Mededeling inzake Humanitaire Hulp
1. Algemene gegevens
Titel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de
Raad:
Naar een Europese consensus over humanitaire hulpDatum
Commissiedocument: 13.6.2007
Nr. Commissiedocument: COM(2007) 317
(final)Pre-lex:http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=n
l& DosId=195843Nr. impact-assessment Commissie en Opinie
Impact-assessment Board: n.v.t.
(http://ec.europa.eu/governance/impact/practice) Behandelingstraject
Raad: CODEV en OS-RaadStreefdatum bereiken Consensus tussen EP, Raad
en Commissie: 7-12-2007Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie
van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel:
Humanitaire hulpverlening is een belangrijk extern beleidsinstrument
van de Europese Unie en staat symbool voor Europese solidariteit.
Echter, in toenemende mate staat de mate van toegang tot
hulpbehoevende mensen onder druk, voornamelijk in conflictsituaties.
Eveneens is er sprake van een toename van humanitaire actoren en van
publieke- en politieke belangstelling. Het is tijd de principes en
waarden van de Europese humanitaire hulpverlening en de fundamentele
humanitaire grondbeginselen (humaniteit, neutraliteit, onpartijdigheid
en onafhankelijkheid) te herbevestigen.
De doelstellingen van de mededeling zijn: (1) het verkrijgen van
consensus in EU-verband over de uitgangspunten en best practices van
humanitaire hulpverlening, (2) het vaststellen van een
implementatieagenda in EU-verband voor nauwere coördinatie van
humanitaire hulpverlening. De Europese consensus zou - volgens de
mededeling - meer draagvlak moeten creëren voor meer coherente,
consistente en bredere benadering van humanitaire hulpverlening.
3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en
regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige
Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en
proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?
Aangekondigde acties:
- De meest concrete actie die voortvloeien uit de mededeling is het
vaststellen van een implementatie-agenda. Nederland ziet echter geen
meerwaarde in nauwere coördinatie van humanitaire hulpverlening op
Europees niveau. Nederland is voorstander van donorcoördinatie, in
eerste instantie multilateraal en - waar mogelijk - met lokale
autoriteiten. Verplichte afstemming op het tussenliggende EU-niveau
voegt naar het inzicht van Nederland niet direct iets toe (veel
lidstaten zijn zeer kleine donoren), maar kan wel veel tijd kosten.
- Echter Nederland is groot voorstander van effectieve operationele
coördinatie in het veld, m.n. ook tussen DG ECHO (Directoraat-generaal
voor Humanitaire Hulp van de Europese Commissie) en VN (wat doorgaans
reeds het geval is).
- Wat Nederland betreft is humanitaire hulpverlening een gedeelde
bevoegdheid maar hoeft de Commissie niet namens de lidstaten te
spreken als het gaat om humanitaire hulpverlening.
- Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het
financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn.
4. Nederlandse positie over de mededeling
Nederland ondersteunt de ambitie van de Commissie om tot een consensus
over humanitaire hulp te komen. De mededeling biedt een goede basis
voor discussies over de te bereiken consensus. Nederland is van mening
dat met betrekking tot een aantal specifieke onderwerpen het
Commissie-standpunt niet of niet voldoende helder beschreven staat in
de mededeling. Nederland zal deze punten dan ook bij de bespreking in
de RWG CODEV aan de orde stellen.
- Onderkenning van en steun aan de leidende rol van de VN bij
internationale humanitaire crises
De mededeling laat zich in algemene termen hierover uit, maar in veel
mindere mate bij specifieke terreinen binnen de humanitaire
hulpverlening, zoals internationale rampenrespons, needs-assessment
instrumenten, en coördinatie van humanitaire hulpverlening. De tekst
van de mededeling kan zo geïnterpreteerd worden dat het duplicatie van
reeds bestaande VN-instrumenten op het gebied van internationale
humanitaire hulpverlening mogelijk maakt; dit vindt Nederland
ongewenst.
- VN hervormingen en financiële instrumenten
De positie van de Commissie ten aanzien van recente ontwikkelingen in
de internationale humanitaire sector ontbreekt grotendeels. Alhoewel
de mededeling zich in algemene bewoordingen positief uitlaat over de
VN-hervormingen op humanitair gebied, meent de Commissie geen visie te
hoeven geven op het Central Emergency Response Fund (CERF) en op de
zogeheten Pooled Funds. In beide gevallen betreft het nieuwe
financiële instrumenten die zijn opgezet binnen de VN. De EU lidstaten
zijn de grootste donoren van deze instrumenten. Nederland is van
mening dat de Commissie het zich niet kan veroorloven aan de zijlijn
te staan met betrekking tot dergelijke belangrijke ontwikkelingen.
Sterker nog: Nederland is er voorstander van als de Commissie zich ook
financieel aan deze instrumenten zou committeren.
