Ministerie van Buitenlandse Zaken

Richtlijn gebruik Diergeneesmiddelen in de Veehouderij


1. Algemene gegevensTitel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 96/22/EG betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van b-agonisten.Datum Commissiedocument: 4 juni 2007
Nr. Commissiedocument: COM(2007) 292Pre-lex :
http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl &DosId=195794Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
De Europese Commissie heeft geen separate impact-assessment gemaakt.Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Veterinaire Experts, Coreper, LVR Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van LNVRechtsbasis: Artikel 152 (4) (b) van het
EG-verdragBesluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Raad: gekwalificeerde meerderheid; EP:
medebeslissingsrechtComitologie: niet van toepassing (wijziging richtlijn)

Samenvatting BNC fiche:

Het voorstel betreft een totaal-verbod op het gebruik van de stof `17 bèta oestradiol' als geneesmiddel voor gezelschaps- en landbouwhuisdieren en het versoepelen van het bestaande totaalverbod op de stof thyreostatica in geneesmiddelen voor gezelschapsdieren. Dit onderwerp valt onder de exclusieve bevoegdheid van de EG. Het subsidiariteitsbeginsel is dan ook niet van toepassing. Nederland vindt een totaalverbod op de stof 17 bèta oestradiol niet proportioneel. Wel is Nederland het eens met de vorm van het voorstel, namelijk een richtlijn.
De stof `17 bèta oestradiol' is zeer waarschijnlijk kankerverwekkend en een verbod op deze stof (vanwege de mogelijkheden van misbruik in de intensieve dierhouderij) zou ondersteund moeten worden. Er zijn ook niet-schadelijke alternatieven. Echter, voor zeker twee toepassingen zijn er geen alternatieven, namelijk bij de bestrijding van incontinentie van gesteriliseerde honden en voor de opwekking van hengstigheid bij paarden. Nederland kan niet instemmen met het voorgestelde totaalverbodop het gebruik van de stof '17 bèta oestradiol'. Alleen een verbod dat de genoemde en eventueel nog andere onmisbare toepassingen uitzondert, is acceptabel. Nederland kan instemmen met de voorgestelde versoepeling van het totaalverbod op thyreostatica.


3. Samenvatting voorstel:
De stof '17 bèta oestradiol (=vrouwelijk humane geslachtshormoon) is verboden voor landbouwhuisdieren, maar nog toegelaten voor gezelschapsdieren. Dit geeft de ruimte voor illegaal gebruik van deze stof, namelijk gebruik van deze stof ter bevordering van de groei van landbouwhuisdieren. Tevens is onlangs bekend geworden dat deze stof zeer waarschijnlijk kankerverwekkend is. Het voorstel is om deze stof ook te gaan verbieden voor gebruik bij gezelschapsdieren. Er zijn alternatieven voor deze stof op de markt, zodat er bij een totaalverbod geen tekorten aan diergeneesmiddelen zullen ontstaan. Echter, voor enkele toepassingen zijn er geen alternatieven, onder andere bij de bestrijding van incontinentie van gesteriliseerde honden en voor de opwekking van hengstigheid bij paarden. Verder wordt voorgesteld om het bestaande totaalverbod op het gebruik van thyreostatica (= schildklierhormoonremmers) te versoepelen, zodat er voor gezelschapsdieren geneesmiddelen ter behandeling van schildklierafwijkingen op de markt kunnen komen.

b) Impact-assessment Commissie: De Europese Commissie heeft voor dit voorstel geen impact assessment opgesteld.


4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel
a) Bevoegdheid: exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap (door middel van het (eerder) uitvaardigen van gemeenschappelijke regels is hier een exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap ontstaan).

b) Functionele toets
Subsidiariteit: niet van toepassing want het onderwerp betreft de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap.
Proportionaliteit: negatief. Een totaalverbod op het gebruik van de stof 17 bè ta oestradiol is naar de mening van Nederland een te zwaar middel. Omdat er voor twee toepassingen geen alternatieve stoffen zijn, wil Nederland geen totaalverbod, maar een verbod dat deze twee uitzonderingssituaties uitzondert. Nederland vindt het namelijk wel van belang dat er gestreefd wordt naar een gelijk (communautair) verbod of toestaan op/van het gebruik van bepaalde werkzame stoffen in diergeneesmiddelen.

c) Nederlands oordeel: Een verbod op de stof `17 bèta oestradiol' leidt ertoe dat er geen geneesmiddelen zijn voor de behandeling van incontinentie na sterilisatie bij honden en de
opwekking van hengstigheid bij paarden. Dit is voor Nederland niet acceptabel. Nederland is
van mening dat het nu voorliggende voorstel moet worden afgewezen of zodanig worden geamendeerd dat de stof '17 bèta oestradiol' nog wel gebruikt mag worden voor de
behandeling van de eerder genoemde indicaties bij honden en paarden. Het tweede onderdeel
van het voorstel, namelijk de versoepeling van het totaal-verbod op het gebruik van
thyreostatica, is voor Nederland acceptabel.


