Aan
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
31 oktober 2007 2
Ons kenmerk Uw kenmerk
DAB2007/3930 -
Onderwerp
-
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de opdrachtverlening aan de Commissie Private Financiering van
Infrastructuur en de Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten
toekomen. Dit n.a.v. mijn toezegging in het AO Luchtkwaliteit d.d. 27 september 2007.
De opdrachtverleningen aan beide commissies zijn als bijlage bijgevoegd.
Op korte termijn zullen tevens de instellingsbesluiten van beide commissies in de
Staatscourant worden geplaatst.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
- DAB2007/3930
Bijlage 1
Taakomschrijving Commissie versnelling besluitvorming infrastructurele projecten.
De bereikbaarheid in Nederland en met name in de Randstad staat onder druk. De
files nemen toe en de betrouwbaarheid van het netwerk neemt af. Het is een
kabinetsdoelstelling om de bereikbaarheid van de economische centra op peil te
houden op zodanige wijze dat de kwaliteit van de leefomgeving minder wordt belast.
Tegelijk merkt een ieder dat het lang duurt voordat een weg of spoorlijn wordt
gerealiseerd. Tussen het ontstaan van problemen en het uiteindelijk oplossen van die
problemen zitten soms tientallen jaren. Dat duurt te lang.
De besluitvorming in Nederland moet slagvaardiger en sneller kunnen. De behoefte
aan die versnelling wordt breed gevoeld in de samenleving. Bij de mensen op weg,
gebruikers van het spoor, bestuurders en belangenorganisaties. Het beeld is dat de
besluiten sneller kunnen worden genomen en de realisatie van wegen en spoorwegen
sneller kan, terwijl dat niet ten koste hoeft te gaan van de zorgvuldigheid van
besluiten ten aanzien van belangenafweging en inspraak.
De gewenste versnelling is in de eerste plaats te bereiken door versnelling van het
besluitvormingsproces en de daaraan gekoppelde procedures. Om over deze
problematiek te adviseren wordt de Commissie versnelling besluitvorming
infrastructurele projecten ingesteld.
In de tweede plaats is versnelling mogelijk door de inzet van private middelen. Daarbij
is de gedachte dat met private initiatieven of financiering het mogelijk moet zijn de
besluitvorming en uitvoering te versnellen en mogelijk extra middelen beschikbaar te
krijgen voor de uitvoering van infrastructurele projecten. Voor dit vraagstuk is de
commissie private financiering infrastructuur ingesteld.
In de kern richten de adviezen van beide commissies zich op snellere besluitvorming
over de infrastructuur. Beide commissies stemmen hun werkzaamheden en advisering
op elkaar af.
De taakomschrijving van de Commissie versnelling besluitvorming infrastructurele
projecten luidt als volgt.
A. De Commissie wordt verzocht aan te geven waar de werkelijke oorzaken van de
vertraging van grote infrastructuurprojecten projecten zijn gelegen.
B. De Commissie wordt gevraagd te onderzoeken waar zich nog mogelijkheden
voordoen om tot substantiële versnelling te kunnen overgaan, oplossingen aan te
dragen om de geconstateerde vertragingen in de toekomst zoveel mogelijk te
voorkomen, aanbevelingen te doen voor de inrichting van besluitvormingsproces van
infrastructurele projecten met inbegrip van zorgvuldige belangenafweging en inspraak.
---
- DAB2007/3930
Toelichting
Een eerste analyse geeft aan dat de wérkelijke oorzaken van de vertraging van grote
infrastructuurprojecten liggen in:
· de bestuurlijke en politieke consensuscultuur en `drukte' (`het is te druk'); én
· de `inherente' grote-project-complexiteit (inhoudelijk, juridisch, bestuurlijk,
politiek, financieel, `intern') (`het is te complex').
De volgende onderwerpen zal de Commissie mede bij haar werkzaamheden
betrekken:
· De mogelijkheden van wetgeving, waarbij ook de gedachte van de één-
besluitregeling zoals voorgesteld in de motie Rutte/Verhagen (Kamerstukken
2006/07, 30 800, nr. 22)
· De vraag of op langere termijn (na 2015) ontkoppeling wenselijk is, zodat niet
langer bij elk ruimtelijk besluit toetsing aan de grenswaarden plaats moet vinden
· Bij het zoeken naar oplossingen zal worden aangegeven in hoeverre de
aangedragen oplossingen soelaas (hadden) kunnen bieden bij drie
voorbeeldprojecten.
· De ervaringen die het buitenland zijn opgedaan ten aanzien van besluitvorming
infrastructuurprojecten
· De mogelijkheden om het tracébesluit te splitsen in een aanlegbesluit en een
ingebruiknemingsbesluit, zoals onder meer geopperd door de heer Brinkman
· Advies over het aantal te onderzoeken alternatieven in relatie tot de studielasten
en de beslisinformatie en de mate van detailniveau ervan die nodig is om tot
goede en zorgvuldige besluitvorming over infrastructuurprojecten te komen.
Naast deze analyse is het van belang te onderkennen dat het kabinet aan de Tweede
Kamer al aandacht heeft gevraagd voor een aantal aandachtspunten, die ook bij
werkzaamheden van de commissie van belang zijn. Met name de onderstaande
passage uit de brief aan de TK van 5 juni j.l. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007,
29 385, nr. 10) is daarbij richtinggevend.
"Tot slot wil ik op korte termijn een commissie instellen, die mij voorstellen moet doen
over hoe te komen tot een meer slagvaardige besluitvorming. Dit naar aanleiding van
de motie van de leden Rutte en Verhagen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007,
30 800, nr. 22) waarin de regering verzocht wordt te komen tot een één-
besluitregeling. Bij motie van het lid Hofstra c.s. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-
2007, 30 800 A, nr. 38) is de regering verzocht een brede commissie in te stellen ter
voorbereiding van voorstellen voor versnelling en stroomlijning van de besluitvorming
over infrastructuurprojecten.
