatieve saldo en wat gemeenten kunnen
doen om erger te voorkomen. Het kabinet heeft voor schuldhulpverlening
extra geld ter beschikking gesteld.
Slechts 2 procent van de aanvragers heeft een te hoog vermogen om in
aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering. De inspectie doet
daarom de suggestie om gemeenten een verkorte methode te laten
gebruiken bij controles, omdat het risico klein is dat er sprake is
van een te hoog vermogen. Staatssecretaris Aboutaleb is het hier niet
helemaal mee eens. Verslapping van de controles kan misbruik in de
hand werken.
De Inspectie Werk en Inkomen houdt voor het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid toezicht op de uitvoering van de Wet werk en
bijstand door de gemeenten.
2007
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid