Ingezonden persbericht

-Persbericht -

28 september 2007

DLA Piper wint merkenzaak voor Benetton

DLA Piper advocaten, notarissen, belastingadviseurs heeft bij het Europese Hof van Justitie een klinkende overwinning behaald voor Benetton Group SpA. De grootste kledingfabrikant van Italië, is door de Europese rechter in het gelijk gesteld, in een merkgeschil met het kledingmerk G-Star over de verkoop van Benetton-jeans in Nederland.

Het Europese Hof van Justitie bepaalde woensdag jl. in een arrest dat het kledingmerk G-Star geen merkrechten kan doen gelden op de vorm, het stiksel en de snit van een bepaald type jeans.

G-Star, dat is gevestigd in Amsterdam, heeft via het merkenrecht geprobeerd Benetton te beletten haar eigen jeans in Nederland te verkopen. De zaak werd voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie nadat Nederlandse rechters verschillend hadden geoordeeld over de reikwijdte van de merkrechten van G-Star.

Op grond van de EU-regelgeving "kan de vorm van een product die een wezenlijke waarde aan dat product geeft, geen merk vormen, zelfs niet als de bekendheid en aantrekkingskracht van die vorm het gevolg is van reclamecampagnes", aldus het Hof in Luxemburg.

Het EU-Hof achtte een arrest uit 2002 inzake Koninklijke Philips Electronics NV in dit geval van toepassing. Daarin had het Hof geoordeeld dat Philips geen merkrecht kon doen gelden op het ontwerp van haar driekoppige scheerapparaat. De zaak wordt nu terugverwezen naar de Nederlandse Hoge Raad, die het Europese Hof om richtsnoeren had gevraagd. De EU-landen zijn verplicht de richtsnoeren van het Hof te volgen.

Niels Mulder, hoofd van de praktijkgroep Intellectueel Eigendom van DLA Piper: "Dit is een belangrijke uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Veel nationale rechtbanken hebben moeite met de interpretatie van de Europese criteria in de Harmonisatierichtlijn. Het Europese Hof van Justitie brengt hiermee een duidelijke boodschap over aan de Nederlandse Hoge Raad: een vorm die een wezenlijke waarde geeft aan een product, kan geen merk vormen. Dat geldt net zo goed als deze vorm door reclame of anderszins een populair, trendy of hip symbool is geworden. Geld steken in de marketing van een aantrekkelijke vorm betekent dus niet dat een onderneming naderhand merkrechten kan doen gelden op deze vorm. Met dit arrest wordt duidelijk afgeweken van de eerdere jurisprudentie over merken in de Benelux."

EINDE

Voor meer informatie:
Anneke Veenendaal, PR en Media, DLA Piper, Tel: +31 (0)20 5419630, of e-mail anneke.veenendaal@dlapiper.com