Gemeente Elburg


Integraal veiligheidsplan
gemeente Elburg
2008 - 2011


---

Inhoudsopgave

Inleiding...................................................................................................................3 Hoofdstuk 1. .............................................................................................................4 Veiligheid en beleid....................................................................................................4
1.1. Achtergrond.....................................................................................................4
1.2. Rol van de gemeente:.......................................................................................4
1.3. Waarom een Integraal veiligheidsplan voor de jaren 2008 - 2011...........................5
1.4. Regiegroep integrale veiligheid...........................................................................5
1.5. Bestuursverantwoordelijkheid ............................................................................6
1.6. Partners in het integraal veiligheidsbeleid............................................................6
1.7. Informatiebronnen............................................................................................7
1.8. Veiligheidsvelden en thema's .............................................................................7
1.9. Speerpunten van beleid.....................................................................................7
1.10. Financiële consequenties .................................................................................8 Hoofdstuk 2. .............................................................................................................9 Veiligheidsvelden en veiligheidsthema's........................................................................9
2.1. Veiligheidsveld "Veilige woon- en leefomgeving"...................................................9
2.1.1. Thema: Overlast tussen bewoners. ..................................................................9
2.1.2. Thema: Onveiligheidsgevoelens..................................................................... 10
2.1.3. Thema: Kwaliteit woonomgeving en leefbaarheid............................................. 10
2.1.4. Thema: Huiselijk geweld............................................................................... 11
2.1.5. Thema: geweld op straat.............................................................................. 12
2.1.6. Thema: criminaliteit..................................................................................... 12
2.2. Veiligheidsveld "Bedrijvigheid en veiligheid"....................................................... 13
2.2.1. Thema: veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelcentra .............................. 13 2.2.2. Thema: Uitgaan en horeca............................................................................ 13 2.3. Veiligheidsveld: jeugd en veiligheid. ................................................................. 15 2.3.1. Thema: Overlast.......................................................................................... 15 2.3.2. Thema: alcohol en drugs .............................................................................. 15 2.3.3. Thema: 12- netwerk .................................................................................... 16 2.4. Veiligheidsveld: fysieke veiligheid..................................................................... 17 2.4.1. Thema: verkeersveiligheid............................................................................ 17 2.4.2. Thema: veilige infrastructuur ........................................................................ 18 2.4.3. Thema: (brand)veiligheid gebouwen. ............................................................. 19 2.4.4. Thema: Externe veiligheid. ........................................................................... 19 2.4.5. Thema: Risico's natuurrampen. ..................................................................... 20 Hoofdstuk 3: ........................................................................................................... 22 Speerpunten van beleid 2008 - 2011.......................................................................... 22
3.1. Overlast en vandalisme. .................................................................................. 22 3.2. Kwaliteit woonomgeving en leefbaarheid. .......................................................... 24 3.3. Alcohol en drugs............................................................................................. 25 3.4. Huiselijk geweld. ............................................................................................ 26 3.5. Geweld op straat / Radicalisering...................................................................... 27 3.6. Risico's natuurrampen..................................................................................... 27


---

Inleiding.

De zorg voor de openbare orde en veiligheid is van oudsher één van de voornaamste taken van de overheid. Omdat veiligheid een veelomvattend begrip is met een veelheid aan deel- terreinen is een integrale aanpak van de veiligheidsproblemen van groot belang. Om deze reden is binnen de gemeente Elburg in 2003 gekomen tot de opstelling van een Integraal Veiligheidsplan voor de periode van 2004 tot en met 2007. Aangezien dit plan inmiddels aan herziening toe is, is een vernieuwd Integraal Veiligheidsplan opgesteld voor de periode 2008 ­ 2011.

In hoofdstuk 1 wordt nader ingegaan op het belang van integraal veiligheidsbeleid en de totstandkoming van een integraal veiligheidsplan in onze gemeente. Daarbij is onder meer aangegeven hoe het integraal veiligheidsplan tot stand is gekomen en wie de betrokken partners zijn bij het integraal veiligheidsbeleid.

In hoofdstuk 2 is per veiligheidsveld een inventarisatie gemaakt van de uitgangssituatie, de veiligheidsproblemen die er spelen en de acties die reeds worden ondernomen teneinde de veiligheidssituatie te verbeteren. Hierbij is elk veiligheidsveld weer onderverdeeld in veilig- heidsthema's. Hoofdstuk 2 geeft dus in feite weer welke veiligheidsproblemen er spelen en welk veiligheidsbeleid er op 1 januari 2008 reeds in de gemeente wordt gevoerd. Tevens wordt aangegeven welke ontwikkelingen er zijn te verwachten de komende 4 jaar.

Hoofdstuk 3 geeft die veiligheidsthema's weer die zijn gekozen als speerpunt van beleid en de uit deze speerpunten voortvloeiende actiepunten. Aan deze speerpunten van beleid wordt in de periode 2008 t/m 2011 extra aandacht besteed. In totaal is sprake van een ze- vental veiligheidsthema's die als speerpunt zijn gekozen en in totaal 27 acties die uit deze speerpunten voortvloeien. Dit zijn extra actiepunten die worden opgezet naast het reeds bestaande veiligheidsbeleid zoals verwoord in hoofdstuk 2.


---

Hoofdstuk 1.
Veiligheid en beleid.


1.1. Achtergrond
Burgers en organisaties rangschikken het thema veiligheid hoog als hen wordt gevraagd naar de maatschappelijke problemen. Veiligheid is een veelomvattend begrip met een veel- heid van deelterreinen en van deelnemende partijen. De kans op een verbrokkelde aanpak is groot hetgeen de veiligheid kan aantasten. Vandaar dat zowel landelijk als gemeentelijk steeds meer aandacht wordt gevraagd voor een integrale aanpak van de veiligheidsproble- matiek.

Integrale veiligheid tracht alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waar- bij alle betrokkenen (zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie) gezamenlijk trachten te komen tot een veiligere samenleving. Daarbij is het zaak dat alle schakels van de veiligheidsketen goed op elkaar aansluiten en dat er een goede systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van dit beleid (sluitende aanpak).

We kennen verschillende vormen van veiligheid waaronder:
· fysieke veiligheid en

· sociale veiligheid

Bij fysieke veiligheid proberen we schade / letsel die voortkomt uit de inrichting van de fy- sieke omgeving zoveel mogelijk te beperken dan wel te voorkomen. Bij sociale veiligheid proberen we schade / letsel die voorkomt uit de inbreng van andere mensen c.q. de sociale omgeving, zoveel mogelijk te beperken dan wel te voorkomen.

Daarnaast kunnen we fysieke en sociale veiligheid weer onderverdelen in:
· subjectieve veiligheid en

· objectieve veiligheid

Objectieve veiligheid wordt omschreven als de feitelijke aantasting van de veiligheid. Sub- jectieve veiligheid als gevoelens van onveiligheid van de burger. In de praktijk hoeven ge- voelens van onveiligheid (subjectieve onveiligheid) niet altijd overeen te komen met de daadwerkelijke onveiligheid (objectieve onveiligheid).


1.2. Rol van de gemeente:
De zorg voor openbare orde en veiligheid is van oudsher één van de voornaamste taken van de overheid. Integrale veiligheid tracht alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid waarbij alle betrokkenen weten waar hun verantwoordelijkheden liggen om zo tot een veiliger gemeente te komen. De gemeente vervult hierin met name een initiërende en re- gisserende rol t.a.v. de verschillende instellingen en organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de lokale veiligheid. Zij bevordert de probleemgerichte aanpak en een verbreding van de samenwerking.

De gemeente kan op verschillende niveaus een bijdrage leveren aan de verbetering van de lokale veiligheid, te weten:

· Pro-actie : het structureel voorkomen van onveiligheid
· Preventie : het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het beper- ken van de gevolgen ervan
· Preparatie : de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van onveilige si- tuaties

· Repressie : de bestrijding van onveiligheid en verlening van hulp in acute noodsi- tuaties

· Nazorg : alle activiteiten om zo snel mogelijk weer naar de normale situatie te- rug te keren.

De vijf hierboven genoemde punten worden samen de veiligheidsketen genoemd.


---

Het is van belang binnen de gemeente te komen tot een integrale aanpak van de veilig- heidsproblemen en hiervoor een gestructureerd beleid, in de vorm van een integraal veilig- heidsplan, vast te stellen.


1.3. Waarom een Integraal veiligheidsplan voor de jaren 2008 - 2011. In navolging op de landelijke ontwikkelingen is door de gemeenteraad van Elburg in maart 2004 een Integraal Veiligheidsplan voor de periode 2004 ­ 2007 vastgesteld. Door alle as- pecten van veiligheid onder één paraplu samen te brengen wordt inzichtelijk gemaakt op welke beleidsterreinen veiligheid speelt en wie er zoal mee te maken hebben. Maatregelen worden vaak vanuit meerdere veiligheidsoptieken benaderd en in samenwerking met ver- schillende instanties / organisaties uitgevoerd. In het Integraal veiligheidsplan worden dus alle veiligheidsonderwerpen gebundeld, zonder dat ingegaan wordt op de specifieke details die in de verschillende beleidsplannen zijn opgenomen zoals bv. in het brandveiligheidsplan, het rampenplan, het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan en het integraal handhavingsbe- leidsplan. Dit laatste plan wordt in het najaar van 2007 nog aangepast aan de wijziging van de ambtelijke organisatie en het concentreren van alle gemeentelijke toezicht- en handha- vingstaken op één afdeling. Daarna kan het plan worden vastgesteld..

