Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 12-10-2007

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over het burgemeestersreferendum, het ontslagrecht, het fileplan en de aanpak van haatuitingen


- BURGEMEESTERSREFERENDUM -

KOCKELMANN:
Er zijn deze week en vandaag in de ministerraad en daarbuiten nogal wat onderwerpen aan de orde gekomen. Het wordt een beetje prijsschieten, maar ik wou toch proberen om er een aantal te behandelen. Eerst maar eens dat burgemeestersreferendum in Utrecht, een faliekante mislukking. Kunnen we daar nu een streep door halen of niet?


BALKENENDE:
Dat is nog wat te vroeg. Ik ben wat ongelukkig over hoe het gelopen is in Utrecht en ik denk heel veel mensen. Er wordt gesproken over een mislukt referendum. De opkomst was erg laag en dan is natuurlijk vraag: Waarom heeft dit allemaal plaats gevonden? Vanuit de Tweede Kamer klinken nu al geluiden van verschillende fracties: we moeten ermee stoppen.

KOCKELMANN:
Vindt u dat ook?


BALKENENDE:
De minister van Binnenlandse Zaken heeft gezegd van: wij gaan de zaak nu even goed in kaart brengen. Niet alleen deze ervaring, maar ook de afgelopen keren. Want er zijn zo'n acht, negen referenda geweest. Dan zullen we als kabinet onze positie bepalen. Dat lijkt me ook verstandig. Je kunt niet alleen je oordeel hebben op basis van één referendum.

KOCKELMANN:
Maar echt enthousiast kunt u er niet van zijn geworden.


BALKENENDE:
Nee, dat ben ik ook niet. Er speelt nog iets anders mee. Je hebt natuurlijk een heleboel gemeenten die werken met de traditionele methode. Er komen kandidaten, die solliciteren, dan is de vertrouwenscommissie actief en dan komt er een voordracht. Daarnaast heb je gemeenten, niet zo veel, die met een referendum werken. Dan is de vraag: hoe verhoudt die ene burgemeester die via een referendum er komt zich ten opzichte van een ander? Dat zijn vragen die we goed onder ogen moeten zien. Maar ik denk wel dat er alle aanleiding is om de zaak heel kritisch te bekijken.


- ONTSLAGRECHT -

KOCKELMANN:
Dat is ook een signaal. Hebt u afgelopen zaterdag nog naar het congres van de PvdA gekeken en wat daar werd gezegd over het ontslagrecht? De fractievoorzitter daar, Jacques Tichelaar, zei: 'Wij accepteren geen verslechtering van de rechtspositie van werknemers. Doen we niet.' Is het nou van de baan?


BALKENENDE:
Nee, want we hebben natuurlijk in de Miljoenennota en in de Troonrede duidelijk een passage opgenomen dat de minister van Sociale Zaken met een voorstel komt op het gebied van scholing, tijdelijk werk en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

KOCKELMANN:
Daar zat ook die kantonrechter in. En daar zegt Tichelaar en het hele PvdA-congres van: 'Handen af, dat accepteren we niet.'


BALKENENDE:
Dat zullen we dan als kabinet met elkaar gaan bespreken. Want er speelt wel iets anders en dat geldt ook voor de PvdA en dat geldt voor de hele coalitie. We willen dat heel veel mensen de komende jaren extra aan de slag komen. We willen dat de deelname aan betaalde beroepsarbeid, de arbeidsparticipatie, toeneemt. En dan moet je ook kijken op het gebied van ontslag van hoe zijn de regelingen? En we weten: het is een gevoelig onderwerp. Daar gaan we niet aan voorbij. Maar we zijn nu wel aan zet en we zullen alles goed bekijken.

KOCKELMANN:
Maar minister Donner gaat gewoon door met het voorbereiden van het voorstel?


BALKENENDE:
Hij is niet blind voor ontwikkelingen binnen de PvdA.

KOCKELMANN:
Maar hij komt wel met een voorstel?


BALKENENDE:
Sterker nog, hij zal denk ik niet veel waard zijn als minister van Sociale Zaken als je nu zou zeggen: ach we praten er maar niet over. Maar goed, we zijn ons bewust van het feit dat er hier gevoeligheden liggen. Het is natuurlijk ook zo, bij de participatietop hebben we gesproken over: wat zijn wensen van de kant van de vakbeweging, we hebben ook oog gehad voor de werkgevers. Dat is ook een reden geweest waarom we als kabinet zelf hebben gezegd van: wij gaan wel een adviesaanvraag sturen naar de Stichting van de Arbeid. We zitten nog midden in die discussie. Het is een pittig onderwerp.

KOCKELMANN:
Is het voor u denkbaar om de zaak te regelen zonder de steun van de PvdA-fractie?


