Raad van State


Uitspraak Raad van State
Zaaknummer: 200706200/2
Publicatie datum: woensdag 31 oktober 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Drenthe
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Drenthe
---

200706200/2.
Datum uitspraak: 31 oktober 2007

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

{verzoeker}, wonend te {woonplaats},

en

het college van gedeputeerde staten van Drenthe, verweerder.


1. Procesverloop

Bij besluit van 14 november 2006 heeft de gemeenteraad van Tynaarlo het bestemmingsplan "Eelde-Paterswolde kern" vastgesteld.

Verweerder heeft bij zijn besluit van 26 juli 2007, nr. 5.3/2006014815, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.

Tegen dit besluit heeft verzoeker bij brief van 28 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 30 augustus 2007, beroep ingesteld. Bij brief van 29 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 30 augustus 2007, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 oktober 2007, waar verzoeker in persoon en de gemeenteraad, vertegenwoordigd door J.E. Ploeger, ambtenaar bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord de Exploitatiemaatschappij Arti Imfa B.V., vertegenwoordigd door mr. C.L. Klapwijk, advocaat te Rotterdam,


2. Overwegingen

2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2.2. Het plan omvat de bebouwde kom van Eelde en Paterswolde en wordt begrensd door de woonwijk Spierveen in het westen, de lijn Westerhorn-Hoppenkampsweg-De Drift-Esweg in het zuiden en de begraafplaats en het zwembad in het oosten. De noordelijke plangrens wordt gevormd door de landgoederen De Braak en Lemferdinge. Het plan voorziet op het perceel achter Hoofdweg 266 te Paterswolde in de aanduiding "parkeerterrein", en verder voornamelijk in het vastleggen van de bestaande feitelijke situatie.

2.3. Verzoeker stelt dat verweerder in het bestreden besluit ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan voornoemd bestemmingsplan, voor zover dit voor het perceel achter Hoofdweg 266 te Paterswolde voorziet in de aanduiding "parkeerterrein". Volgens verzoeker is er geen noodzaak voor het realiseren van 50 parkeerplaatsen ter plaatse. Bovendien betoogt hij dat het realiseren van een parkeerplaats hem belemmert in zijn bedrijfsvoering en vreest hij lichtoverlast van de auto's.

2.4. De behandeling van de bodemprocedure van deze zaak zal plaatsvinden op 16 november 2007. De Voorzitter verwacht daarom dat de Afdeling in de bodemprocedure tijdig een uitspraak op het beroep van verzoeker zal doen. Ter zitting heeft de Exploitatiemaatschappij Arti Imfa B.V. verder aangegeven dat zij niet eerder gebruik zal maken van de reeds verleende vrijstelling voor de aanleg van 50 parkeerplaatsen achter het perceel Hoofdweg 266 te Paterswolde dan na de uitspraak van de Afdeling. Gezien deze omstandigheden is met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Daarbij wijst de Voorzitter er overigens nog op dat, indien desondanks vóór de behandeling van het beroep in de bodemprocedure met de aanleg van het parkeerterrein wordt begonnen het verzoeker vrij staat wederom een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen.

2.5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.

2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.


3. Beslissing

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Egmond, ambtenaar van Staat.

w.g. Hoekstra w.g. Egmond
Voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 31 oktober 2007

426.