NIOD


11.10.2007

Toegang op de NIOD dagboekencollectie digitaal ontsloten en via de website raadpleegbaar

Het NIOD beschikt over een collectie dagboeken en egodocumenten uit de oorlogsjaren, waarvan er ruim 1000 beschreven zijn. Deze geschriften zijn een rijke historische bron en geven een beeld van gebeurtenissen en ervaringen uit de oorlogsjaren. Een korte beschrijving van de inhoud van ieder dagboek uit deze bijzondere collectie is hier raadpleegbaar.

Al tijdens de oorlog werden de mensen opgeroepen via Radio Oranje in Londen een dagboek bij te houden. Meteen na haar oprichting begon het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) met het verzamelen van dagboeken. Vanaf december 1945 werd de Nederlandse bevolking via radio-uitzendingen opgeroepen dagboeken ter beschikking te stellen.

Het verzamelen van deze geschriften was belangrijk omdat "de vaak onopzettelijk door tallozen bijgehouden dagboeken bij uitstek het nageslacht een juiste indruk geven van wat de gewone burger in de oorlogs- en bezettingsjaren beleefde".

Dagboeken zijn ook van grote waarde omdat zij een uitvoerig beeld geven van belangwekkende plaatselijke gebeurtenissen.

In 1949 werd een groot aantal dagboeken geanalyseerd en beschreven, zodat "systematisch al datgene zou worden opgetekend wat voor de verdere wetenschappelijke arbeid van belang zou kunnen zijn". De analyses bevatten informatie over de auteur, locatie, periode en inhoud van de betreffende dagboeken.

Een medewerkster van het Instituut, mevrouw dr. R.S. Zimmerman-Wolf, maakte een selectie uit de dagboeken met het oog op de uitgave van een bronnenpublicatie.

De werkzaamheden werden voltooid door mevrouw drs. T.M. Sjenitzer-van Leening.

Op 20 november 1954 verscheen een bloemlezing onder de titel "Dagboek-fragmenten 1940-1945". Een exemplaar hiervan bevindt zich in de studiezaal van het NIOD.

De helft van de dagboekbeschrijvingen zijn gemaakt in de jaren vijftig en ademen de sfeer van de toen geldende maatschappelijke opvattingen.

Sinds 10 jaar worden de dagboeken beschreven door Marian Ros.

De dagboeken zelf zijn in te zien in de studiezaal van het NIOD. Vanwege het vaak persoonlijke karakter van de dagboeken is de collectie beperkt openbaar. In de praktijk betekent dit dat de dagboeken pas gelezen kunnen worden na het tekenen van een verklaring waarin is vastgelegd hoe de bescherming van de privacy gewaarborgd moet worden.

Nog steeds verwerft het NIOD nieuwe dagboeken, die vervolgens worden beschreven en aan de bestaande collectie worden toegevoegd.

De beschrijvingen van de 'Indische' dagboeken zijn nog niet digitaal beschikbaar, maar ze zijn uiteraard wel via de traditionele beschrijvingen op de studiezaal van het instituut in te zien.