Bij de vaststelling van het integraal veiligheidsplan in 2004 is te werk gegaan volgens de landelijke methode kernbeleid in veiligheid. Elburg was daarbij een van de eerste gemeen- ten in de regio die over een integraal veiligheidsplan beschikte. In regionaal verband is in- middels afgesproken dat alle gemeenten in 2007 moeten komen tot de opstelling van een integraal veiligheidsplan.

Aangezien het integraal veiligheidsplan 2004 ­ 2007 van de gemeente Elburg al is opgesteld conform de landelijke richtlijnen, en deze richtlijnen weinig zijn veranderd, kan de opzet van het integraalveiligheidsplan voor de komende 4 jaar vrijwel dezelfde blijven.

De raadscommissie Algemene Bestuurszaken heeft de speerpunten van beleid voor de ko- mende 4 jaar vastgesteld. Vervolgens zijn deze in het integraal veiligheidsplan verder uit- gewerkt. Het integraal veiligheidsplan wordt, in het kader van het dualisme, door het colle- ge vastgesteld voor een periode van 4 jaar t.w. van 2008 t/m 2011. Jaarlijks wordt het vei- ligheidsplan geëvalueerd en worden de actiepunten voor het komende jaar besproken in de raadscommissie Algemene Bestuurszaken.

De algemene doelstellingen van het veiligheidsbeleid zijn tweeledig:
1. Een verbetering van de veiligheid welke zichtbaar moet worden door afname van criminaliteit en overlast, een beter toezicht op de naleving van de regels en een goe- de organisatie en inrichting van taken gericht op het voorkomen en bestrijden van onveilige situaties

2. Het vergroten van het gevoel van veiligheid van de burgers in de gemeente.


1.4. Regiegroep integrale veiligheid.
In de gemeente Elburg is een regiegroep integrale veiligheid ingesteld. Doel van de regiegroep is:
a) te komen tot een goede coördinatie van alle activiteiten die de integrale veiligheid be- treffen en
b) het ontwikkelen van nieuwe activiteiten die de integrale veiligheid bevorderen.

In de regiegroep zijn naast beleidsmedewerkers van de diverse afdelingen, ook de politie en brandweer vertegenwoordigd. Voorzitter is de gemeentesecretaris. Afhankelijk van de te behandelen onderwerpen kunnen derden zowel van binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten bij de vergaderingen worden uitgenodigd.

De actualisering van het integraal veiligheidsplan is door de coördinator integrale veiligheid i.s.m. de regiegroep integrale veiligheid tot stand gebracht.


---

De regiegroep integrale veiligheid komt jaarlijks met een evaluatie van het veiligheidsbe- leid. In deze evaluatie wordt een overzicht gegeven van de ondernomen acties, de mate waarin deze al dan niet zijn uitgevoerd, de redenen hiervoor en zo mogelijk de resultaten van de acties. Tevens wordt weergegeven aan de hand van het veiligheidsplan welke acties het komende jaar worden ondernomen.
De evaluatie wordt gekoppeld aan de bespreking van de jaarlijkse politierapporten (jaar- plan, veiligheidsbeeld en bestuurlijke rapportage) in de raadscommissie Algemene Be- stuurszaken.


1.5. Bestuursverantwoordelijkheid.
Burgemeester:
De burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en is daarvoor als eerste aanspreekbaar en politiek verantwoordelijk. De burgemeester heeft het opperbevel bij rampen, branden of grootschalige calamiteiten en is de gezagsdra- ger op het terrein van de openbare orde en veiligheid en hulpverlening. Op basis van de Politiewet kan de burgemeester voor de uitoefening van het gezag de nodige aanwijzingen geven aan de politie. De burgemeester vervult in relatie tot deze wettelijke taken een coör- dinerende rol binnen het integraal veiligheidsbeleid. Als lid van het districtscollege (drie- hoeksoverleg: gemeente, politie en OM) en van het regionaal veiligheidsbestuur heeft de burgemeester zicht op de uitvoering en de voortgang van het integraal veiligheidsbeleid. Deze positie maakt het mogelijk om in te grijpen wanneer het draagvlak vermindert, af- spraken niet worden nagekomen of een koerswijziging wordt ingezet.

Wethouders/college van burgemeester en wethouders
De werkzaamheden van wethouders raken bijna zonder uitzondering het integraal veilig- heidsbeleid, waardoor veiligheid kan worden beschouwd als een collectieve verantwoorde- lijkheid van het gehele college. Veiligheid werkt door op vele terreinen en heeft daardoor raakvlakken met bijna alle gemeentelijke afdelingen. Om deze reden is het noodzakelijk dat het gehele college alert is op veiligheidsaspecten van het gemeentelijk beleid en een actieve rol vervult ten aanzien van het integraal veiligheidsbeleid.

De gemeenteraad.
De gemeenteraad zet veiligheid op de politieke agenda, stelt veiligheidsprioriteiten (kaders) vast en stelt middelen ter beschikking die nodig zijn voor een effectief integraal veiligheids- beleid.


1.6. Partners in het integraal veiligheidsbeleid. De verantwoordelijkheid voor een veilige samenleving ligt niet uitsluitend bij de gemeente- lijke overheid. Politie, brandweer en het OM hebben een verantwoordelijkheid, maar ook maatschappelijke organisaties en de burgers zelf. Teneinde te komen tot een goed gedra- gen en goed uitgevoerd veiligheidsbeleid is samenwerking met deze partners van groot belang. De gemeente vervult hierbij de regisseursrol en zoekt en brengt de partners bij el- kaar.

Betrokken partners in het veiligheidsbeleid zijn:

· politie

· openbaar ministerie (inclusief buro Halt)
· inwoners van Elburg /bewonersorganisaties / wijkcomités
· maatschappelijke organisaties (w.o. stichting Wiel)
· woningbouwcorporaties

· winkeliers, bedrijven, horeca

· schoolbesturen

· wijkcomités

· gemeenten in ISV-verband, provincie

· diverse regionale instellingen w.o. brandweer en ggd


---

Ten behoeve van een geregeld overleg met bovengenoemde partners zijn diverse overleg- vormen opgezet, wij noemen hierbij (niet limitatief): de regiegroep integrale veiligheid, de regiegroep jeugdbeleid, het horecaoverleg, de seniorenraad, verkeersadviesgroep, over- lastnetwerk, werkgroep externe veiligheid, structureel overleg met het bedrijfsleven en met de winkeliersverenigingen, overleg met de wijkcomités en wijkavonden.


1.7. Informatiebronnen
Bij de actualisering van het integraal veiligheidsplan is gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen:

· Politieregistraties en jaarrapportages van de politie
· Gegevens uit de Politiemonitoren

· Jaarrapportages brandweer

· Gegevens uit de gemeentelijke veiligheidsonderzoeken van 1999, 2002 en 2005. (Dit veiligheidsonderzoek wordt één maal in de drie jaar gehouden.
· Informatie van en door bewoners en bewonersorganisaties (w.o. informatie verkregen tijdens wijkavonden, informatie van wijkcomités en de seniorenraad)
· Informatie van winkeliers, bedrijven en horeca (met alle drie partijen vindt een geregeld overleg plaats).

De eerste drie bronnen geven de cijfers weer en registreren de veiligheidssituatie. De laats- te drie bronnen leveren het verhaal achter de cijfers. De bronnen bieden gezamenlijk de informatie die nodig is voor een goede kijk op de veiligheidsproblematiek in onze gemeente.


1.8. Veiligheidsvelden en thema's
In hoofdstuk 2 wordt uitgebreid ingegaan op de veiligheidsproblemen die er spelen in de gemeente Elburg. Daarbij is gebruik gemaakt van een onderverdeling in zgn. veiligheidsvel- den. De gehanteerde veiligheidsvelden zijn:

1. veilige woon- en leefomgeving

2. bedrijvigheid en veiligheid

3. jeugd en veiligheid

4. fysieke veiligheid

De veiligheidsvelden zijn weer onderverdeeld in veiligheidsthema's waarbij per veiligheids- thema is weergegeven:
a. welke aantastingen van de veiligheid zich voordoen b. op welke wijze hierop wordt ingespeeld en welke acties hiertoe reeds in gang zijn gezet c. welke aanvullende acties zonodig nog gewenst zijn.

De in dit hoofdstuk weergegeven acties maken onderdeel uit van het door ons gehanteerde veiligheidsbeleid en worden de komende vier jaar voortgezet. Waar nodig en mogelijk kun- nen deze worden uitgebreid.


1.9. Speerpunten van beleid.
Op basis van de in hoofdstuk 2 weergegeven informatie is door de raadscommissie Algeme- ne Bestuurszaken een aantal speerpunten van beleid vastgesteld. Speerpunten van beleid zijn die thema's waaraan de raad de komende vier jaar extra aandacht wil besteden.

Deze speerpunten van beleid zijn:

- Overlast / vandalisme

- Kwaliteit woonomgeving / leefbaarheid

- Alcohol en drugs

- Huiselijk geweld

- Geweld op straat

- Radicalisering

- Risico's natuurrampen


---

Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de doelstellingen en acties voor de komende vier jaar die voortvloeien uit de gekozen speerpunten. Dit zijn dus extra actiepunten die worden ge- start naast de reeds in hoofdstuk 2 genoemde acties per veiligheidsthema.


1.10. Financiële consequenties
De kosten voor het integraal veiligheidsbeleid zijn voor een groot deel al opgenomen in de productbegrotingen van de verschillende beleidsvelden die bij het integrale veiligheidsbeleid zijn betrokken. Eventuele extra kosten voor intensivering van het integraal veiligheidsbe- leid worden zonodig opgevoerd bij de voorjaarsnota. De initiatieven hiervoor worden door de verschillende primaathouders gestart. Verder is er jaarlijks een bedrag van 4000,- be- schikbaar voor (kleinere) activiteiten die voortvloeien uit het integraal veiligheidsplan. Ook de uitvoering van de acties die voortvloeien uit de in hoofdstuk 3 genoemde speerpunten van het integraal veiligheidsbeleid, brengen in sommige gevallen extra financiële conse- quenties met zich mee. De kosten hiervan zullen t.z.t. apart worden opgevoerd bij de ver- dere uitwerking van de plannen c.q. bij de voorjaarsnota.


---

Hoofdstuk 2.
Veiligheidsvelden en veiligheidsthema's


2.0. Algemene informatie over de veiligheid in de gemeente Elburg.

Elburg is een relatief veilige gemeente. Vergelijken we de criminaliteitscijfers van de ge- meente Elburg met de ons omliggende gemeenten en met de landelijke cijfers dan is in on- ze gemeente geen sprake van grote problemen. Het veiligheidsgevoel in onze gemeente is sinds 1999 verder toegenomen.

3 % van de inwoners voelde zich in 2005 regelmatig tot vaak onveilig. In 1999 was dit nog 6 % en in 2002 5 %. Ook het percentage bewoners dat zich zorgen maakt over de omvang van de criminaliteit is behoorlijk afgenomen. Was dit in 2002 nog 25 %, in 2005 was dit terug gelopen naar 15 %
Uit bovenstaande cijfers kan voorzichtig worden geconcludeerd dat het door de gemeente Elburg gevoerde integrale veiligheidsbeleid zijn vruchten afwerpt. Ons streven is de komen- de 4 jaar de veiligheidscijfers afkomstig uit de diverse politierapporten en de veiligheidsen- quête minimaal te handhaven op het huidige niveau en zo mogelijk te verbeteren.

Uit statistische cijfers van de brandweer wordt geconstateerd dat het aantal uitrukken van de brandweer een stijgende lijn vertoont. Een gedeelte hiervan wordt veroorzaakt door een toename van het aantal meldingen via brandveiligheidinstallaties (al dan niet loos alarm) en door een toename van het aantal meldingen ten gevolge van extreme weersomstandighe- den. Daarom is risico's natuurrampen onder meer als speerpunt van beleid voor de komen- de 4 jaar gekozen.

In hoofdstuk 2 zijn de diverse veiligheidsvelden opgenomen waaraan binnen onze gemeente aandacht wordt besteed. Deze veiligheidsvelden zijn weer onderverdeeld in thema's. Per thema geven wij het volgende weer:

1. een korte beschrijving van de problematiek die er speelt in onze gemeente
2. welke activiteiten er al worden verricht om deze problematiek aan te pakken en
3. wat er naar onze mening in de komende 4 jaar nog extra zou moeten gebeuren.


2.1. Veiligheidsveld "Veilige woon- en leefomgeving"

2.1.1. Thema: Overlast tussen bewoners.

In dit thema willen wij ons beperken tot overlast ten gevolge van probleemgezinnen en psychiatrische gevallen en burenoverlast. Alle andere gevallen van overlast w.o. jeugdover- last, overlast t.g.v. dronken mensen, overlast van geparkeerde auto's etc. komen aan de orde in de hierna weergegeven thema's.

Uit politiecijfers en uit de veiligheidsenquête blijkt dat het aantal gevallen van burenruzie en burenoverlast toeneemt. In veel gevallen is hier sprake van probleemgezinnen en / of psy- chiatrische gevallen. De overlast die hier uit voort vloeit is niet zo maar op te lossen, mede ook omdat verplaatsing van deze gezinnen vaak niet helpt en de problemen na verhuizing weer opnieuw gaan spelen.

Tot nu toe ondernomen acties:

- De problematiek rond overlast t.g.v. probleemgezinnen, psychiatrische gevallen e.d. wordt onder meer besproken in een daarvoor opgerichte commissie woonproblemen, waarin woningstichting, stichting Wiel, politie en gemeente zitting hebben. Individue- le probleemgevallen worden doorverwezen naar de daarvoor bestemde hulpverle- ningsinstanties.


10


- Mensen die tussen wal en schip raken en bv. op straat zwerven (de zgn. zorgmij- ders) worden aangemeld bij de GGD. De GGD heeft personeel in dienst die deze zorgmijders opzoeken en zo mogelijk verder begeleiden.

Toekomstige ontwikkelingen:

- Momenteel wordt gekeken naar de mogelijkheden van buurtbemiddeling en de inzet van een mediator die kan bemiddelen bij problemen in de buurt.

2.1.2. Thema: Onveiligheidsgevoelens.

Zoals in paragraag 2.0 al is aangegeven zijn de onveiligheidsgevoelens in de gemeente El- burg de laatste jaren behoorlijk gedaald. In 't Harde zijn de onveiligheidsgevoelens hoger dan in de rest van de gemeente. Dit kan onder andere worden veroorzaakt door de ligging aan de snelweg, door de aan de Eperweg gelegen discotheek en door de open structuur van het winkelcentrum.
De meeste onveiligheidsgevoelens in de gemeente Elburg worden veroorzaakt door rond- hangende jongeren, slechte verlichting en drank- en drugsoverlast. Hierbij wordt opgemerkt dat de percentages waarmee hierdoor onveiligheidsgevoelens worden veroorzaakt de laatste jaren wel zijn gedaald.
Het hebben van onveiligheidsgevoelens (is subjectieve onveiligheid) wil echter nog niet zeg- gen dat de situatie daadwerkelijk onveilig is (objectieve onveiligheid). Zo voelt het voor veel mensen onveilig aan wanneer er een groep jongeren op straat rond hangt, terwijl dit in het geheel niet onveilig hoeft te zijn. Dit verschil tussen objectieve en subjectieve onveiligheid speelt op meerdere beleidsterreinen.
Voor wat betreft de aanpak van overlast door hangjeugd wordt hierbij verwezen naar para- graaf 2.3.: jeugd en veiligheid.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Alle achterpaden in beheer bij gemeente en bij de woningstichting De Betere Woning en Omnia Wonen zijn de afgelopen jaren voorzien van verlichting, hetgeen het ver- lichtingsniveau aanzienlijk heeft verbeterd. Bij nieuwbouw wordt achterpadenverlich- ting gelijk meegenomen.

- Bij groot onderhoud wordt de bestaande verlichting getoetst aan de normen van de Nederlandse stichting voor verlichtingskunde en zonodig aangepast. In oude wijken worden nieuwe armaturen geplaatst met betere lichtopbrengst. In 2006 is een pro- ject m.b.t. de aanleg van verlichting langs de fietspaden tussen de kernen afgerond.
- Meer open beplanting bij openbare ruimtes, speeltuinen e.d. bevordert het gevoel van veiligheid. Dit wordt meegenomen bij het regulier onderhoud.
- De wijkagenten vervullen een belangrijke functie m.b.t. de signalering van hangplek- ken, overlastsituaties en sociaal onveilige plekken. Zij onderhouden hierover een re- gelmatig contact met de gemeente.

- Op de gemeentepagina in de Huis aan Huis wordt maandelijks in de rubriek "Sa- menwerken aan Veiligheid' informatie verstrekt over het veiligheidsbeleid en de wijze waarop bewoners mee kunnen werken aan de verbetering van hun veiligheid.
- Bij het opknappen c.q. de renovatie van winkelcentra (zoals bv. bij het winkelcen- trum in 't Harde ) wordt extra aandacht besteed aan het sociaal veiliger maken er- van.

2.1.3. Thema: Kwaliteit woonomgeving en leefbaarheid.

Bewoners geven aan zich wel betrokken te voelen bij hun woon- en leefomgeving (68%) maar zijn in verhouding weinig bereid om iets bij te dragen aan hun leefomgeving. Een en ander heeft negatieve consequenties voor de sociale verhoudingen binnen een wijk, het aanzien van de wijk (sociale verloedering), de sociale controle, en de inzet en wil samen zaken op te pakken. Tevens zijn bewoners (te) weinig bekend met bewoners- en buurtorga- nisaties in hun omgeving. Wanneer bewoners meer betrokken zijn bij hun wijk en haar be- woners heeft dit een directe positieve invloed op de leefbaarheid en veiligheid.


---

Als belangrijkste leefmilieuproblemen scoren hondenpoep, slecht onderhouden groen en kuilen of plassen op stoep of fietspad hoog. Hierin wijkt Elburg niet af van landelijke gege- vens. Sinds de invoering van het zwaardere vuurwerk en de toename in populariteit van het schieten met carbid is de overlast tijdens de jaarwisseling toegenomen.

Tot nu toe ondernomen acties:

- In het kader van wijkgericht werken zijn er in de gemeente Elburg 4 wijkcomités in- gesteld. Het streven is begin 2008 ook het 5e en laatste wijkcomité te hebben inge- steld. Met de wijkcomités vindt onder meer overleg plaats over de leefbaarheid en veiligheid in hun wijk.

- Ter bestrijding van de kleine criminaliteit en ter verbetering van de leef- en woon- omgeving wordt jaarlijks een schoonmaakdag georganiseerd in de gemeente waarbij bewoners, wijkcomités, verenigingen en scholen worden betrokken.
- Er is een meldpunt ingesteld waar bewoners "meldingen" die de openbare ruimte be- treffen kunnen doorgeven (losliggende stoeptegels, omgewaaide bomen, kapotte verlichting e.d.).Buiten kantooruren is voor calamiteiten een apart meldpunt inge- steld.

- Ter vermindering van de overlast door geparkeerde vrachtwagens binnen de kernen is er een vrachtwagenparkeerplaats gerealiseerd aan de Zuiderzeestraatweg in Doornspijk.

- Overleg met wijkcomités en bewonersgroepen over speelvoorzieningen, mulfunctio- nele voorzieningen, trapveldjes, hangplekken e.d. in de gemeente Elburg. Dergelijke voorzieningen vervullen in de wijken een sociale functie. Door hier gezamenlijk aan te werken kan dit de sociale samenhang en de tolerantie bevorderen.
- Jaarlijks vindt vanaf september een maandelijks overleg plaats met politie, brand- weer, jongerenwerk en gemeente ter voorbereiding op de komende jaarwisseling. Doel is het maken van gezamenlijke afspraken ter vermindering van de overlast en het vandalisme rond de jaarwisseling.

Toekomstige ontwikkelingen.

- In 2007 is het hondenpoepbeleid geëvalueerd. Teneinde uitvoering te kunnen geven aan de maatregelen die voortvloeien uit de evaluatie is meer toezicht op de uitvoe- ring van het hondenbeleid noodzakelijk. De raad heeft inmiddels extra geld beschik- baar gesteld waarmee extra uren toezicht geregeld kunnen worden.
- In het kader van de uitvoering van de WMO zal nader worden bezien in hoeverre de wijkcomités hierin een rol kunnen gaan vervullen.
- De Algemene Plaatselijke Verordening zal in die mate worden aangepast dat voor het collectief schieten met carbid ontheffing bij de gemeente moet worden aangevraagd. Aan deze ontheffing worden, ter vermindering van de overlast, aparte voorwaarden verbonden zoals een beperking van het aantal uren waarop mag worden geschoten en een beperking van het aantal bussen waarmee mag worden geschoten.

2.1.4. Thema: Huiselijk geweld.

Volgens gegevens van de politie bedroeg in 2005 het aantal meldingen i.v.m. huiselijk ge- weld 33, in 2006 was het aantal meldingen gestegen tot 44. Andere betrouwbare cijfers van andere instellingen zijn tot nu toe niet beschikbaar. Waarschijnlijk betreffen deze meldingen slechts een topje van een ijsberg. Landelijk wordt er van uitgegaan dat in slechts 10% van de gevallen een melding bij de politie wordt gedaan. Andere onderzoeken geven aan dat er zich vaak vele incidenten voordoen voordat een slachtoffer een melding doet.

Tot nu toe ondernomen acties.

- De politie intervenieert in crisissituaties en leidt slachtoffers naar een hulpverlenings- traject en start zonodig een justitieel traject op. Het advies- en steunpunt huiselijk geweld (actief sinds november 2006) is de voordeur voor het hulpverleningstraject, waarin maatschappelijk werk en slachtofferhulp een belangrijke rol vervullen. Het Advies- en meldpunt Kindermishandeling heeft voor kinderen deze specifieke functie. Daarnaast is het zorgdragen voor de veiligheid van het kind een belangrijke functie. De Vrouwenopvang kan in ernstige crisissituaties crisisopvang bieden.


12


- Gemeenten op de Noord Veluwe doen sinds 2005 een inspanning om te komen tot ketenafspraken met alle betrokken partijen bij de aanpak van huiselijk geweld. Dit heeft geresulteerd in een conceptconvenant voor de aanpak van huiselijk geweld.
- Gemeenten streven daarnaast naar integraal beleid m.b.t. de aanpak van huiselijk geweld. Een regionaal opgemaakte beleidsnotitie doorloopt in het 3e kwartaal 2007 het besluitvormingstraject.

Toekomstige ontwikkelingen.
De inzet van de gemeenten voor de komende jaren zal zich richten op een aantal terrei- nen:

- Preventie. Door een extra inzet op publiciteit huiselijk geweld slachtoffers, wordt ge- probeerd getuigen en daders te stimuleren om eerder melding te doen van huiselijk geweld.

- Signalering. Door deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers wor- den deze in staat gesteld signalen van huiselijk geweld te herkennen en daarop ade- quaat te reageren.

- Hulpverlening. Adequate integrale hulpverlening verbeteren door het versterken van de ketenbenadering. Daaronder valt mede het voorbereiden van de wet tijdelijk huis- verbod.

2.1.5. Thema: geweld op straat.

Geweld op straat en vernielingen op straat zijn in de gemeente Elburg vooral gerelateerd aan uitgaansgeweld. Deze worden daarom besproken in paragraaf 2.2 . "Bedrijvigheid en veiligheid", thema: uitgaan en horeca.

2.1.6. Thema: criminaliteit.

De meest voorkomende delicten in Elburg zijn fietsendiefstal, vernieling auto's, diefstal uit auto's en (poging tot) inbraak in woningen en auto's. De diefstal uit auto's is in 2006 be- hoorlijk gedaald. Dit kan mede het positieve gevolg zijn van de inzet van het project "niets erin / niets eruit" dat door de politie is gehouden in 2006. Ook de toe- en afritcontroles door de politie bij snelwegen hebben er mede toe geleid dat het aantal woning- en autoinbraken is afgenomen. Vernielingen worden vooral gepleegd tijdens de nachtelijke uitgaansuren. Hierop wordt onder 2.2. "bedrijvigheid en veiligheid", thema: uitgaan en overlast, terugge- komen.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Ter bestrijding van de kleine criminaliteit worden in samenwerking met buro Halt di- verse projecten opgezet op de basisscholen en het voortgezet onderwijs w.o. het criminaliteitspreventieproject en het vuurwerkproject.
- Alle achterpaden in beheer bij de gemeente en bij de woningstichting De Betere Wo- ning zijn voorzien van verlichting. Bij nieuwbouw wordt direct achterpaden verlich- ting aangebracht.

- Steekproefsgewijze controles (op inbrekersgereedschap) door de politie bij op- en af- ritten van de A-28.

- Gerichte aanpak veelplegers in samenwerking met politie, justitie en reclassering. Veelplegers worden eerder opgepakt en sneller gestraft bij kleine vergrijpen.
- Jaarlijks herhalen van het fietsendiefstalproject door de politie team Elburg. Hiervoor is een handcomputer aangeschaft waarmee gestolen fietsen makkelijker terug ge- vonden kunnen worden.

Toekomstige ontwikkelingen:

- Elburg is eind 2006 gestart met deelname aan het landelijke project "nazorg opvang ex-gedetineerden". Ter bevordering van een goede reïntegratie van ex- gedetineerden is het zaak een aantal basisbehoeften (onderdak, inkomen, zorg) al te regelen voordat de gedetineerde uit de gevangenis komt. Hierdoor wordt recidive verminderd. Samenwerking tussen de hierbij betrokken partners (gemeente, wo- ningstichting, zorginstellingen, politie) is hierbij onontbeerlijk.


13

In 2007 wordt proefgedraaid met het project. Aan de hand van de bevindingen zal bekeken worden hoe e.e.a. in de toekomst voort te zetten c.q. te verbeteren.
- Ter vermindering van vernielingen en criminaliteit tijdens uitgaansuren wordt door de politie steekproefsgewijs ingezet op (burger)controles op de routes die het uit- gaanspubliek meestal volgt.

2.2. Veiligheidsveld "Bedrijvigheid en veiligheid".

2.2.1. Thema: veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelcentra

Hoewel in 2003 nog sprake was van een stijging in het aantal bedrijfsinbraken is sinds 2005 het aantal bedrijfsinbraken gedaald. In 2005 is het project beveiliging industrieterreinen en haven nieuw leven ingeblazen. Er is een nieuw beveiligingsbedrijf actief en er is een werk- groep ingesteld voor de begeleiding en coördinatie van het project. Dit heeft geresulteerd in een toename van het aantal deelnemers, uitbreiding van het aantal uren dat er toezicht wordt gehouden en een afname in het aantal inbraken. Ook winkelcentra kunnen zich aan- sluiten bij het beveiligingsproject. Het probleem van winkeldiefstallen is in Elburg niet bij- zonder groot. Dit valt mede af te leiden uit het feit dat er vanuit de winkeliers geen animo is voor deelname aan winkeldiefstalprojecten of voorlichting door de politie.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Het beveiligingsproject Kruismaten en Haven is nieuw leven ingeblazen en er is een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, politie en ge- meente, ingesteld ter begeleiding en coördinatie van het project.
- Bij de inrichting van nieuwe winkelcentra en industrieterreinen wordt mede bekeken of deze voldoen aan een veilige infrastructuur en eisen van (sociale) veiligheid. Ge- tracht wordt bij de inrichting zo veel mogelijk te voldoen aan aspecten van sociale veiligheid en de bepalingen op grond van het politiekeurmerk Veilig Wonen.

Toekomstige ontwikkelingen:

- Gestreefd wordt naar een verdere uitbreiding van het project beveiliging. Hierbij wordt de beveiliging breder getrokken dan alleen de industrieterreinen en haven. De bedoeling is dat 50 % van de meeropbrengsten van het project worden gestoken in uitbreiding van het aantal uren dat toezicht wordt gehouden dan wel in andere be- veiligingsmiddelen.

- Bij de verdere ontwikkeling van het industrieterrein Broeklanden zal nader worden gekeken naar de mogelijkheden om deelname aan een collectieve beveiliging ver- plicht te stellen.