BALKENENDE:
Daar kan ik nog geen uitspraken over doen.

KOCKELMANN:
U zegt geen nee.


BALKENENDE:
Nee. Ik vind dat wij als kabinet een eigen verantwoordelijkheid hebben. En dan heb je je te vergewissen van alle factoren en omstandigheden. En het is ook een moeilijk onderwerp. Er wordt over het ontslagrecht al 20, 30 jaar gesproken. Er zijn commissies aan de slag gegaan.

KOCKELMANN:
Het raakt de mensen direct in hun bestaan.


BALKENENDE:
Dat begrijp ik ook en daarom gaan we hier ook niet lichtvaardig mee om. Maar het is een moeilijk onderwerp.

KOCKELMANN:
Er komt nog een voorstel van minister Donner. Wanneer eigenlijk?


BALKENENDE:
Dat zal moeten blijken de komende weken, maanden.


- HET FILEPLAN -

KOCKELMANN:
Nou er is veel kritiek geweest aan kabinetten voor u, kabinetten die u zelf hebt geleid en ook aan dit kabinet: wees nou eens daadkrachtig op het gebied van de files. We ergeren ons met zijn allen kapot aan dat we in die files staan. 's Ochtends vroeg, je moet in het holst van de nacht weg om op tijd op je werk te zijn. En nu ligt er een fileplan. Is dat de oplossing?


BALKENENDE:
Het is absoluut nodig. Overigens een opmerking vooraf: als ik nu zie dat vaak die files worden veroorzaakt doordat overal aan de weg wordt gewerkt, dan geeft dat aan dat we nu even door een zure appel heen moeten bijten omdat we weten dat die verbetering van de wegen ook helpt.

KOCKELMANN:
Maar goed, als die wegen klaar zijn staan er nog altijd files hoor. Kan ik u beloven.


BALKENENDE:
Wat wil je, elk jaar worden in Nederland zo'n 500.000 nieuwe auto's verkocht.

KOCKELMANN:
Dat hele plan dat er nu is voor de A6, de A!, de A9 en de A10 - dat is de ring Amsterdam-Oost - verlicht dat voldoende om het weer een beetje te alten rijden 's ochtends?


BALKENENDE:
Dit gaat natuurlijk absoluut helpen want als je spreekt over verbreding van wegen zodat je extra rijstroken hebt, er worden tunnels aangelegd, er wordt op een gegeven moment ook gekeken in de buurt van Amsterdam naar een doorgaande route en een route met afslagen, dat zijn echt allemaal zaken die helpen. Kun je daarmee alle files voorkomen? Nee dat kun je niet want we hebben gewoon heel veel auto's. Alleen, het is onze vaste overtuiging dat in dit geval in het gebied van Amsterdam en Almere echt de nodige zaken gedaan moeten worden. Dat is ook de reden waarom we met dit plan zijn gekomen. En het geeft dus aan dat wij onze ogen niet sluiten. En pas ook op voor een verkeerd beeld. Want er gaat de komende 15 jaar echt miljarden extra in wegenaanleg zitten.

KOCKELMANN:
En lost u daarmee de files op?


BALKENENDE:
Die kunnen worden teruggedrongen. Het is een kwestie van bouwen, maar het is ook een kwestie van verstandig omgaan met de weg. En we krijgen ook eerstdaags beprijzing van het gebruik...

KOCKELMANN:
Het rekeningrijden.


BALKENENDE:
Ook dat is een element dat nodig is.

KOCKELMANN:
En het openbaar vervoer? Ik las de zin 'er komt een volwaardig en robuust ov-systeem.' Hebt u enig idee wat dat is?


BALKENENDE:
Dat is natuurlijk ook het investeren in het openbaar vervoer. Maar als hier wordt gesproken over een robuust systeem dan weet u dan zijn dat vaak de combinaties van wat doen we met treinen, wat doen we met metrovoorzieningen en andere voorzieningen op het gebied van openbaar vervoer in stedelijke agglomeraties? En er gebeurt gelukkig veel.

KOCKELMANN:
Randstadmetro's?


BALKENENDE:
Dat is natuurlijk een groot ideaal. Er zijn ook wel grote plannen voor. Maar we hebben te maken met een aantal hogesnelheidslijnen in Nederland. Dat is al lastig zat. We hebben te maken met een verbetering van de kwaliteit van rails. We hebben te maken met de voorzieningen binnen de grote steden. Dat is allemaal nodig. En dat moet dan uiteindelijk dat robuust systeem gaan opleveren.


- AANPAK HAATUITINGEN -

KOCKELMANN:
Het kabinet gaat de bestrijding van haatuitingen intensiveren. Er staat - artikel 147 gaat het dan om - 'het doelbewust ernstig krenken van een godsbeeld, van een religie, is strafbaar.' En daar komt meeraandacht voor. Betekent dat dat je nog steeds kunt zeggen dat je de helft van de Koran moet verscheuren?


