PvdA Rotterdam


Column

"Gemeenteraad kan heel goed zelf beslissen over burgemeestersreferendum"

Wo 17 Okt 2007 - Peter van Heemst

Het burgemeestersreferendum in Utrecht is mislukt. Dat is de mening van cynische commentatoren. Dat zeggen teleurgestelde kiezers. En ook de Tweede Kamer wil nu gemeenteraden het recht afpakken om zelf te beslissen of ze wel of niet via een referendum de belangrijkste man/vrouw in het lokale openbaar bestuur wil laten kiezen. Wat een foute reactie! Hebben ze in "Den Haag" dan helemaal niets geleerd van de Fortuyn-revolte van 2002?

Gemeenteraden zijn de lokale volksvertegenwoordiging. Ze doen hun werk
- onder veel slechtere omstandigheden dan Tweede Kamerleden - stukken beter dan de landelijke volksvertegenwoordiging. Raadsleden zitten dicht op de problemen van hun stad. Ze worden op hun doen en laten veel vaker en indringender door mensen aangesproken dan Tweede Kamerleden. Ze zijn heel goed in staat zelf uit te maken of een nieuwe burgemeesters via de klassieke procedure of via een referendum moet worden gekozen.

De gemeenteraad van Den Haag vindt een referendum over de opvolger van burgemeester Deetman flauwekul. Daar is de gewone procedure gestart die uiteindelijk via de vertrouwenscommissie uit de gemeenteraad één geschikte kandidaat gaat opleveren. De minister van Binnenlandse Zaken zet haar handtekening onder die voordracht en pas dan krijgt de Haagse bevolking te horen wie haar nieuwe burgemeester wordt. Utrecht deed het anders. Eindhoven gaat het anders doen. Daar wordt binnenkort een referendum gehouden. In Rotterdam is de discussie over de opvolging van burgemeester Opstelten net losgebarsten. In de PvdA Rotterdam is de keuze tussen de ene of de andere aanpak nog volledig open. Als lijsttrekker en fractievoorzitter ben ik voorstander van een referendum. Een deel van de PvdA wil het zo doen als in Den Haag. Een keuze is nog niet gemaakt. Niet in de PvdA, niet in de gemeenteraad. Dat beloven dus spannende én intensieve discussies te worden.

Lokale volksvertegenwoordigers in Utrecht, Den Haag, Eindhoven en Rotterdam heel goed in staat zijn alle voors en tegens van beide mogelijkheden te beoordelen en een keuze te maken. Daar hebben ze de Tweede Kamer helemaal niet voor nodig. Lees nog maar eens de debatten in de gemeenteraad van Utrecht en Eindhoven na. Er zijn - na lange discussies- weloverwogen besluiten genomen. Dat kan ook niet anders. Gemeenteraadsleden weten dat een nieuwe burgemeester binnen de gemeente en daar buiten - in Rotterdam zelfs ver daar buiten- hét gezicht van de stad zal zijn.

In de gemeenteraad staat ook iedere fractie voor de vraag: als mijn eerste keus niet haalbaar is, waar moet ik dan voor kiezen? De ene politieke partij wil het liefst een burgemeester die door en vanuit de raad wordt gekozen. De andere geeft de voorkeur aan een echte burgemeestersverkiezing, waaraan iedereen kan meedoen die belangstelling heeft voor die baan. Die voorkeuren zijn - helaas- niet mogelijk. De wet kent slechts twee smaken: via de vetrouwenscommissie en via een referendum tussen twee kandidaten. Dan is dus de vraag: toch maar een referendum à la Utrecht en Eindhoven? Of terugvallen op de klassieke procedure waarin alleen de vertrouwenscommissie de dienst uitmaakt? Dat maken de debatten in én keuzen van de gemeenteraden extra spannend. En de ervaring leert dat bijna iedere inwoner met die debatten meeleeft.

In Utrecht is het referendum op een geweldige manier verknoeid door een kandidaat die er eigenlijk geen zin in had. Die zei dat hij was gestuurd door de landelijke PvdA. Die zijn huidige baan ook wel de moeite waard vond. Die tijdens het spel de spelregels wilde veranderen. Dus met een kandidaat die tegen alle Utrechtse kiezers zei: "Blijf maar lekker thuis. Ik vind het allemaal maar niks". En als er dan ook nog een minister op verkiezingsdag bijna trots laat weten dat zij van haar democratische recht geen gebruik maakt, ja dan is een verrassend lage opkomst helemaal geen verrassing meer.

De vertrouwenscommissie heeft - achteraf gezien en dat is dus makkelijk praten- in twee opzichten met Ralph Pans een verkeerde kandidaat het veld in gestuurd. Hij was net als Aleid Wolfsen ook van de PvdA en hij heeft er een knoeiboel van gemaakt. Van dat soort fouten is te leren. Veel te leren. Ook dat kunnen gemeeneteraden heel goed: leren van de fouten die ergens anders zijn gemaakt. Daar hebben ze de Tweede kamer of de minister niet voor nodig. Maar hoe dan ook. Utrecht heeft nu een burgemeester na een referendum die in een aantal opzichten een geweldige voorsprong heeft op de opvolger bijvoorbeeld Deetman die via de vertrouwenscommissie wordt benoemd. Aleid Wolfsen kent dankzij zijn campagne de stad. Dat geeft een geweldig sterke start. De stad kent hem. Dankzij de campagne weten de Utrechtenaren wat voor soort burgemeesters er aan de slag gaat. En hij heeft een inhoudelijk programma: zijn campagne heeft ervoor gezorgd dat hij vanaf dag één doelgericht aan het werk kan. In de stad, in de regio en in het land.
Hoe zo mislukt? Laat de Tweede Kamer alsjeblieft zijn mond houden!

Peter van Heemst is fractievoorzitter van de PvdA Rotterdam en was Tweede Kamerlid van 1991 tot 2006

In de NRC-next van vandaag, woensdag 17 oktober 2007, stond een kortere versie van dit artikel