Deze commissie zou onderzoek moeten doen hoe decentrale overheden zo optimaal
mogelijk bij het proces betrokken kunnen worden, met als doel bestuurlijke drukte te
voorkomen, maar ook om ten behoeve van de studie een zo groot mogelijk bestuurlijk
draagvlak te creëren voor een gedragen kosteneffectieve oplossing. Het uiteindelijke
---
- DAB2007/3930
doel is te komen tot een beter beheerst planproces met zorgvuldigheid richting
omgeving. Uiteraard zal daar in beschouwing genomen moeten worden hoe de
besluitvorming over de nut/noodzaakdiscussie plaatsvindt en de wijze waarop
belanghebbenden daarbij worden betrokken.
Binnenkort wil ik samen met de minister van VROM deze commissie een taakopdracht
geven om bovenstaande uit te werken. Ik wil de commissie daarbij specifiek vragen in
hoeverre de MIT-verkenning kan dienen om dat open planproces, waarin breed
verkend wordt wat oplossingsrichtingen1, zijn te faciliteren. In dat kader wil ik de in te
stellen commissie ook verzoeken de gedachte om te komen tot een één-
besluitregeling mee te nemen."
In lijn met het Coalitieakkoord is daarbij de bestuurlijke drukte rond besluiten en het
bereiken van een zo groot mogelijk bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak voor een
gedragen kosteneffectieve oplossing onderwerp van advisering. In het Coalitieakkoord
staat verder dat er zal worden ingezet op het accommoderen van mobiliteitsbehoeften
op een zodanige wijze dat de kwaliteit van de leefomgeving in afnemende mate wordt
belast. Met dit uitgangspunt dient de commissie uiteraard rekening te houden.
Tijd
Aanbieding van advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voorjaar 2008.
1 Sinds 2005 is de Tracéwet gewijzigd. In de gewijzigde Tracéwet wordt onderscheid gemaakt in een korte
en een lange procedure. De lange procedure wordt gevolgd bij nieuwe aanleg. De verkorte procedure
wordt gevolgd in geval van nader omschreven situaties van wijziging van hoofdinfrastructuur. Dat
betekent dat bij de lange procedure meer alternatieven bestudeerd worden met verschillende ruimtelijke
gevolgen.Bij een wijziging van hoofdinfrastructuur kan gedacht moet worden aan verbreding met 1 of 2
rijstroken, spitsstrook, plusstrook. Bij de lange procedure is het dan ook vanzelfsprekend dat er meerdere
oplossingen in de studie worden betrokken.
---
- DAB2007/3930
Bijlage 2
Taakomschrijving Commissie private financiering van infrastructuur
De minister van Verkeer en Waterstaat werkt aan een betere en veiligere
bereikbaarheid van onze economische centra. Om dat te realiseren is een versnelling
van besluitvorming en totstandkoming van investeringen in de weg- en
spoorinfrastructuur wenselijk. Een mogelijkheid om dit te bewerkstelligen, die in de
Tweede Kamer en door veel maatschappelijke partijen wordt geopperd, is het
toepassen van private financiering van infrastructurele investeringen. Daarbij is de
gedachte dat met private initiatieven of financiering het mogelijk moet zijn de
uitvoering te versnellen en mogelijk extra middelen beschikbaar te krijgen voor de
uitvoering van infrastructurele projecten, zonder dat daarbij sprake is van het via een
omweg belasten van de Rijksbegroting.
Aangezien private financiering van infrastructuur zou leiden tot een wijziging van het
huidige bekostigingsstelsel van infrastructuur, is in overleg met de minister van
Financiën besloten een commissie van deskundigen in te stellen. Deze commissie zal
aan de ene kant de kansen van private financiering in beeld moeten brengen, maar
tegelijkertijd ook de afwegingen die moeten worden gemaakt ten aanzien van ingezet
kabinetsbeleid en andere publieke belangen, waaronder de institutionele kaders ten
aanzien van rijksfinanciën.
Bij de beoordeling van de kansen is het belangrijk ook de maatschappelijke
meerwaarde voor de gebruiker/belastingbetaler, de efficiency van het
netwerkmanagement en de verantwoordelijkheids- en risicoverdeling tussen publieke
en private partijen mee te wegen. De aanbevelingen van de commissie moeten
bovendien passen binnen het kabinetsstandpunt `Anders betalen voor mobiliteit', dat
in het najaar naar de Kamer wordt verzonden.
De taakomschrijving van de Commissie private financiering van infrastructuur luidt als
volgt:
· De commissie brengt mogelijke toepassingen van private financiering van
infrastructuur in beeld, waarbij sprake is van "value for money"voor de
belastingbetaler/gebruiker, in de vorm van positieve maatschappelijke baten
en/of een verbeterde dienstverlening. Daarbij geeft de commissie inzicht in toe
te passen arrangementen en de voorwaarden waaraan zou moeten worden
voldaan om private financiering van of eventuele extra middelen voor
infrastructuur mogelijk te maken, zonder dat er daarbij sprake is van het via
een omweg belasten van de rijksbegroting. Tevens adviseert zij over de
publieke afwegingen die moeten worden gemaakt ten aanzien van de
rijksfinanciën en andere aspecten van het algemeen belang.
· De commissie onderzoekt tevens de implicaties van private financiering voor
de organisatie van het wegbeheer en zo mogelijk het spoorbeheer - en die
voor de doelmatigheid van het infrastructuur-netwerkmanagement.
---
- DAB2007/3930
Tijd
Aanbieding van advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van
Financiën begin 2008.
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat