Universiteit van Tilburg

9 oktober 2007

Reactie op omgevingsgeluiden indicatie voor herstel naar bewustzijn

Promotie neuropsychologe Viona Wijnen over ernstig hersenletsel

Neuropsychologe Viona Wijnen onderzocht het herstelproces van kinderen en jongeren die na een ernstig hersenletsel vanuit een coma in vegetatieve toestand zijn gekomen. Gradaties in onder meer de hartslag, huidgeleiding en hersenreactiviteit blijken belangrijke informatie te verschaffen over het herstelproces. Reacties op verschillen in omgevingsgeluiden voorspellen waarschijnlijk herstel naar bewustzijn.

Patiënten die na ernstig hersenletsel uit een coma in vegetatieve toestand komen, zijn niet bij bewustzijn en reageren niet op hun omgeving, maar hebben wel een slaap-waakritme. In het revalidatiecentrum Leijpark in Tilburg worden kinderen en jongeren die in deze toestand verkeren behandeld met Vroeg Intensieve Neurovalidatie (VIN). Daarbij krijgen ze naast medische verzorging en therapie een gestructureerd dagritme aangeboden en worden ze zoveel mogelijk betrokken bij activiteiten, bij voorkeur in de rolstoel. Soms brengen ze het weekend zelfs thuis door bij familie. De behandeling is gericht op het stimuleren en verbeteren van het herstel in het centraal zenuwstelsel.

Neuropsychologe Viona Wijnen bracht het herstelproces van deze groep patiënten in kaart door elektrische hersenactiviteit te meten bij het toedienen van auditieve, visuele en tastprikkels. De metingen van de hersenactiviteit lieten zien dat de primaire informatieverwerking van patiënten in vegetatieve toestand intact is. Maar alleen patiënten die uiteindelijk weer bij bewustzijn komen, vertonen een speciale vorm van hersenactiviteit bij visuele en tastprikkels. Bovendien blijkt dat patiënten die uiteindelijk bij bewustzijn komen, al in een vroeg stadium van de vegetatieve toestand elektrische hersenactiviteit vertonen bij verschillen in omgevingsgeluid. Dat was niet het geval bij patienten die niet meer bij bewustzijn kwamen. Met deze onderzoeksmethode lijkt het dus mogelijk om patiënten te selecteren die baat kunnen hebben bij het VIN-programma, iets wat nog niet mogelijk is met de gebruikelijke onderzoeksmethoden. Wijnen concludeert dat de kleine verschillen in de reacties van de hersenen op prikkels aantonen dat belangrijke hersenstructuren voor herstel nog intact zijn. Zij doet aanbevelingen voor verder onderzoek met een grotere groep patiënten om deze methode te verfijnen.

Viona Wijnen (1973, Etten-Leur) studeerde Psychologie aan de Universiteit van Tilburg en behaalde eveneens in Tilburg een master's graad Gezondheidspsychologie. Ze voerde haar promotieonderzoek uit bij het revalidatiecentrum Leijpark te Tilburg in samenwerking met het Departement Psychologie en Gezondheid van de faculteit Sociale Wetenschappen. Op het moment verricht ze een aantal uitvoerende werkzaamheden voor het behandelteam Vroege Intensieve Neurorevalidatie van het revalidatiecentrum Leijpark en bereidt ze een nieuw researchvoorstel voor in het verlengde van haar promotieonderzoek.