Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Aanleg golfterrein in Groene Hart

31 oktober 2007 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op kamervragen waarin de minister meldt de aanleg niet op voorhand tegen te houden. Zowel het rijks- als provinciaal beleid staan onder voorwaarden deze ontwikkeling toe.

Meer informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen

D i rectie Regionale Zaken

Geachte Voorzitter,
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op de vragen van de leden Duyvendak (GroenLinks) en Vermeij (PvdA) over de aanleg van een golfterrein in het Groene Hart aan.


1
Bent u ervan op de hoogte dat er vergevorderde plannen zijn voor de aanleg van een golfterrein van 55 hectare in de Bovenkerkerpolder - dat wil zeggen in de Rijksbufferzone, in de Ecologische Hoofd Structuur en in het Nationale Landschap het Groene Hart -, inclusief indoor golffaciliteiten, grote horeca- en vergaderfaciliteiten, een 'driving range' voor 250 personen, 350 parkeerplaatsen en minimaal 32 lichtmasten, en dat de gemeente Amstelveen hier zeer welwillend tegenover staat?
Ja, waarbij ik aanteken dat de locatie van de golfbaan - waarvoor een plan in procedure is - niet is gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur.
2
Bent u ervan op de hoogte dat de Landbouw Effect Rapportage, die eind 2006 is uitgevoerd, aantoont dat er de komende tien jaar juist een tekort is aan agrarische grond in de Bovenkerkerpolder van 165 hectare?
Ja.

3
Wat vindt u ervan dat de provincie Noord-Holland het Streekplan Noord-Holland Zuid wil herzien ten faveure van dit golfterrein en woningbouw in de Bovenkerkerpolder? Dat vind ik geen goede ontwikkeling.
Het rijksbeleid voor nationale landschappen biedt ruimte voor ontwikkelingen zoals een golfbaan of woningbouw, onder de restricties van het migratiesaldo o-beleid en de voorwaarde dat de kernkwaliteiten van het gebied worden behouden of versterkt.

Op basis van de mij ter beschikking staande informatie over de plannen voor de golfbaan en over het ontwerp van de streekplanherziening constateer ik dat aan die voorwaarde niet wordt voldaan. Daarnaast vind ik de in de huidige planopzet gedachte grootschalige indoor, horeca- en vergaderfaciliteiten niet passen in het bufferzonebeleid. Beide zaken zijn de provincie in de reactie van het ministerie van VROM, mede namens andere departementen, op het ontwerp van de streekplanherziening Noord-Holland Zuid ook meegedeeld.

4
Wat vindt u ervan dat de gemeente Amstelveen en de provincie Noord-Holland voor de woningbouw de Groene As willen verplaatsen en dat daardoor het Groene Hart kleiner wordt?
De begrenzing van het Groene Hart, zoals vastgelegd in de Nota Ruimte, staat niet ter discussie. Op zichzelf is woningbouw in het Groene Hart niet uitgesloten, mits dit gebeurt binnen de voor Nationale Landschappen in de Nota Ruimte vastgelegde uitgangspunten: migratiesaldo 0 (woningbouw voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei) en onder de voorwaarde dat kernkwaliteiten van het gebied worden behouden of versterkt. De Groene As is onderdeel van de provinciale ecologische hoofdstructuur. De beoordeling of verplaatsing van de Groene As aanvaardbaar is, is aan de provincie.
5
Deelt u het standpunt dat deze plannen een te grote aantasting betekenen van dit cultuurhistorische landschap en natuurgebied, en niet passen bij de status van Nationaal Landschap, de EHS en Rijksbufferzone? Zo ja, bent u bereid dit tegen te houden? Zo neen, waarom niet?
Ja, zie mijn antwoord op vraag 3.
Afhankelijk van de reactie van de provincie op de opmerkingen van rijkszijde op het ontwerp van de streekplanherziening zullen de minister van VROM en ik ons beraden op eventuele verdere stappen. In dat verband merk ik op dat de gemeente Amstelveen heeft besloten met betrekking tot het vigerende bestemmingsplan de vrijstellingsprocedure te starten (WRO, artikel 19, lid 1). Bij die procedure heeft de VROM-Inspectie de mogelijkheid om bij de gemeente zienswijzen in te dienen en, indien daarvoor aanleiding is, een bezwaar- en beroepsprocedure te volgen.
Bij de vraag naar eventuele verdere stappen van het Rijk zullen zowel de streekplan- als de vrijstellingsprocedure worden betrokken.

6
Wat is uw oordeel over het feit dat de Grontmij N.V. zowel belanghebbende als opsteller van de Milieu Effect Rapportage is in deze?
Het opstellen van een MER is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer. Toetsing vindt door de onafhankelijke Commissie voor de MER plaats. Mij is gebleken dat Grontmij de initiatiefnemers in de RO-procedures begeleidt en opsteller is van de MER. Ik heb geen negatief oordeel over deze situatie.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
31 oktober 2007 DRZw. 2007/3844 3

7
Vindt u het gezien het ruimtebeslag van golfterreinen een goede ontwikkeling dat de Grontmij N.V., de Golf Management Gro(GMG), Fortis Vastgoed en de ANWB er actief naar streven om het aantal golfterreinen in Nederland te verdubbelen? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet en bent u bereid stappen hiertegen te ondernemen? Golf is een buitenactiviteit waar veel mensen plezier aan beleven. Vanaf 2000 is er een toename van 20.000 golfers per jaar geweest. Er zijn op dit moment 285.000 golfers. Daarmee is golf ook economisch gezien een activiteit waarmee inkomsten worden gegenereerd zonder grote milieubezwaren. Mits verstandig vormgegeven kunnen golfvoorzieningen landschappelijk verantwoord ingepast worden. Ik heb op dit moment geen aanleiding om generieke stappen te ondernemen. Dit nog los van het feit dat in zijn algemeenheid gemeente en provincie de verantwoordelijkheid hebben om te beoordelen in hoeverre of en zo ja op welke wijze deze ontwikkelingen in de regio inpasbaar zijn.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg