Geen verplichting voor gemeente tot asbestsanering na brand
24.10.2007
De gemeente heeft geen algemene verplichting tot het uitvoering van
asbestsaneringen na brand. Dit is een belangrijke uitkomst in een door
de gemeente Leidschendam-Voorburg gewonnen rechtszaak bij het Hof Den
Haag. De gemeente was ondersteund door de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van de
Rechtbank Den Haag, waarbij de gemeente was veroordeeld tot betaling
van de kosten van asbestopruiming na een brand in een schuur.
Het hof oordeelde dat op de gemeente geen algemene verplichting rust
tot het uitvoeren van asbestsaneringen, noch op grond van de
Brandweerwet noch op grond van andere wetgeving. Dat zou slechts
anders zijn ingeval de verspreiding van asbest gevaar voor ongevallen
met zich mee zou brengen. Voorts overweegt het Hof dat de aanwezigheid
van asbestdeeltjes op naburige percelen voor eigenaren van die
percelen als hinder in de zin van artikel 5:37 BW kan worden
aangemerkt. Het nalaten om actie te ondernemen is naar het oordeel van
het Hof onrechtmatig. Ook al was het hebben van een dak van
asbestcement toegestaan en ook al is niet vastgesteld dat de eigenaar
schuld had aan de brand, het lag op de weg van de eigenaar om met
betrekking tot de asbestverspreiding actie te ondernemen.
De door het Hof aangehouden lijn is in overeenstemming met de lijn die
de VNG eerder als uitgangspunt heeft genomen. Namelijk dat het de
verantwoordelijkheid van de eigenaar van een object is om zorg te
dragen voor de opruiming van asbestdeeltjes die na een brand zijn
vrijgekomen.
Den Haag, 24 oktober 2007
Vereniging Nederlandse Gemeenten