Raad van de Europese Unie

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/96820.pdf

Brussel, 23 oktober 2007
14160/07 (Presse 246)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de vrijheid van meningsuiting in de Islamitische Republiek Iran

De EU blijft diep bezorgd over de toenemende repressie in de Islamitische Republiek Iran tegen alle groepen die hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen, en over de beperkingen die het land in toenemende mate stelt aan de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. De EU veroordeelt, onder verwijzing naar Resolutie 59/I van de AVVN, de sluiting van dagbladen, tijdschriften en het "Iranian Labour News Agency", alsook de arrestatie en vervolging van journalisten, web-bloggers en mensenrechtenactivisten die hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen.
De EU maakt zich met name zorgen over de situatie van de mensenrechtenactivist en journalist Emmadin Baghi, tegen wie een reeks gevangenisstraffen is uitgesproken wegens zijn academische activiteiten, en dringt er bij de Islamitische Republiek Iran op aan de heer Baghi onmiddellijk vrij te laten.

Het baart de EU ernstig zorgen dat drie studenten van de Amir Kabir Universiteit, Ehsan Masoori, Ahmad Ghassaban en Majid Tavakkoli, veroordeeld zijn tot respectievelijk twee, tweeënhalf en drie jaar cel voor een misdrijf dat zij, volgens de verklaringen van Ayatollah Sharoudi, niet hebben gepleegd. De EU beschouwt deze vonnissen als een ernstige schending van Irans internationale mensenrechtenverplichtingen, en roept de Islamitische Republiek Iran op, de fysieke en psychische integriteit van deze studenten te garanderen. De EU spreekt voorts andermaal haar bezorgdheid uit over de situatie van Mohammad Sadeg Kabovand, Said Matinpou, Mohammad Hassan Fallahieh, Adnan Hassanpour, Kaveh Javanmard, Ejlal Ghavami, Ako Kurdnasab, Farshad Ghorbanpour, Soheyl Asefi, Ali Farahbakhsh en Abdolvahed Boutimar, en roept de Islamitische Republiek Iran op niemand te straffen voor het vreedzaam uitoefenen van zijn rechten.

De EU dringt er bij de Islamitische Republiek Iran op aan, zich te houden aan haar internationale verbintenissen inzake mensenrechten (met name, wat de vrijheid van meningsuiting betreft, artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens) én aan het Iraanse nationaal recht (in het bijzonder de grondwetsartikelen 24 en 168 betreffende de vrijheid van meningsuiting en grondwetsartikel 26 betreffende de vrijheid van vereniging). Het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten wordt gegarandeerd door het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, dat door de Islamitische Republiek Iran is geratificeerd. De EU roept de Islamitische Republiek Iran op, te voldoen aan eerder overeengekomen internationale normen met betrekking tot vakorganisaties, zoals voorzien door de IAO, en verzoekt het land een herziening van zijn arbeidswet, en met name van de artikelen 130-138, te overwegen.

De EU dringt er bij de Iraanse autoriteiten ook op aan, terug te komen op de restricties die voor de volgende verkiezingscampagne voor de Majlis zijn aangekondigd, zodat er vrije en democratische verkiezingen kunnen plaatsvinden.
De kandidaat-lidstaten Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.

P E R S
We t s t r a a t 1 7 5 B - 1 0 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6 press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom