Gemeente Hilversum

Uitvoering van het nieuwe monumentenbeleid

23 oktober 2007
Hilversum staat vol met voorbeelden van prachtige architectuur uit de vorige eeuw. Veel van deze jonge bouwwerken kunnen nauwelijks rekenen op bescherming omdat zij nog geen monumentenstatus hebben. Daar kan nu verandering in komen omdat de gemeenteraad in september unaniem akkoord is gegaan met de beleidsnota Monumenten. Eén van de belangrijkste punten daaruit is het aanwijzen van ruim zevenhonderd potentiële gemeentelijke monumenten uit de periode tot en met 1965. Het plan van aanpak daarvoor kreeg op 9 oktober de unanieme instemming van de Commissie Welzijn.

Behoud van de vele jonge monumenten maakt evenals het behoud van het groen en het ruim baan geven aan de multi-media deel uit van de speerpunten van het Hilversumse beleid.

De slogan 'Hilversum, stad van jonge monumenten' heeft tot nu toe vooral betrekking op de tweehonderd rijksmonumenten in onze gemeente. Verder zijn er vijftig gemeentelijke en drie provinciale monumenten. Daar komt met dit plan van aanpak verandering in.

In gesprek met eigenaren
Zorgvuldige communicatie met de eigenaren van de beoogde monumenten is een belangrijke voorwaarde voor de grote uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst. Daarom is de lijst van potentiële monumenten ook nog niet openbaar gemaakt. Daarmee is gewacht op het advies van de commissie Welzijn en het moment waarop de betrokken eigenaren zijn geïnformeerd. Die eigenaren ontvangen in november een brief van de gemeente. De gemeente gaat het gesprek aan met de eigenaren om tot een zorgvuldig afgewogen definitieve lijst te komen.

Er bestaan veel misverstanden over de monumentenstatus van een pand. Hilversum heeft het huidige gebruik van het pand als uitgangspunt genomen. Een officiële monumentale status geeft ook voordelen. Zo kunnen eigenaren technische, financiële en deskundige ondersteuning vragen aan de gemeente. Monumentenzorg van de gemeente zal als vraagbaak optreden. Monumentenzorg bereidt alvast een monumentenwaaier voor waarin eigenaren straks antwoorden kunnen vinden op de meest gestelde vragen.

Voorgeschiedenis
In de afgelopen 35 jaar zijn diverse onderzoeken gedaan naar de cultuurhistorische en architectuurhistorische monumentale waarden van een groot aantal objecten. De aanwijzing van gemeentelijke monumenten is rond 1990 gestopt, als gevolg van de naderende aanwijzing van de rijksmonumenten. Daarom zijn bijvoorbeeld objecten en de stedenbouwkundige structuren van Dudok nog niet aangewezen als gemeentelijk monument. Nu deze aanwijzingen zijn afgerond, kan er ten aanzien van de gemeentelijke monumenten een verdiepingsslag gemaakt worden.

Inventarisatielijst
De inventarisatielijst van potentiële monumenten is tot stand gekomen op basis van een intensief veld- en archiefonderzoek door in- en externe deskundigen, alsmede advies van deskundigen van de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM). Over het voornemen tot aanwijzen is verder vooroverleg gevoerd met de woningbouwcorporaties, de historische belangenverenigingen en de gemeentelijke eigenaren.

Het aanwijzingstraject heeft als doel een zorgvuldig afgewogen lijst van gemeentelijke monumenten te krijgen waaraan de cultuur- en architectuurhistorische ontwikkeling van Hilversum valt af te lezen en te ervaren. Denk daarbij ook aan sociale woningbouwcomplexen uit de periode 1910-1960, die van grote invloed zijn geweest op de ontwikkeling van Hilversum. Beoogd wordt om een deel van deze bebouwing aan te wijzen als gemeentelijk monument. De Electrobuurt is nog niet opgenomen in de inventarisatielijst. Het college is echter wel van mening dat de Electrobuurt zal moeten worden onderzocht op architectuur- en cultuurhistorische waarde evenals de overige objecten in de stad.

In het voorjaar van 2009 vindt een afsluitende tentoonstelling in het raadhuis en/of Museum Hilversum plaats van een aantal aangewezen monumenten. Doel van deze tentoonstelling: particuliere eigenaren verder informeren/enthousiasmeren over het belang van de aanwijzing om het draagvlak voor het behoud te vergroten.
Verantwoordelijk portefeuillehouder is Erik Boog.