Dijken over het bovenregionaal vervoer Valys

Antwoorden op kamervragen van Van Dijken over het bovenregionaal vervoer Valys

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2805398

5 november 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op Kamervragen van het Kamerlid Van Dijken over het bovenregionaal vervoer Valys. (20070801720)

Vraag 1.
Ontvangt u in toenemende mate klachten over de werking van het bovenregionaal vervoerssysteem Valys?

Antwoord 1.
Ik heb van pashouders en van gebruikersorganisties signalen gekregen dat de uitvoering van Valys niet naar tevredenheid verloopt. Zoals ik u in de brief van 4 oktober 2007 en in het spoeddebat van 11 oktober 2007 heb gemeld heeft Connexxion inmiddels een aantal maatregelen genomen die de kwaliteit van het vervoer moeten verbeteren.

Vraag 2.
Herkent u naast de vele klachten over de uitvoering ook de nog steeds bestaande problemen door de limitering in kilometers, zowel bij het hoge als bij het lage persoonlijke kilometerbudget (pkb)?

Vraag 3.
Vindt u ook niet dat de groep die niet genoeg heeft aan het hoge pkb - vaak jonge gehandicapten- in staat moet zijn een normaal en actief sociaal leven te leiden?

Antwoord 2 en 3.
Uit de gegevens over het verbruik van de kilometerbudgetten blijkt dat het huidig aantal taxikilometers (standaard pkb 750 km, hoog pkb 2250 km) voorziet in de reisbehoefte van het overgrote deel van de pashouders. In 2006 heeft 3,8% van de standaard pkb-ers en 2,6% van de hoog pkb-ers zijn kilometerbudget volledig gebruikt.

Vraag 4.
Hoe ver bent u inmiddels gevorderd in het overleg met uw college van het ministerie van Verkeer en Waterstaat met betrekking tot het toegankelijk maken van het normale openbaar vervoer, dit ook in de wetenschap dat vrij recent de NS weer treinstellen heeft besteld die niet toegankelijk zijn voor iedereen?

Antwoord 4.
De ontwikkeling van stappenplannen voor toegankelijk OV is begin 2005 in de vaste commissie van VenW van de Tweede Kamer besproken. In vervolg hierop heeft de minister van VenW in de periode van eind 2005 tot najaar 2006 in drie brieven aan de Kamer het beleid in heldere stappen uitgewerkt met een toelichting op de fasering en voorzien van een kostenraming.
Beide departementen hebben over de toegankelijkheid van openbaar vervoer regelmatig overleg over de aanpak, de resultaten, de voorbereiding van regelgeving en actuele ontwikkelingen. Over de aanschaf van treinstellen begin 2007 is mij uiteengezet dat de algemene lijn van de NS is dat nieuw aan te schaffen treinmaterieel toegankelijk is.
Over de aanschaf van de door u bedoelde intercity dubbeldekstreinstellen is door de Kamer met de minister van Verkeer en Waterstaat gecorrespondeerd. De Kamer en de minister hebben toen de uitleg van NS geaccepteerd dat NS op korte termijn nieuw materieel heeft besteld om de onverwacht stijgende vervoervraag het hoofd te kunnen bieden. De meest recent door NS aangeschafte treinstellen voldoen aan toegankelijkheidseisen waaronder een gelijkvloerse instap.

Vraag 5.
Wordt in de op dit moment lopende verkenning naar de mogelijkheden om in Nederland in 2028 Olympische Spelen (en dus ook de Paralympics) te organiseren rekening gehouden met de dan zeker noodzakelijke versnelling van de verbetering van de toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van openbare voorzieningen?

Antwoord 5.
NOC*NSF doet onderzoek naar de haalbaarheid van Nederland sportland op Olympisch niveau. De studie past bij het streven van de sport om in een periode van tien jaar in Nederland een sportklimaat op Olympisch niveau te realiseren. Binnen dit onderzoek wordt ook aandacht besteed aan de infrastructurele consequenties bij het realiseren van een sportland op Olympisch niveau.