Royal Dutch Shell plc

NAM wil aantal offshore-assets op markt brengen
17/10/2007

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is van plan een aantal van haar vergunningen op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat op de markt te brengen. Het gaat daarbij om de gasvelden met bijbehorende installaties L2-FA, L2-FB, L5-FA, L12-FC en L15-FA en tevens het gecombineerde olie- en gasveld F3-FB.

De te verkopen velden en installaties bevinden zich in het Nederlandse deel van de Noordzee ten noordwesten van Den Helder en zijn door middel van de zogenoemde NOGAT-pijpleiding met elkaar verbonden. Het geproduceerde aardgas wordt via deze leiding naar de door de NAM beheerde gasbehandelingsinstallatie in Den Helder getransporteerd. De NAM wil ook haar aandeel in NOGAT verkopen.

De voorgenomen verkoop komt voort uit de lange-termijn strategie van de NAM. Deze stap zal niet leiden tot een vermindering van de werkgelegenheid, omdat de overdracht zal plaatsvinden binnen het kader van de Wet Overgang Ondernemingen (WOO). Deze garandeert de werkgelegenheid van de 20 tot 30 betrokken medewerkers. Over de voorgenomen verkoop vindt thans overleg plaats met de Ondernemingsraad van de NAM.

NAM-directeur Roelf Venhuizen: "Zoals ieder gezond bedrijf bekijken we regelmatig onze portfolio om ons ervan te verzekeren dat deze het beste aansluit bij onze bedrijfsstrategie. De NAM blijft uiteraard zorgdragen voor het beheer van het Groningen-veld. Daarnaast zullen wij doorgaan met het ontwikkelen en produceren van kleine gasvelden, zolang wij daarbij de meeste waarde aan deze velden kunnen toevoegen. Het op de markt brengen van de genoemde velden en installaties is in lijn met de lange-termijn strategie van de NAM. Ondanks dat de te verkopen velden zich in een late fase van hun levenscyclus bevinden, hebben deze mogelijkerwijs toch meer waarde voor andere partijen dan voor de NAM."

De voorgenomen verkoop betekent niet dat de NAM vertrekt uit het Noordzeegebied. De NAM investeert tegelijkertijd fors in de offshore-activiteiten. Zo wordt momenteel het L9-blok verder ontwikkeld, hetgeen een totale investering van enkele honderden miljoenen euro's vergt.