BALKENENDE:
U vraagt nu gelijk naar wat een rechter zou kunnen doen. U heeft gelijk met het citeren van die wettelijke bepalingen. Het is zo dat als je in dit land de vrijheid die je hebt om een mening te geven gaat gebruiken om de ander puur te kwetsen, te beledigen, te discrimineren, en dat ook in verband zien met geloof, dan kan een rechter zeggen van: 'Dit vind ik niet te tolereren. Daar krijg je een straf voor.' En ik geloof dat er af en toe opmerkingen worden gemaakt die wel krenkend zijn bedoeld. Dat is ook de reden geweest waarom het onderzoeksinstituut WODC voor ons is nagegaan van: we zien natuurlijk wel de nodige aanknopingspunten voor godslastering. En dan gaat het niet om het hebben van opvattingen over een geloof. Nee. Het oogmerk moet zijn om de ander gewoon te krenken.

KOCKELMANN:
Het WODC is een onderzoeksinstituut van het ministerie van Justitie. Dat signaleert dus: er moet iets gebeuren aan die verruwing en aan die beledigingen en aan discriminatie. En u neemt dat als kabinet dus over.


BALKENENDE:
We nemen het serieus in die zin dat we zeggen van: Kijk, het is niet nodig om de wettelijke regelingen te veranderen. Want het juridisch kader dat hebben we in Nederland. Alleen, wat doe je ermee in de praktijk? En dan is het zo dat ook een OM - daar praten we gewoon over
- die zal op basis van wat we als kabinet hebben gezegd intensiever gaan kijken naar de vraag van: Is men nu bezig om de ander daadwerkelijk te discrimineren, aan te zetten tot haat of te krenken.

KOCKELMANN:
Een kijker die nu gewoon thuis zit te kijken die wil natuurlijk toch weten: Gaat het hier om Wilders die zegt dat de helft van de Koran moet worden verscheurd, een achterlijke godsdienst wat Pim Fortuyn zei over de islam, Ayaan Hirsi Ali die beledigende dingen zei - althans volgens sommigen - aan het adres van profeet Mohammed? Gaat het om dat soort dingen?


BALKENENDE:
U noemt nu een heleboel voorbeelden. De essentie is dit. Een rechter moet kunnen vaststellen dat de uitingen die zijn gedaan kwetsend zijn bedoeld.

KOCKELMANN:
En als dat wordt vastgesteld vindt u ook dat daartegen moet worden opgetreden?


BALKENENDE:
Als een rechter zegt van: Dit heeft niks te maken met het geven van een opvatting over religie, maar het is nadrukkelijk bedoeld om gelovigen of mensen met opvattingen gewoon keihard aan te vallen, hen te discrimineren of aan te zetten tot haat, dan kan een rechter daar een straf aan verbinden. Dat lijkt me ook heel erg goed.

KOCKELMANN:
Geldt dat eigenlijk technisch ook voor Kamerleden?


BALKENENDE:
Voor Kamerleden ligt de zaak misschien wel iets anders omdat u weet dat een Kamerlid een grote mate van vrijheid heeft om opvattingen te geven.

KOCKELMANN:
Er is toch ook een Kamerlid in het verleden veroordeeld, meen ik.


BALKENENDE:
Dat kan. Maar dat is het mooie van een rechtsstaat als Nederland. Dan is er ook een rechter die zegt - en die heeft een grote vrijheid en dat is een groot goed in Nederland - maar je kunt de grenzen overschrijden. We hebben het nu over de juridische bepaling. We praten nu over : wat doet het OM, wordt iemand vervolgd, doet een rechter een uitspraak? Maar nog even los van rechterlijke uitspraken speelt ook iets van: 'Vind je ook niet dat je op je eigen woorden moet letten?'

KOCKELMANN:
Verantwoordelijkheidsgevoel.


BALKENENDE:
Ja, vrijheid die je hebt die hoort ook altijd in samenhang te worden gezien verantwoordelijkheid. Hoe komen jouw woorden over bij de ander? Probeer eens rekening met iemand anders te houden.

KOCKELMANN:
U gaat zo naar een ander programma, om half negen op Nederland 1. Dan mogen de mensen uit Nederland u vragen stellen. Is er één vraag in het bijzonder die u vreest?


BALKENENDE:
Dat zullen we vanavond zien. Ik ben erg blij met deze week van de democratie. En ik draag mijn steentje daaraan bij door vanavond in te gaan op tal van vragen. En welke vragen dat zullen zijn, meneer Kockelmann, dat zullen we moeten zien. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GB)