2.2.2. Thema: Uitgaan en horeca.

Uitgaan en overlast en vernielingen gaan veelal samen. Ook voor Elburg geldt dit. Het aan- tal vernielingen is, na een daling in 2005, in 2006 weer behoorlijk gestegen. Ook overlast t.g.v. te veel drankgebruik is na een daling in 2004 weer stijgende. Over het algemeen vin- den de meeste vernielingen en de meeste overlast plaats op de routes die door het uit- gaanspubliek worden gevolgd. In 't Harde vinden verhoudingsgewijs veel overlast en veel vernielingen plaats door uitgaanspubliek uit de plaatselijke discotheek. In Elburg en met name in de Oosthoek gebeurt dit door publiek dat de horeca in vesting heeft bezocht. Begin 2007 is een nieuw horecaconvenant afgesloten met de plaatselijke horeca in de ves- ting en een viertal daarbuiten gelegen horecazaken. Doel van het convenant is de kwaliteit van het uitgaan in het algemeen te bevorderen en de veiligheid in brede zin optimaal te dienen. In het convenant zijn inspanningsverplichtingen van de deelnemende horeca, de politie en de gemeente opgenomen. Ook binnen het district is een districtelijk horecaconve- nant afgesloten teneinde het horecabeleid binnen de deelnemende gemeenten zoveel moge- lijk op elkaar af te stemmen.


14

Tot nu toe ondernomen acties:
Ter bevordering van een veilig uitgaansklimaat zijn in het horecaconvenant een aantal inspanningsverplichtingen opgenomen zoals:

1. invoering van een horecaoverleg. Twee maal per jaar vindt overleg plaats tussen politie, horeca en gemeente over het horecabeleid en de veiligheid in en rondom het horecagebied

2. een verantwoorde verstrekking van alcoholhoudende dranken en het stimuleren van het gebruik van niet alcoholhoudende dranken.
3. het verbieden van zgn. happy-hours.
4. Het tegen gaan van het gebruik en verstrekken van drugs in de horecagelegen- heden.

5. Het verminderen van overlast rond de horecagelegenheden en het aanstellen van portiers.

6. Extra nachtdiensten van de politie in de nacht van vrijdag op zaterdag en van za- terdag op zondag.

- Met de horeca in de vesting zijn afspraken gemaakt over een gemeenschappelijk ontzeggingenbeleid voor notoire overlastveroorzakers.

Toekomstige ontwikkelingen:

- Door de politie wordt de komende jaren steekproefsgewijs extra aandacht besteed aan controles in de horeca-inrichtingen op bv. drugsbezit, drankgebruik en bezit i.d.
- Ter vermindering van overlast, vernielingen en criminaliteit tijdens uitgaansuren wordt door de politie steekproefsgewijs ingezet op (burger)controles op de routes die het uitgaanspubliek meestal volgt.

- In 2007 is het terrassenbeleid geëvalueerd. Dit mede door een toename van klach- ten over wildgroei en overlast van de terrassen. Aan de hand van de hieruit voort- vloeiende gegevens zal het beleid zonodig worden aangepast en geactualiseerd.
- Bij de totstandkoming van de integrale handhavingsnota 2006 is aangegeven dat voor de handhaving en toezicht op de horeca, naast de politie-inzet, ook extra ge- meentelijke handhaving nodig is. De raad heeft inmiddels extra gelden beschikbaar gesteld waarmee extra uren toezicht geregeld kunnen worden.


2.2.3. Thema: grootschalige evenementen:

Bij de organisatie van grootschalige evenementen kunnen zich gevaarlijke situaties voor- doen of kan overlast ontstaan door baldadige feestvierders. Teneinde de organisatie van grootschalige evenementen zo goed mogelijk te laten verlopen zijn er door de gemeente een aantal acties ondernomen.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Er is een evenementenbeleid vastgesteld waarin het beleid en de voorwaarden waar- aan organisatoren van evenementen moeten voldoen zijn opgenomen. Tevens zijn afspraken gemaakt m.b.t. de coördinatie, voorbespreking en controle van grootscha- lige evenementen.

- Er is een standaardformulier ingevoerd ten behoeve van de aanvraag van vergunnin- gen voor evenementen. Voor de aanvraag van kleinere evenementen geldt een ver- eenvoudigde procedure.

- t.b.v. de organisatie van risico-voetbalwedstrijden zijn districtelijke richtlijnen opge- steld. Daarnaast dient door de organisatie i.o.m. politie en gemeente een draaiboek te worden opgesteld.

- de periodiek terugkerende grootschalige evenementen zijn opgenomen in de risico- inventarisatie van de gemeente Elburg.

- Bij grotere, meer overlastgevoelige activiteiten, worden afspraken gemaakt over het gebruik van plastic in plaats van glas en over de inzet van (duidelijk herkenbare en op hun taak voorbereide) toezichthouders door de organisatie zelf.


15

Toekomstige ontwikkelingen:

- In het integraal handhavingsbeleidsplan van 2006 is aangegeven dat voor de hand- having bij evenementen extra handhavingsuren nodig zijn. De raad heeft inmiddels extra geld beschikbaar gesteld waarmee extra uren toezicht geregeld kunnen wor- den.


2.3. Veiligheidsveld: jeugd en veiligheid.


2.3.1. Thema: Overlast

Uit de veiligheidsscan is naar voren gekomen dat de onveiligheid in de gemeente Elburg is afgenomen in de afgelopen jaren. Overlast door jongeren wordt echter wel ervaren als de grootste ergernis. Het is een illusie om te denken dat overlast door (hang)jongeren voor- komen kan worden. De overlast kan wel voor een groot deel beperkt worden (preventief). Daarnaast kan in geval van optreden van overlast getracht worden zo adequaat mogelijk te reageren (curatief).

Tot nu toe ondernomen acties:
Preventief:

- ondersteunen van verenigingen (d.m.v. subsidiëring en accommodaties) bij het bie- den van een groot en breed aanbod van vrijetijdsactiviteiten voor jongeren
- via St. Wiel worden in alle drie de kernen Jongerencentra gerund
- via St. Wiel worden activiteiten voor de jongeren georganiseerd
- er is een Jongeren Informatie Punt (JIP)
- subsidie van straathoekwerk

- realisatie diverse JOP's

Curatief:

- Individuele aanpak via 12+ (netwerk bestaande uit een team van hulpverleners van verschillende instellingen die advies geven aan beroepskrachten die omgaan met kinderen (boven de 12 jaar) waar zorgen en vragen over zijn)
- Individuele aanpak via 12- (netwerk bestaande uit een team van hulpverleners van verschillende instellingen die advies geven aan beroepskrachten die omgaan met kinderen (beneden de 12 jaar) waar zorgen en vragen over zijn)
- Overleg met de wijkagent

- Adequate aanpak overlast op groepsniveau via overlastnetwerk (periodiek overleg tussen gemeente, politie en straathoekwerk).

Toekomstige ontwikkelingen:

- mogelijkheden bekijken of de openingstijden van de jongerencentra verruimd kun- nen worden

- project 12- netwerk omzetten naar structureel netwerk


2.3.2. Thema: alcohol en drugs

Toenemend alcohol- en drugsgebruik van jongeren leidt tot toenemende overlast als gevolg van dit gebruik. De Nederlandse jongeren worden de "zuipschuiten van Europa" genoemd. Recent onderzoek toont aan dat vijftien- en zestienjarigen het meest frequent alcohol drin- ken van al hun Europese leeftijdsgenoten. In 2004 heeft de GGD Noordwest-Veluwe een onderzoek onder de jeugd laten uitvoeren waaruit blijkt dat de jeugd van Elburg gelukkig minder drinkt dan jongeren uit de omliggende regio's. Aangezien het onderzoek plaats vond onder een klein deel van de jeugd kunnen hier geen definitieve conclusies uit worden ge- trokken.
Drinken op jonge leeftijd heeft consequenties op korte en lange termijn. Op lange termijn heeft regelmatig veel drinken onder meer hersenschade tot gevolg. Op korte termijn ver- hoogt alcoholgebruik het risico op betrokkenheid bij gevechten, ongevallen, onveilig vrijen en het risico op alcoholvergiftiging.
Het huidige landelijke alcoholbeleid is er dan ook op gericht iedere vorm van alcoholgebruik bij jongeren onder de 16 jaar te ontmoedigen. De gemeente wordt aangespoord haar beleid


16

op dit uitgangspunt te baseren. Op grond daarvan is er in het Coalitieprogramma 2006 van de gemeente Elburg een passage opgenomen over het verminderen van alcoholgebruik. Het ontmoedigingsbeleid voor o.a. alcohol is de komende jaren een speerpunt van raadsbeleid. Deze raadsperiode zal een discussie gevoerd worden over de mogelijkheden om het mis- bruik te verminderen.

In de startnota volksgezondheid voor de komende 4 jaar is afgesproken de landelijke speer- punten over te nemen w.o. alcoholmatiging. In het najaar van 2007 vinden hierover inter- actieve bijeenkomsten plaats. Naar aanleiding van deze bijeenkomsten kunnen zonodig specifieke maatregelen worden genomen om alcoholgebruik te verminderen.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Op dit moment wordt door de gemeente op meerdere sporen gewerkt aan het aanle- ren van "verantwoord omgaan met" aan de jeugd en hun ouders. Dit gebeurt op zo- wel individueel (via de stichting CAD) als groepsniveau (project gedrag).
- In het horecaconvenant zijn maatregelen opgenomen die gericht zijn op een verant- woorde verstrekking van alcoholhoudende dranken en het stimuleren, speciaal bij jongeren, van het gebruik van niet-alcoholhoudende dranken. In het kader van dit preventieve beleidsuitgangspunt worden de nodige maatregelen genomen.
- Het gebruik van alcohol op of aan de openbare weg is in het algemeen in de Alge- mene Plaatselijke Verordening strafbaar gesteld
- De gemeente initieert en regisseert in het kader van haar horeca- en jeugdbeleid voorlichtingscampagnes over alcoholgebruik (misbruik) bij scholen, buurt- en club- huizen, sportkantines en horecagelegenheden
- De politie houdt zoveel mogelijk toezicht op verstrekking van alcoholhoudende drank aan te jeugdigen, met name ook door de detailhandel
- De horeca houdt zich strikt aan de STIZA (Code voor alcoholhoudende dranken). Ho- recaondernemer onthouden zich met name van verkoopbevorderende activiteiten in- zake alcoholhoudende dranken, die zijn gericht op jongeren. Er mogen daarom geen Happy-hours door de horeca worden georganiseerd
- Horecaondernemers dragen er zorg voor dat de wettelijke bepalingen ten aanzien van de verstrekking van alcoholhoudende drank aan minderjarigen consequent wor- den nageleefd. Zo wordt aan personen jonger dan 16 jaar in het geheel geen alcohol en aan personen tot 18 jaar geen sterke drank verstrekt

Toekomstige ontwikkelingen:

- Het opstellen van een beleid m.b.t. de jeugdketen
- Het opstellen van beleid teneinde alcoholmisbruik en drugsgebruik te verminderen.


2.3.3. Thema: 12- netwerk

Politie en straathoekwerk merken een toename van overlast (baldadigheid/vandalisme) door jonge kinderen in de 12- categorie. Over de omvang hiervan zijn geen cijfermatige gege- vens aanwezig. Teneinde problemen bij kinderen in een vroeg stadium op te kunnen pakken is een integrale aanpak nodig.

Tot nu toe ondernomen acties

- Op 1 juni 2005 is het project 12- netwerk gestart. De taken van het netwerk zijn: het vroegtijdig signaleren van problemen, actieve verwijzing van risicojongeren tot 12 jaar, afstemming en aanpak en begeleiding en het signaleren van trends en ontwik- kelingen.

Toekomstige ontwikkelingen:

- het 12-netwerk van een project omzetten naar een structurele voorziening.


17


2.3.4. Thema: radicalisering bij jongeren.

De laatste jaren is een toename te zien van extreme (jeugd)groepen die hun overtuigings- kracht bijzetten door fysiek geweld. Ook proberen zij zoveel mogelijk andere jongeren hier- bij te betrekken. Het streven is de komende jaren de aanstichters van deze groepen uit de anonimiteit te halen.

Toekomstige ontwikkelingen:

- Omdat radicalisering een vrij nieuw en verontrustend fenomeen is binnen de gemeen- te Elburg zal hier de komende 4 jaar extra aandacht naar moeten uitgaan. In nauw overleg tussen gemeente, politie, scholen en welzijnswerk zal bekeken moeten worden hoe deze problematiek aan te pakken en te tackelen.


2.4. Veiligheidsveld: fysieke veiligheid.


2.4.1. Thema: verkeersveiligheid.
In de veiligheidsenquête 2002 noemde de bevolking als belangrijkste aandachtspunten op het gebied van Verkeer en Vervoer: snelheid, parkeeroverlast en verkeersoverlast. Zoals gezegd, werden snelheid en verkeersoverlast reeds genoemd in de in 2002 gehouden enquête. Deze uitkomst onderstreepte de wenselijkheid van het reeds ingezette gemeente- lijke beleid/ toekomstbeeld op deze punten, te weten:
- De objectieve verkeersonveiligheid (aantal geregistreerde ongevallen) neemt af. Naast het gericht aanpakken van onveilige locaties, is (te hoge) snelheid regelmatig een (ach- terliggende of mede-) oorzaak van ongevallen. Mede daarom zijn snelheidscontroles van invloed op het aantal en de ernst van de snelheidsovertredingen.
- Alle daarvoor in aanmerking komende erftoegangswegen maken deel uit van een 30 of
60 km/uur-zone.

- Elburg participeert via het ROVG in regionale, provinciale en landelijke voorlichtings- en educatiecampagnes.

- Het doorgaande regionale verkeer wordt buiten de kernen om geleid.

Uit de veiligheidsenquête 2005 blijkt dat de bevolking liever meer dan minder aandacht be- steed ziet aan snelheid en verkeersoverlast. Weliswaar worden er op het gebied van snel- heidscontroles goede resultaten geboekt, maar zowel de gemeente als de politie- teamleiding zijn zich ervan bewust dat de voor snelheidscontroles beschikbare politiecapaci- teit onvoldoende is om aan de handhavingswensen van de bevolking (m.n. in woonwijken) te voldoen. Aangezien de politiecapaciteit eerder naar beneden dan naar boven zal worden bijgesteld zal de controlevraag ook in de toekomst duidelijk groter blijven dan het aanbod. Nu ook de provincie overtuigd is van nut en noodzaak dat de verkeersoverlast door de doorgaande provinciale wegen moet worden aangepakt, is het vooral een kwestie van (ont- brekende) provinciale financiële middelen. Dit valt buiten het bestek van dit plan.

Tot nu toe ondernomen acties:

- De gemeentelijke handhaver openbare ruimte besteedt een deel van zijn tijd aan snelheidscontroles (in samenwerking met de politie).
- Handhaving is gericht op achterliggende oorzaken van verkeersonveiligheid, zoals snelheidsovertredingen, roodlicht-negatie, alcoholmisbruik, het niet dragen van gor- dels/valhelmen.

- Jaarlijks worden de meest recente onveiligheidcijfers geanalyseerd, en wordt nage- gaan of aanvullende infrastructurele maatregelen noodzakelijk zijn. Voor reconstruc- tie van objectief onveilige kruispunten/wegvakken is jaarlijks geld beschikbaar.
- In het gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) worden voorlichting/educatie, handhaving en infrastructuur uitgebreid beschreven.
- In het coalitieakkoord 2007-2011 heeft ook de provincie de wenselijkheid van rond- wegen om 't Harde en Oostendorp onderschreven.


18

Parkeeroverlast
Teneinde overlast door foutparkeren zo veel mogelijk tegen te gaan is het gewenst te stre- ven naar een optimaal evenwicht tussen vraag naar en aanbod van parkeergelegenheid.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Ten tijde van de veiligheidsenquête 2002 kreeg dat vooral gestalte in de aanstelling van een parkeercontroleur, met vooral de Vesting als werkgebied. In de jaren daar- na: is de sterke stijging in de landelijke parkeernormen door Elburg overgenomen, en vastgelegd in het GVVP;

- is er jaarlijks geld beschikbaar gesteld voor het aanleggen van extra parkeerplaatsen in straten waar ten opzichte van de normen een tekort aan parkeergelegenheid is.
- De nieuwe parkeernormen worden toegepast in nieuwbouw- of herontwikkelingsitua- ties. Aangezien het merendeel van de bebouwing in de afgelopen jaren niet is aan- gepast, zijn de nieuwe normen nog slechts op een beperkt aantal (bedrijven)locaties daadwerkelijk in praktijk gebracht. Met de voortschrijding van lopende processen zullen de nieuwe normen op steeds meer locaties zichtbaar worden.

Toekomstige ontwikkelingen:

- In de veiligheidsenquête 2005 is de parkeeroverlast opnieuw een van de belangrijkste verkeersaandachtspunten. Het gevoerde beleid heeft dus niet tot afname van de overlast geleid, en moet dus geïntensiveerd worden.
- De in het GVVP voor de komende jaren gevraagde intensivering van het betreffende budget is echter niet gehonoreerd. Bij de aanvraag van het (GVVP-)budget wordt weliswaar verwezen naar de resultaten van de veiligheidsenquête, maar niet is af te leiden dat dit tijdens de besluitvorming expliciet in de afweging is betrokken. Het is wenselijk dat zowel op directie- als bestuurlijk niveau voortaan nadrukkelijk de resul- taten van de veiligheidsenquête worden meegewogen.


2.4.2. Thema: veilige infrastructuur

Een veilige infrastructuur draagt bij aan meer veiligheid en aan een verhoging van de vei- ligheidsgevoelens. Daarom zal bij het ontwerpen van nieuwe plannen reeds in een vroeg stadium gekeken moet worden naar een zodanige inrichting dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Ook bij de herinrichting van bestaande gebieden zal een veilige infrastruc- tuur uitgangspunt moeten zijn.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Bij de (her)inrichting van gebieden wordt zo veel mogelijk getracht te komen tot een zo veilig mogelijke infrastructuur en te voldoen aan de bereikbaarheid door de hulp- diensten, beschikbaarheid van voldoende bluswater, eisen van het politie keurmerk veilig wonen en de uitgangspunten van duurzaam veilig verkeer. Hiertoe vindt over- leg plaats met alle betrokken afdelingen en instanties (w.o. politie) en de project- groep integrale veiligheid. Ook worden inrichtingsplannen doorgesproken met direct belanghebbenden en wijkcomités.

Toekomstige ontwikkelingen;

- De taken die voortvloeien uit het politiekeurmerk veilig wonen zijn van de politie overgedragen aan de gemeente. In de praktijk blijkt dit de nodige (capaci- teits)problemen met zich mee te brengen. Ook de handhaving is een probleem om- dat niet alle voorwaarden ook juridisch afdwingbaar zijn. In de toekomst zal, wellicht in nader overleg met het district, gekeken moeten worden naar mogelijkheden om de toepassing van het keurmerk weer te optimaliseren. Het is waarschijnlijk dat hier ook financiële consequenties uit voortvloeien.