- Inzet van civiele bescherming en militaire middelen
De Nederlandse inbreng zal zich met betrekking tot deze paragraaf
richten op (1) behoud van de tekst onder § 3.5. van de mededeling, en
(2) opname van een passage in de consensus waarin duidelijk wordt
aangegeven dat het humanitaire spoor leidend is bij humanitaire crises
in derde landen. Daarnaast zal aan de Commissie verduidelijking worden
gevraagd wat zij onder humanitaire hulpverlening en andere vormen van
hulpverlening verstaat.
o (ad1) is van groot belang voor de samenhang en efficiëntie van de
EU-respons op crises buiten de EU. De tekst in de mededeling op dit
onderdeel wordt integraal door Nederland ondersteund. Het is daarbij
van belang dat integraal wordt vastgehouden aan de MCDA- en
Oslo-richtlijnen zoals afgesproken door alle EU-lidstaten in VN-kader.
Nederland is ingenomen met de tekst van de Commissie op dit punt. Met
betrekking tot de Oslo-guidelines is de versie van november 2006
(waarin gesproken wordt over civil defense assets) leidend.
o (ad 2) De Commissie heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om
de knoop door te hakken op een belangrijke vraag en pijnpunt: Wie is
binnen de Commissie leidend op het gebied van rampenrespons in derde
landen? Nu bestaat daarover geen eenduidigheid, met als gevolg dat
zowel DG ECHO als DG Environment in dergelijk gevallen aan
rampenrespons kunnen doen, zonder dat deze acties (afdoende) op elkaar
zijn afgestemd. Nederland vindt dit een onwenselijke situatie en meent
dat binnen de Commissie één instantie (conform het principe ` guichet
unique') verantwoordelijk dient te zijn voor hulpverlening bij
rampenrespons in derde landen. Wat Nederland (en gelijkgezinde
lidstaten) betreft is dat - afhankelijk van het type crisis en
hulpverlening - DG ECHO, dan wel een ander Commissie-onderdeel zoals
DG Environment. Bij humanitaire crisis in derde landen is wat
Nederland betreft het humanitaire spoor (DG ECHO) leidend. Omdat de
Commissie gekozen heeft deze interne stammenstrijd in het midden te
laten, lijkt er geen andere optie voorhanden dan dat de Raad zich
hierover uitspreekt.
o Doordat de Commissie niet aangeeft welke vormen van hulpverlening
zij onder humanitaire hulpverlening schaart, en welke onder civiele
protectie of een andere type hulpverlening, blijft onduidelijk wanneer
civiele protectie of andere vormen van hulpverlening kunnen bijdragen
aan een humanitaire hulpverleningsactie, en wanneer niet. Hiermee
samenhangend verzuimt de Commissie aan te geven welke DG binnen de EU
de leiding heeft bij welk type hulpverlening. Het een en ander maakt
het moeilijk § 3.5, waar het gaat om civil protection op waarde te
beoordelen.
- Coördinatie hulpverlening in EU-kader
In de mededeling staat als doelstelling vermeld het vaststellen van
een implementatieagenda voor nauwere coördinatie van humanitaire
hulpverlening. Nederland is voorstander van donorcoördinatie, in
eerste instantie multilateraal en - waar mogelijk - met lokale
autoriteiten. Verplichte afstemming op het tussenliggende EU-niveau
voegt niet direct iets toe (veel LS zijn zeer kleine donoren), maar
kan wel veel tijd kosten. Nederland is wel groot voorstander van
effectieve operationele coördinatie in het veld, m.n. ook tussen DG
ECHO en VN (wat doorgaans reeds het geval is). Wat Nederland betreft
is humanitaire hulpverlening een gedeelde bevoegdheid en hoeft de
Commissie niet namens de lidstaten te spreken als het gaat om
humanitaire hulpverlening.
- Administratieve procedures
De mededeling wekt de indruk dat het huidige stringente
financieel-administratieve beleid van de Commissie geen belemmering
vormt voor snelle en effectieve humanitaire hulp. Nederland deelt die
mening niet en wil graag dat de Raad hieraan aandacht besteed.
Nederland wenst dat de administratieve procedures voor
projectfinanciering bij DG ECHO versoepeld worden, m.n. in het geval
van natuurrampen. Belangrijkste argumenten hiervoor zijn dat de
geldende voorwaarden een flexibele en snelle respons bij plotseling
opgekomen rampen juist in de weg kunnen staan. Behalve dat dit nadelig
is voor hulpbehoevende mensen, kan het tevens negatieve consequenties
hebben voor het imago van de EU. Daarnaast verhoogt het de
transactiekosten bij partners van ECHO. Om de administratieve
procedures te kunnen wijzigen dient de steun van de Raad en andere
onderdelen van de Commissie ingeroepen te worden.
- Coherentie
Humanitaire hulp is zowel binnen de EU als in Nederland een belangrijk
extern beleidsinstrument. Echter politieke beslissingen die de EU dan
wel nationale regeringen nemen stroken niet altijd met de
uitgangspunten van humanitaire hulp. Het bereiken van betere
coherentie op de verschillende terreinen is een uitdaging die zowel
bij de Commissie als bij de lidstaten ligt.
- Good Humanitarian Donorship
In de mededeling wordt verwezen naar dit belangrijkste beleidsproces
in de humanitaire sector. Een groot deel van de lidstaten maken deel
uit van dit proces, dat tevens is bekrachtigd in OESO/DAC-verband.
Nederland streeft naar bekrachtiging van de Good Humanitarian
Donorship--uitgangspunten door de Europese Unie en wil vooralsnog niet
dat er daarnaast nog andere initiatieven worden ontwikkeld.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken