European Union



Brussel, 17 oktober 2007

Commissie stelt voor kwetsbare diepzee-ecosystemen op volle zee te beschermen tegen visserij met bodemtrawlers

De Commissie heeft vandaag een strategie voorgesteld voor de bescherming van kwetsbare diepzee-ecosystemen tegen destructieve visserijpraktijken. Zij heeft ook een voorstel goedgekeurd voor een wettelijk verbod op het gebruik van schadelijk bodemtuig in de betrokken gebieden. Dit initiatief spoort volledig met de aanbevelingen van de algemene vergadering van de Verenigde Naties van december laatstleden. In haar mededeling geeft de Commissie een overzicht van de initiatieven die de EU wil nemen om internationale actie in het kader van de VN, de regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB's) en de desbetreffende internationale overeenkomsten ter bescherming van kwetsbare mariene habitats te versterken. Voor gebieden op volle zee waarvoor nog geen ROVB van toepassing is, stelt de Commissie een innovatieve regeling voor op grond waarvan vissers eerst toestemming moeten krijgen om in een bepaald gebied te vissen vóórdat zij de visreis mogen aanvatten. Deze speciale visdocumenten mogen door de betrokken lidstaat slechts worden afgegeven nadat hij zich ervan heeft vergewist dat de voorgenomen visserijactiviteiten geen significante nadelige effecten zullen hebben op kwetsbare habitats. Voor EU-vaartuigen is bovendien het gebruik van bodemvistuig op een diepte van meer dan 1.000 meter verboden. Deze initiatieven ter bescherming van kwetsbare ecosystemen op volle zee maken deel uit van het door de EU voorgestelde geïntegreerde maritieme beleid voor een duurzaam gebruik van de oceanen en zeeën (zie IP/07/1463).

De heer Joe Borg, EU-commissaris voor Visserij en maritieme zaken, verklaarde in dit verband het volgende: "Wij nemen de voorzorgsbenadering zeer ernstig. De VN-resolutie betekent een totale ommezwaai van het bestaande systeem, diede EU actief heeft bevorderd. De Commissie stelt nu maatregelen voor die de EU in de gelegenheid moeten stellen diepzeehabitats op volle zee te beschermen tegen de destructieve effecten van het gebruik van bodemvistuig. De EU zal haar samenwerking met alle betrokken organisaties voortzetten om de kennis over deze habitats te verdiepen en uit te breiden, om regionale organisaties voor visserijbeheer op te zetten waar ze nog niet bestaan, en om de bestaande organisaties meer bevoegdheden te geven om efficiënte beschermende maatregelen ten uitvoer te leggen."

De nieuwe mededeling bevat een gedetailleerde analyse van de beginselen die ten grondslag liggen aan de aanbeveling van de algemene vergadering van de VN, en geeft een overzicht van de door de EU voorgenomen acties ter uitvoering daarvan - zowel voor de eigen vaartuigen als in het kader van de regionale organisaties voor visserijbeheer - en geeft de aanzet tot de oprichting van regionale organisaties voor visserijbeheer waar zij zelf ook deel van zal uitmaken.

De meeste EU-vaartuigen die op volle zee vissen, doen dat in gebieden waarvoor reeds een regionale organisatie voor visserijbeheer is opgericht of waarvoor de oprichting van een dergelijke organisatie reeds in een vergevorderd stadium verkeert. In die gebieden zal de Commissie er alles aan doen om erop toe te zien dat soortgelijke maatregelen ten uitvoer worden gelegd om kwetsware diepzee-ecosystemen te beschermen, een en ander op basis van de voorzorgsbenadering en een voorafgaande effectbeoordeling. Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van door een ROVB vastgestelde regeling of van een voorlopige overeenkomst tussen de partijen bij nog op te richten ROVB's.

In vele delen van de oceanen is momenteel nog geen visserijbeheersregeling van kracht. Dat is met name het geval in het centrale en zuidwestelijke deel van de Atlantische Oceaan. Voor die wateren hebben de door de Commissie voorgestelde maatregelen tot gevolg dat EU-vaartuigen die met bodemvistuig vissen, een speciaal visdocument moeten aanvragen bij hun lidstaat. Die visdocumenten mogen slechts worden afgegeven indien de lidstaat, op basis van een voorafgaande evaluatie van de mogelijke effecten van de door het vaartuig voorgenomen visserijactiviteiten, heeft geconcludeerd dat die activiteiten geen significante nadelige effecten zullen hebben op de kwetsbare mariene ecosystemen. Een dergelijke evaluatie moet gebaseerd zijn op de beste beschikbare wetenschappelijke informatie en er moeten bepaalde voorzorgscriteria worden toegepast. Indien een vaartuig niet aan de in het overeengekomen visserijplan vastgestelde voorwaarden voldoet, volgt er een sanctie.

Als extra maatregel stelt de Commissie voor het gebruik van bodemvistuig op een diepte van meer dan 1.000 meter volledig te verbieden in alle gebieden waar de nieuwe verordening van toepassing is.

Krachtens deze voorstellen moet een vaartuig dat tijdens visserijactiviteiten een kwetsbaar marien ecosysteem aantreft, onmiddellijk elke visserijactiviteit stopzetten en naar een ander gebied doorvaren. Nauwkeurige informatie over de locatie en de aard van de betrokken plaats moet aan de ter zake bevoegde autoriteiten worden gemeld. Bovendien moeten de lidstaten, zodra op basis van betrouwbare wetenschappelijke gegevens de aanwezigheid van een kwetsbare mariene habitat vaststaat, het gebied sluiten voor al hun vaartuigen en de informatie doorgeven aan de Commissie, die vervolgens de nodige maatregelen neemt om het gebied te sluiten voor alle EU-vaartuigen. Vaartuigen moeten wetenschappelijke waarnemers aan boord hebben en de gegevens inzake de vangsten en de naleving van de bepalingen van deze verordening moeten door de lidstaten om de zes maanden aan de Commissie worden meegedeeld.

Achtergrond

De EU heeft een leidinggevende rol gespeeld bij de uitwerking in december 2006 van de VN-resolutie inzake duurzame visserij en zij heeft zich ertoe verbonden erop toe te zien dat die resolutie onverwijld wordt omgezet in concrete en efficiënte maatregelen. Om aan de door de algemene vergadering vastgestelde termijn te voldoen, moet de voorgestelde verordening in werking treden vóór eind 2008.

Voorbeelden van kwetsbare habitats zijn koudwaterkoralen, warmwaterkraters, onderzeese bergen en diepzeesponzen. Zij zijn zeer kwetsbaar voor menselijke activiteiten, vooral via direct contact met bodemvistuig. Een voorafgaande effectbeoordeling is reeds vereist voordat voor de kust olie- of gasplatforms mogen worden geïnstalleerd. Dit is evenwel de eerste keer dat een dergelijke eis ook van toepassing is voor de visserij. Zie

MEMO/07/411.