19


2.4.3. Thema: (brand)veiligheid gebouwen.

De overheid heeft een wettelijke taak om de brandveiligheid van gebouwen te toetsen en te controleren middels vergunningen. In dit kader moet gedacht worden aan bouwvergunnin- gen en gebruiksvergunningen. Deze vergunningen zijn gebaseerd op het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Alle bouwaanvragen worden indien nodig getoetst door de brandweer.
- Voor alle daarvoor in aanmerking komende gebouwen worden de constructiebereke- ningen gecontroleerd zowel op papier als tijdens het werk.
- In voorkomende gevallen wordt gestreefd naar integrale handhaving bij overtredin- gen.

Toekomstige ontwikkelingen:

- In het kader van de vermindering van de vergunningdruk wordt een nieuw gebruiks- besluit ingevoerd, hetgeen in de plaats komt van de gemeentelijke bouwvergunning (streven implementatie in 2008). De effecten hiervan moeten nog nader worden be- zien.

- De landelijke invoering van de omgevingsvergunning (geïntegreerde vergunningen) is gepland voor 1 januari 2009. Inmiddels is gestart met een intergemeentelijke im- plementatie van het project.


2.4.4. Thema: Externe veiligheid.

Met dit thema wordt bedoeld de risico's van bedrijvigheid vroegtijdig te beoordelen op hun maatschappelijke aanvaardbaarheid in de desbetreffende omgeving.

Tot nu toe ondernomen acties:

- Binnen de gemeente Elburg is een werkgroep Externe Veiligheid opgericht. Deze be- staat uit ambtenaren van de disciplines brandweer, rampenbestrijding, milieu, ruim- telijke ontwikkeling en verkeer en vervoer. Aan de werkgroep is in 2006 een ambte- naar van de Regio Noord Veluwe toegevoegd
- In 2006 is een signaleringskaart opgesteld. Op de signaleringskaart zijn alle risico- bronnen met een externe veiligheidszonering in het kader van het plaatsgebonden risico en groepsrisico opgenomen. Het betreft hier de stationaire risicobronnen bin- nen de gemeente, maar ook de risico's ten gevolge van transport.

Toekomstige ontwikkelingen:

- Om op een juiste manier met externe veiligheid om te gaan is een integrale benade- ring van dit onderwerp door de relevante afdelingen essentieel. De werkgroep heeft hiertoe een procesbeschrijving integrale externe veiligheid opgesteld waarin de rela- ties tussen de taakgebieden ruimtelijke ordening, milieu, brandweer en bouwen en wonen helder worden. Verder biedt het de mogelijkheid om de signaleringskaart pro- cesmatig actueel te houden. Verfijning en aansluiting op de processen van de be- trokken afdelingen vindt in 2007 / 2008 plaats.
- In het traject Provinciaal uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2 (PUEV) wordt er een extern veiligheidsbeleid voor gemeenten in regionaal verband opgesteld. De planning hiervoor is door allerlei onzekerheden op het gebied van regelgeving nog niet volledig in beeld

- Cursussen externe veiligheid worden door een aantal werkgroepleden gevolgd op het gebied van milieu, verkeer en vervoer, ruimtelijke ontwikkeling en communiciatie.
- Ten behoeve van het actualiseren van de informatie op de provinciale risicokaart en het provinciale Informatie Systeem Overige Maatrampen (ISOR), heeft het college leden van de werkgroep gemachtigd tot het invoeren en autoriseren van wijzigingen. De risicokaart wordt gevoed door twee zaken. Enerzijds door gegevens ingevoerd in het Register Risico Gevaarlijke Stoffen (RRGS). Anderzijds door het ISOR, dat de kwetsbare objecten, zoals bijvoorbeeld scholen en verzorgingstehuizen bevat.


20


- In 2007 wordt geanalyseerd in hoeverre de uitkomsten uit de diverse PUEV 1 rappor- ten consequenties heeft voor de externe veiligheidsaspecten binnen onze gemeente.


2.4.5. Thema: Risico's natuurrampen.

Een groot aantal rampen en grootschalige incidenten wordt veroorzaakt door invloeden van de natuur.

Klimaatveranderingen
De afgelopen jaren hebben blijk gegeven van veranderingen in het klimaat. Zo is er sprake van meer en heviger neerslag/buien zijn er langere droogteperioden en worden tempera- tuurstijgingen waargenomen.

Heviger neerslag/Buien:
Dit heeft gevolgen voor de rioolcapaciteit en incidentbestrijding. Bij overstroming en stor- men is een stormnachtprocedure opgesteld. Hierin participeren de brandweer en de ge- meentelijke buitendienst. Ook het verbindingsnetwerk van brandweer en buitendienst is naar aanleiding van de storm van januari 2007 geëvalueerd en er wordt gewerkt aan verfij- ning en een (nog) betere afstemming.

Temperatuurstijging en langere droogteperioden:
De zomers zijn langer en heter en de winters zijn zachter dan voorheen. Door langere dro- gere perioden wordt de stand van het grondwater lager en ontstaat er een grotere kans op natuurbrand. Ook een tekort aan water (zowel koelwater als drinkwater) kan hierdoor ont- staan. Zowel hittegolven als tekort aan water heeft effect op de volksgezondheid (met name menswelzijn ouderen en dierwelzijn).

De statistiek laat zien dat ook in Elburg de afgelopen jaren regelmatig extreme weersom- standigheden zijn geweest:
Hagelstorm juni 1998
Extreme droogte zomer 2003
Extreme hitte juli 2006
Storm januari 2007

Natuurbrand
Modern natuurbeheer is er op gericht om zoveel mogelijk natuur in de natuur te laten. Tak- ken die van bomen vallen, worden niet opgeruimd, maar blijven liggen. Positief element hiervan is het ontstaan van meer verloving. Negatief element is grotere toename van brandbaar tak- en tophout. Veelal gaat het om steeds grotere percelen, wat voor de hulp- diensten een verminderde toegankelijkheid tot gevolg heeft. Het college van b en w heeft in mei 2007 een gebied als natuurbrandgevaarlijk gebied aan- gewezen. Bewoners en recreatieondernemers zijn per brief hierover geïnformeerd

Dijkdoorbraak
De provincie Overijssel heeft de actualisatie van het rampbestrijdingsplan dijkdoorbraak op zich genomen. In 2006 is er een werkgroep gevormd uit Overijsselse en Gelderse gemeen- ten die bij een dijkdoorbraak bij Kampen te maken krijgen met wateroverlast. Voor Elburg zou dit betekenen dat een deel van de gemeente onder water komt te staan. Politie, waterschap en de beide Veiligheidsregio's namen ook deel in de werkgroep. Het is nu aan de politie van de regio IJsselvecht om initiatief te nemen voor het opstellen van een evacuatieplan. Als dat klaar is (naar verwachting in 2008), is het rampbestrijdingsplan ge- reed om vastgesteld en geïmplementeerd te worden binnen de betreffende gemeenten.

Nutsvoorzieningen
Door de klimaatveranderingen is er een grotere kans op storing in de nutsvoorzieningen en daardoor grote schade voor bedrijven en particulieren.


21

Tot nu toe ondernomen acties

- Er zijn regionale draaiboeken voor stroomuitval opgesteld naar aanleiding van de grootschalige problematiek t.g.v extreme sneeuwval in november 2006 in de ge- meenten Haaksbergen en Berkelland. Naar aanleiding hiervan is binnen de gemeente geld gereserveerd uit de OOV gelden voor de aanschaf van twee noodstroomaggre- gaten, één voor de brandweer en één voor de gemeente. Naar bleek is er veel meer capaciteit nodig om het gemeentehuis draaiend te houden dan aanvankelijk werd gedacht. Gedacht wordt de voorziening begin 2008 gerealiseerd te krijgen.

Toekomstige ontwikkelingen

- Vitens heeft een draaiboek voor nooddrinkwatervoorziening opgesteld. Dit is aan de gemeenten in de Regio Noord- en Oost-Gelderland gepresenteerd. De gemeente El- burg heeft dit plan voor een deel reeds geïmplementeerd. Medewerkers zijn aange- wezen en de taken zijn verdeeld over de processen. In 2007/2008 wordt dit plan op- genomen in het rampenplan en in de bijbehorende werkinstructies verder uitge- werkt.


4.6. Thema: risico's infectieziekten.

Het thema infectieziekten is de laatste jaren een actueel thema gebleken. De vogelgriep, varkenspest en mond-en klauwzeer staan een ieder nog vers in het geheugen. Bij groot- schalige infectieziekten, ook wel pandemieën genoemd, worden grote aantallen mensen en/of dieren getroffen, waardoor in grote gebieden het maatschappelijk leven (voor een deel) stil komt te liggen.

Tot nu toe ondernomen acties:

- De Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) heeft in 2004 een pokkendraaiboek en in 2006 een draaiboek voor vogelgriep (bij mensen) opge- steld. Indien een crisis ontstaat, kunnen deze draaiboeken samen met het rampen- plan door gemeenten worden gehanteerd. Van te voren is al te voorspellen dat ge- meenten en hulpdiensten dit niet met de plaatselijke capaciteit aankunnen. Hulp van andere gemeenten is dan noodzakelijk bij de inzet van personeel, opvanglocaties en materiaal etc. Als medewerkers in hun privé-situatie getroffen worden door (de ge- volgen van) infectieziekten, kunnen zij niet ingezet worden voor de rampenbestrij- ding.


