Moedersterfte daalt te langzaam 12 oktober 2007, Genève/New York - De wereldwijde moedersterfte (het aantal sterfgevallen onder vrouwen per 100.000 levendgeboren kinderen) neemt te langzaam af. Dit brengt het bereiken van Millennium Ontwikkelingsdoel nummer 5 - het verbeteren van de gezondheidszorg voor moeders en het voorkomen van het overlijden van vrouwen tijdens hun zwangerschap of bevalling - in gevaar.

In 1990 is afgesproken dat tot 2015 een jaarlijkse afname van de moedersterfte van 5,5 procent nodig is om het Millennium Ontwikkelingsdoel te kunnen halen. Uit onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Unicef, UNFPA en de Wereldbank blijkt echter dat dit percentage jaarlijks slechts minder dan 1 procent bedraagt. In 2005 overleden 536.000 vrouwen door complicaties tijdens de zwangerschap of bevalling, in 1990 waren dat er 576.000. Geen groot verschil dus. Negentig procent van deze sterfgevallen vond plaats in ontwikkelingslanden.

De kleine winst die is behaald, is toe te rekenen aan middeninkomenslanden waar de moedersterfte toch al relatief laag was. De jaarlijkse afname in de Afrikaanse landen beneden de Sahara bedroeg tussen 1990 en 2005 echter slechts 0,1 procent. Geen enkele regio heeft trouwens in deze periode de vereiste 5,5 procent per jaar gehaald. Oost-Azië kwam er nog het dichtst bij met een jaarlijkse afname van 4,2 procent. Noord-Afrika, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika en het Carbisch Gebied zijn regio's waar de moedersterfte relatief gezien sneller is afgenomen dan in de rest van de wereld.

Levensgevaarlijke landen Iets meer dan de helft van alle sterfgevallen onder moeders vond plaats in Subsahara Afrika (270.000), gevolgd door Zuid-Azië (188.000). Deze twee regio's namen in 2005 samen 86 procent van de totale moedersterfte voor hun rekening. Ook in India, Nigeria, de Democratische Republiek Congo en Afghanistan is het krijgen van een kind voor veel aanstaande moeders levensgevaarlijk; hier stierven in 2005 respectievelijk 117.000, 59.000, 32.000 en 26.000 vrouwen.

De kans dat een vijftienjarig meisje overlijdt aan complicaties tijdens haar zwangerschap of bevalling is het grootst in Afrika: 1 op 26. In ontwikkelde regio's gaat het om 1 op de 7.300 vrouwen. In Niger is deze verhouding 1 op 7 en dit land is van alle 171 landen en gebieden waarvoor deze schattingen zijn gemaakt daarom het gevaarlijkst voor vrouwen en meisjes die een kind op de wereld moeten zetten.

Benodigde maatregelen
Om Millennium Ontwikkelingsdoel nummer 5 toch te halen, moet de moedersterfte voor 2015 met 75 procent zijn teruggebracht. Daarvoor moet de gezondheidszorg voor vrouwen worden verbeterd en moet wereldwijd de toegang tot voorzieningen voor gezinsplanning en kraamzorg prioriteit krijgen. Het gaat daarbij om het voorkomen van ongewenste zwangerschappen en een goede begeleiding tijdens de zwangerschap en bevaling. Als het mis dreigt te gaan, moeten moeder en kind snel naar het ziekenhuis kunnen worden gebracht. Daarom moeten ook transport en medische hulp voor deze vrouwen beschikbaar zijn. Bovendien is het van belang dat vrouwen zelf medische hulp kunnen inroepen; in landen waar zij ondergeschikt zijn aan mannen is dat namelijk nog lang niet altijd het geval.