5. Implicaties financieel
a )Consequenties EG-begroting: geen

b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en / of decentrale overheden: Vooralsnog worden geen directe financiële consequenties voor de Rijksoverheid en decentrale overheden voorzien. Wel bestaat de kans dat producenten van diergeneesmiddelen met 17 bèta oestradiol financiële claims bij de overheid zullen indienen bij een totaalverbod van diergeneesmiddelen met 17 bèta oestradiol. Financiële claims voor diergeneesmiddelen met schadelijke bijwerkingen waarvoor alternatieven beschikbaar zijn, dienen in principe van de hand te worden gewezen. Als de indicaties waarvoor er geen alternatieven zijn voor 17 bèta oestradiol van het verbod uitgezonderd worden, wordt de kans dat er financiële claims van de producenten komen, aanzienlijk verkleind. Eventuele budgettaire consequenties worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels budgetdiscipline. Op het personele vlak worden voor de Rijksoverheid en decentrale overheden geen consequenties voorzien.

c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en burger:De financiële consequenties voor dierenartsen zijn naar alle waarschijnlijkheid positief. Geneesmiddelen met de stof 17 bèta oestradiol kunnen zij niet meer verkopen, maar wel diergeneesmiddelen met alternatieve stoffen voor 17 bèta oestradiol. Wel kunnen dierenartsen door de versoepeling van het totaalverbod op thyreostatica voortaan geneesmiddelen voor huisdieren met schildklierafwijkingen verkopen. Bij voldoende omzet zal ook het farmaceutisch bedrijfsleven hiervan kunnen profiteren aangezien dan de kosten van een markttoelating van middelen op basis van deze stof terugverdiend kunnen worden.

d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/ of bedrijfsleven en burger: De registraties in Nederland van diergeneesmiddelen op basis van de stof 17 bèta oestradiol zullen moeten worden geschrapt. De hiermee gepaard gaande (beperkte) administratieve lasten kunnen niet worden verhaald op de producenten en moeten dus door de overheid zelf betaald worden. Met de introductie van een nieuw diergeneesmiddel (ter bestrijding van schildklier afwijkingen bij huisdieren) zijn aanzienlijke administratieve lasten voor de producent gemoeid. Deze kosten zijn een vast gegeven wat de producent meeneemt in zijn kosten-baten overwegingen bij het op de markt brengen van een nieuw geneesmiddel.


6. Implicaties juridisch
a)Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid: beperkt (opname wijziging in nationale regelgeving)

b)Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: 1 juli 2007. Meer duidelijkheid van de Commissie over de implementatietermijn is gewenst.

c)Evaluatie-/horizonbepaling: niet in het voorstel opgenomen. Indien gekozen wordt voor een totaalverbod met uitzonderingen, zou het volgens Nederland aan te bevelen zijn om deze uitzonderingsbepalingen te limiteren in de tijd totdat er een alternatief diergeneesmiddel voorhanden is. Op deze manier wordt de farmaceutische industrie gestimuleerd om een alternatief te zoeken voor de schadelijke stof 17 bèta oestradiol.


7. Implicaties voor uitvoering en handhaving Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen, zelfstandige bestuursorganen e.d.
a) Uitvoerbaarheid: Het voorstel raakt dierhouders, dierenartsen, diergeneesmiddelenfabrikanten en registratiebureaus. Een partieel verbod op gebruik van 17 bèta oestradiol bij gezelschapsdieren leidt ertoe dat registraties van bepaalde diergeneesmiddelen door de registratieautoriteit geschrapt zullen moeten worden. Dierhouders, dierenartsen en fabrikanten zullen zich moeten instellen op dit nieuwe verbod. Ze zullen in veel maar zeker niet in alle gevallen alternatieven kunnen gebruiken (prostaglandines).

b) Handhaafbaarheid: Uitzonderingen op een totaal verbod bemoeilijken de controle op het juiste gebruik van de diergeneesmiddelen. De beschikbaarheid van de stof 17 bèta
oestradiol voor de honden en paarden weegt op tegen de moeilijkere handhaafbaarheid.


8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
a) Voor landen die dierlijke producten naar de EU exporteren gelden dezelfde productie-voorwaarden als voor de EU-lidstaten. Omdat het voorstellen voor 17 b èta oestradiol en thyreostatica vooral de gezelschapsdieren betreffen en slechts in geringe mate landbouwhuisdieren, zullen de voorstellen nauwelijks van invloed zijn voor ontwikkelingslanden die dierlijke producten exporteren naar de EU.
b) Toelichting implicaties: zie 7 b.


9. Nederlandse positie
a) Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt: Nederland kan met de voorstellen instemmen, mits de twee genoemde indicaties (en eventueel nog andere indicaties bij gezelschapsdieren waarvoor nu geen alternatieven zijn) behandeld kunnen blijven met de stof 17 bèta oestradiol. Wel is Nederland van mening dat de vraag gesteld kan worden of een partieel verbod voor gezelschapsdieren nog wel voordelen biedt boven de huidige situatie. Nederland is tevreden dat de beschikbaarheid van middelen voor gezelschapsdieren op basis van schildklierhormonen wordt verbeterd en verwacht door de versoepeling geen misbruik van het middel in de intensieve dierhouderij.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl