AO overheveling ggz

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ/CGG-2813170

13 november 2007

Aanleiding
Tijdens het algemeen overleg van 7 november 2007 heb ik met u gesproken over de overheveling van de geneeskundige GGZ vanuit de AWBZ naar de Zvw. Ik heb toegezegd op een aantal punten per brief terug te komen: de samenhang tussen de verschillende financieringssystemen, de activerende begeleiding, de bescherming van de privacy in relatie tot de vrouwenopvang en de financiering van de steunpunten ggz.

Verder heeft u verschillende onderwerpen aangedragen die u mee genomen zou willen zien in de monitor van de overgang volgend jaar. Deze zal ik daar adresseren, u wordt in mei volgend jaar ingelicht over de bevindingen uit de monitor.

Een samenhangend zorgstelsel gericht op de vraag van de patiënt

Aanleiding van het algemeen overleg was de overheveling van de geneeskundige ggz van de AWBZ naar de Zvw. Met de overheveling wordt alle geneeskundige zorg, zowel voor somatisch als geestelijke klachten, onder één stelsel gebracht. In de AWBZ blijft de niet-geneeskundige zorg en langdurige zorg voor ggz-clienten achter. Dit past ook beter in het karakter van de AWBZ, die voornamelijk gericht is op langdurige zorg. De Wmo is een participatiewet waarin is neergelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de maatschappelijke ondersteuning.
Het merendeel van de Nederlanders zal, na de overheveling van de geneeskundige ggz naar de Zvw, alleen nog maar met die Zvw te maken krijgen. Negen op de tien mensen die vanwege een psychische stoornis zorg krijgen, krijgen die zorg straks uit de Zvw. Voor al deze mensen betekent deze overheveling een vereenvoudiging; alle geneeskundige zorg inclusief de ggz wordt uit de Zvw betaald. Voor de mensen met langdurige klachten geldt dat zij voor hun langdurige klachten ook met de AWBZ en/of de Wmo te maken kunnen krijgen. Een goede positionering van en samenwerking tussen deze drie stelsels is uiteraard essentieel, zeker ook voor de kwetsbare patiënt met een langdurige psychische stoornis. Ook deze chronische patiënt heeft echter baat bij de vereenvouding van het Zvw-stelsel, want ook zij maken immers regelmatig gebruik van geneeskundige somatische en psychische zorg.

Positie van de activerende begeleiding in het zorgstelsel De overheveling van de geneeskundige ggz naar de Zvw is in essentie pakketneutraal. Een tweede uitgangspunt is dat de ggz `geknipt' wordt langs lijnen die al gelden voor de rest van de gezondheidszorg. Zodoende draagt deze overheveling ook bij aan het opschonen van zowel de AWBZ als de ZVW: alle geneeskundige zorg in de Zvw, de langdurige zorg in de AWBZ.
Bij de uitwerking van de overheveling in regelgeving waren zowel in de AWBZ als Zvw wijzigingen noodzakelijk. De geneeskundige ggz is toegevoegd aan de Zvw en bij de AWBZ zijn de functies behandeling en activerende begeleiding bij een psychische stoornis verdwenen. Deze functies zijn verdwenen omdat zij (in geval van een psychische stoornis) in principe geneeskundig van aard zijn en daarom niet langer thuishoren in de AWBZ.
Met name het wegvallen van die functie activerende begeleiding bij een psychische stoornis blijkt nu tot problemen te kunnen gaan leiden. Vanuit uw Kamer en ook vanuit het veld ben ik er op gewezen dat in de praktijk er ook niet geneeskundige activerende begeleiding bestaat en wordt geïndiceerd, naar analogie van de andere AWBZ-sectoren. Het gaat daarbij met name om een deel van de zorg die ingekocht wordt door pgb-houders en om een (klein) deel van de zorg voor chronische patiënten in RIBW-en, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang. Door het verdwijnen van de functie activerende begeleiding bij een psychische stoornis uit de AWBZ, dreigt daarmee naar nu blijkt een gat te ontstaan in de zorg voor deze groepen patiënten. Dit in weerwil van de beoogde pakketneutrale overheveling. Dit is uiteraard een niet beoogd effect en zal ik zo spoedig mogelijk repareren. Uitgangspunt daarbij is dat zowel recht wordt gedaan aan de uitgangspunten van de AWBZ als de Zvw, zodat de beoogde (verbetering van de) logische opbouw van beide stelsels in stand blijft.
Voor de Zvw betekent dit het handhaven van de nu al gerealiseerde afbakening met overheveling van alle geneeskundige ggz naar de Zvw. Voor de AWBZ betekent dit dat er een reparatie zal plaatsvinden door in 2008 de vergoeding van de niet geneeskundige activerende begeleiding bij een psychische stoornis in de AWBZ mogelijk te maken. De Zvw is hierbij een voorliggende voorziening ten opzichte van de AWBZ. De hiervoor noodzakelijke wijziging van regelgeving zal ik zo spoedig mogelijk in gang zetten.
In 2008 zal dan worden bezien hoe voor de langere termijn moet worden omgegaan met de niet geneeskundige activerende begeleiding (bij een psychische stoornis), dit in het kader van de AWBZ-brede beleidsontwikkeling rond activerende en ondersteunende begeleiding. Verder zal ik het Centrum Indicatiestelling Zorg duidelijke richtlijnen meegeven hoe om te gaan met de geneeskundige en niet geneeskundige activerende begeleiding bij een psychische stoornis. Bovengenoemde oplossing geldt ook voor pgb-houders en ook voor hen geldt dat de Zvw voorliggende voorziening is ten opzichte van zorg uit de AWBZ. Dit laatste betekent dat eerst de mogelijkheid van een pgb onder de Zvw aangesproken moet worden voor zover er sprake is van een behoefte aan geneeskundige zorg. Bij het pgb onder de Zvw gelden de eisen die verzekeraars stellen aan de behandelaars. Ik roep verzekeraars op om in overleg met cliënten de eisen zo te stellen dat het pgb enerzijds ruime mogelijkheden biedt en anderzijds de kwaliteit gewaarborgd blijft.

Privacy in relatie tot vrouwenopvang
Uw kamer heeft ook aandacht gevraagd voor privacy vrouwenopvang. Het moet niet zo kunnen zijn dat in het geval van deze kwetsbare groep gevoelige informatie via de verzekeraar aan derden, of in sommige gevallen de polishouders (ouders) wordt verstrekt.

Dit punt geldt niet specifiek voor de ggz, want dit dient ook goed geregeld te zijn bij andere instanties. Met de overheveling wordt het item echter actueel, aangezien er nieuwe verhoudingen ontstaan. Waar de vrouwenopvang voorheen alleen met het zorgkantoor te maken had, sturen zij vanaf volgend jaar wellicht ook een rekening naar een zorgverzekeraar.

Ik ben doordrongen van de ernst van het probleem rond privacy in de Zorgverzekeringswet. Hoewel de zorgverzekeraars in het platform Privacy zelf al bezig zijn met een gedragsprotocol over zorgvuldige gegevensuitwisseling, zal ik binnenkort met ZN over dit onderwerp spreken en aandringen op een goede oplossing voor de privacyproblematiek. Ik zal ZN vragen om de Federatie Opvang daarbij te betrekken. Verder zal ik monitoren in hoeverre daadwerkelijk actie ondernomen wordt om de privacy van cliënten in de vrouwenopvang zo goed als mogelijk te garanderen. Dit lijkt mij vooralsnog voldoende. Mocht blijken dat de acties van ZN onvoldoende soelaas bieden dan zal ik bekijken welke aanvullende activiteiten c.q. wettelijke garanties nodig zijn.

Steunpunten ggz
Tot slot wil ik nog even specifiek ingaan op de financiering van de steunpunten ggz. Gemeenten hebben, met de inwerkingtreding van de Wmo per 1 januari 2007, de verantwoordelijkheid om invulling te geven aan cliëntondersteuning voor de ggz-doelgroep. Cliëntondersteuning is opgenomen in een van de prestatievelden van de Wmo. Daarbij zijn ze vrij om te beslissen of en zo ja hoeveel subsidie een ggz-steunpunt krijgt vanaf 2007. De middelen die de ggz-steunpunten vanuit de voormalige AWBZ-subsidieregeling voor Zorgvernieuwingsprojecten (ZVP) kregen, zijn per 1 januari 2007 overgeheveld naar gemeenten. In 2007 worden deze middelen verdeeld over de gemeenten op klinisch historisch budget. Vanaf 2008 worden de voormalige ZVP-middelen volgens het objectieve model - dat voor alle Wmo-middelen geldt vanaf 2008 - verdeeld over alle gemeenten.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink