Vragen van Leefbaar Hilversum inzake besteding geld klassenverkleining
28 september 2007
Geacht College,
Tijdens de raadsvergadering op 12 september 2007 is door D66, de SP,
de VVD en het CDA een motie ingediend inzake de post
'klassenverkleining'. In deze door de LH fractie ondersteunde motie
werd het college verzocht te bewerkstelligen dat de oorspronkelijke
doelstellingen binnen de onderwijskundige begrippen
'klassenverkleining/vernieuwing' concreet en zichtbaar in de
toekomstige (ver)nieuwbouwprojecten geoperationaliseerd worden.
Wethouder Walters heeft geweigerd de motie over te nemen en heeft de
raad uitdrukkelijk verzocht af te wachten op de uitleg die tijdens het
BOT-overleg van woensdag 26 september jl. zou worden gegeven over de
besteding van het geld dat beschikbaar is voor klassenverkleining.
Dat BOT overleg heeft gisteren plaats gevonden en wij hebben daar het
volgende uit opgemaakt:
1. Jaarlijks wordt een bedrag van EUR 437.000,-- door het rijk aan de
gemeente beschikbaar gesteld ter dekking van de verwachte
toenemende behoefte aan bruto-vloeroppervlak bij scholen ten
gevolge van klassenverkleining;
2. De scholen in Hilversum hebben aangegeven geen heil te zien in
klassenverkleining en het geld zou dus over zijn.
3. Dit zou al vóór 2006 met de scholen zijn besproken en in 2006 in
het convenant onderwijshuisvesting zijn opgenomen.
4. Per jaar zal EUR 183.000,- worden besteed voor de
onderhoudsvoorziening (buitenkant onderhoud scholen); de rest van
het bedrag (EUR 254.000,00 per jaar) valt vrij ten behoeve van de
Algemene Middelen.
5. Dit zou legitiem zijn omdat in 2006 de Algemene Middelen belast
zijn met het opnemen van geld voor het onderhoud.
6. De raad is hier destijds niet van in kennis gesteld.
7. De betreffende ambtenaar heeft gisteren tijdens het BOT-overleg
erkend dat hij een deel van het geld heeft gebruikt om 'vlekjes'
weg te werken.
Ervanuitgaande dat bovenstaande 7 punten correct zijn weergegeven,
heeft onze fractie de volgende vragen:
1. Het is de wettelijke taak van de gemeenteraad om te controleren of
de gemeentelijke middelen doelmatig doeltreffend en rechtmatig
worden ingezet.
Waarom is de raad op het moment dat duidelijk werd dat het geld
-dat bestemd was voor klassenverkleining- niet daarvoor gebruikt
zou worden (Dus voor 2006; zie ad 3) hierover niet geïnformeerd?
2. Waarom heeft de wethouder de motie van 12 september niet willen
overnemen?
Is dat omdat het college al had besloten het grootste deel van de
EUR 437.000, te weten EUR 254.000 per jaar, naar de Algemene
Middelen te laten terugvloeien; zo nee wat is hiervoor dan wel de
reden. Zo ja, is het college met ons eens dat de raad hier tijdig
over geïnformeerd had moeten worden?
3. In 2006 zijn de Algemene Middelen belast met onderhoud van het
investeringsplan; dit wordt in de nota als reden aangegeven om het
bedrag van EUR 254.000 naar de Algemene Middelen te laten
terugvloeien, maar is er in 2006 daadwerkelijk EUR 254.000 aan
onderhoud besteed?
4. Hoe zit het met de jaren vanaf 2006? Wat is de legitieme reden om
een bedrag van EUR 254.000 jaarlijks vanaf 2006 in de Algemene
middelen te laten vloeien?
5. Kan het college garanderen dat er niet meer van dit soort zwevende
posten zijn dan wel zullen komen onder verantwoordelijkheid van
dit college?
In afwachting van beantwoording,
Namens de Leefbaar HIlversum fractie,
Marianne Berenschot
Gemeente Hilversum