- Uiteraard is een goede samenwerking tussen rijk, provincie, gemeenten en hulpdien- sten uitgangspunt voor een geslaagde gecoördineerde inzet ter bestrijding van de crisis. Bij een dierziekte is samenwerking met het Ministerie van LNV onontbeerlijk.


- Bij dreiging van infectieziekten, communiceert het Ministerie van BZK via het kabinet van de Commissaris der Koningin met de burgemeesters. De burgemeester kan naar aanleiding van de berichtgeving en overleg met de hulpdiensten een afweging maken om het rampenplan in werking te stellen en op te schalen volgens de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP).


---

Hoofdstuk 3:
Speerpunten van beleid 2008 - 2011.

In de vergadering van de raadscommissie voor Algemene en Bestuurlijke aangelegenheden op 25 april 2007 zijn de volgende veiligheidsthema's als speerpunt van beleid voor de ko- mende 4 jaar aangemerkt:


- Overlast / vandalisme

- Kwaliteit woonomgeving / leefbaarheid

- Alcohol en drugs

- Huiselijk geweld

- Geweld op straat

- Radicalisering

- Risico's natuurrampen

Een en ander betekent dat aan de hierboven genoemde thema's de komende 4 jaar extra aandacht zal worden besteed, onder meer door het nemen van een aantal specifieke maat- regelen. Deze maatregelen zijn hieronder per thema weergegeven. Deze maatregelen c.q. activiteiten zijn dus extra. Zij komen boven op het reeds in gang gezette integraal veilig- heidsbeleid dat in hoofdstuk 2 is weergegeven.

Mochten er in de komende 4 jaar knelpunten of problemen ontstaan op andere beleidsvel- den, dan kan tussentijds, in nader overleg met college en raadscommissie, de aandacht en inzet verlegd worden. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats van het integraal veiligheidsbeleid waarbij tevens gekeken wordt of het huidige beleid nog actueel is.

Integraal veiligheidsplan en Politiebeleidsplan
Van de gemeenten wordt verwacht dat zij jaarlijks aangeven aan welke taken de politie aandacht besteedt. Tevens dienen de aandachtspunten van beleid voor de lokale politie voor de komende 4 jaar in een zgn. politiebeleidsplan te worden vastgelegd. De in hoofd- stuk 3 omschreven speerpunten voor het integraal veiligheidsbeleid moeten tevens worden gezien als lokale speerpunten van beleid voor de politie voor de komende jaren. Dit bete- kent dat voor het politiebeleidsplan c.q. de lokale speerpunten van beleid voor de politie kan worden verwezen naar dit hoofdstuk 3 uit het integraal veiligheidsplan.

De speerpunten die door de raadscommissie Algemene Bestuurszaken ten aanzien van het politiebeleid zijn vastgesteld zijn, met uitzondering van natuurrampen en kwaliteit woonom- geving, dezelfde als die zijn vastgesteld in het kader van het integraal veiligheidsbeleid. Dit zijn:

- Overlast / vandalisme

- Alcohol en drugs

- Huiselijk geweld

- Geweld op straat

- Radicalisering.

Ook voor het politiebeleidsplan geldt dat de hieronder genoemde acties extra zijn. Zij zijn aanvullend op het reeds in gang gezette beleid zoals is omschreven in hoofdstuk 2.


3.1. Overlast en vandalisme.

Actie 3.1.1. (controles op uitgaansroutes):
Vernielingen en overlast zijn vooral gerelateerd aan uitgaansgeweld. Ter vermindering van overlast, vernielingen en criminaliteit tijdens uitgaansuren wordt in 2008 en volgende jaren door de politie steekproefsgewijs ingezet op (burger) controles op de routes die het uit- gaanspubliek meestal volgt.


23

Initiatief : politie
Tijdpad/start : vanaf 2008
Kosten : De politie-inzet vindt plaats binnen de huidige politiecapaciteit en hieraan zijn dus geen extra kosten verbonden.

Actie 3.1.2.( controles in horeca-inrichtingen):
Ter bestrijding van overlast en vandalisme wordt door de politie in 2008 en volgende jaren extra aandacht besteed aan controles in de horeca-inrichtingen op onder andere drugsbezit, drankgebruik en legitimatie.

Initiatie : politie
Tijdpad/start : vanaf 2008
Kosten : De politie-inzet vindt plaats binnen de huidige politiecapaciteit en hieraan zijn dus geen extra kosten verbonden.

Actie: 3.1.3 ( kosten vernielingen e.d.):.
Vernielingen kosten de gemeente elk jaar veel geld. De komende jaren zal door de gemeen- te extra publiciteit worden gegeven aan de kosten die deze vernielingen voor de gemeen- schap met zich meebrengen. Ook zullen deze cijfers meegegeven worden aan buro Halt. Halt geeft voorlichting op basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Door kenbaar te maken wat er zoal vernield wordt en wat hiervan de consequenties voor de gemeenschap zijn, wordt geprobeerd de bewoners bewuster te maken van de gevolgen van vandalisme.

Initiatief : gemeente
Tijdpad/start : 2007 e.v.
Kosten
: nihil

Actie: 3.1.4. (aanpak daders vernielingen)
Wanneer daders van vernielingen en baldadigheid bij de politie bekend zijn en wanneer ook de bedragen van de vernielingen bekend zijn, worden deze doorgegeven aan Justitie. Justi- tie stuurt vervolgens, naast een boete voor het vergrijp, tevens een rekening voor de ge- maakte kosten aan de daders.

Initiatief : justitie en politie
Tijdpad / start : 2007 e.v.
Kosten
: n.v.t.

Actie: 3.1.5. (Buurtbemiddeling):
Overlast ten gevolge van burenruzies en overlast ten gevolge van probleemgezinnen en psychiatrische gevallen neemt de laatste jaren toe. De behandeling van deze problemen kost zowel woningstichtingen, gemeente en politie veel tijd/capaciteit en dus geld. Onder- zocht wordt in hoeverre de opzet van een project buurtbemiddeling, een oplossing hiervoor kan bieden.

Initiatief : gemeente, woningstichtingen en politie Tijdpad / start : 2008
Kosten : Zijn nog niet bekend. Worden t.z.t. meegenomen bij het project voorstel.

Actie: 3.1.6. (Overlast schieten met carbid)
De overlast t.g.v. het afschieten van vuurwerk en het schieten met carbid is de laatste jaren toegenomen. De overlast van vuurwerk is met name een gevolg van de invoering van zwaarder vuurwerk. Hiertegen is door gemeenten weinig te doen. Wel is extra voorlichting over de gevaren van het zwaardere vuurwerk richting consumenten gewenst. De overlast van carbid is mede toegenomen omdat steeds vaker in georganiseerd verband met carbid wordt geschoten. Teneinde deze overlast tegen te gaan zijn hierover afspraken gemaakt tussen politie en gemeente. In oktober 2007 wordt de Algemene Plaatselijke Verordening in die mate aangepast dat voor het collectief schieten met carbid ontheffing bij de gemeente moet worden aangevraagd.


24

Aan deze ontheffing worden, ter vermindering van de overlast, aparte voorwaarden verbon- den zoals een beperking van het aantal uren waarop mag worden geschoten en een beper- king van het aantal bussen waarmee mag worden geschoten. Controle hierop vindt plaats door de politie.

Initiatief : gemeente en politie
Tijdpad / start : 2007 e.v.
Kosten
: nihil

Actie: 3.1.7. (terrassenbeleid):
In 2007 is het terrassenbeleid geëvalueerd. Dit mede door een toename van klachten over wildgroei en overlast van de terrassen. Aan de hand van de hieruit voortvloeiende gegevens zal het beleid hierop in 2007 worden aangepast c.q. geactualiseerd. In 2008 kan dan de uitgifte van en de controle op de terrassen plaats vinden conform het nieuwe aangepaste beleid.

Initiatief : gemeente
Tijdpad / start : 2008
Kosten
: n.v.t.

3.2. Kwaliteit woonomgeving en leefbaarheid.

Doel van de maatregelen is het bevorderen van de leefbaarheid en sociale weerbaarheid met name door het betrekken van bewoners bij hun woon- en leefomgeving. Bewoners voelen zich wel betrokken maar zijn in verhouding weinig bereid iets bij te dragen aan hun leefomgeving. Bewoners hier meer bij betrekken heeft een positieve invloed op leefmilieu- problemen.

Actie: 3.2.1. (wijkgericht werken:invoering 5e wijk ): Gestreefd wordt naar een verdere invoering van het wijkgericht werken. Inmiddels zijn 4 wijkcomités ingesteld en gestreefd wordt om begin 2008 ook het laatste wijkcomité (de Vesting / Molendorp) van start te laten gaan.

Initiatief : gemeente
Medebetrokkenen : bewoners, politie
Tijdpad / start : voorjaar 2008
Kosten : zijn reeds opgenomen in de begroting.

Actie: 3.2.2. (kaders wijkgericht werken)
Teneinde het wijkgericht werken duidelijker vorm te geven en de taken en bevoegdheden zowel richting wijkcomités als richting gemeente helder te krijgen is het van belang te ko- men tot een beleidsnotitie waarin de kaders rond het wijkgericht werken nog eens duidelijk worden aangegeven.

Initiatief : gemeente in overleg met wijkcomités Tijdpad / start : 2007 / 2008
Kosten
: n.v.t.

Actie: 3.2.3. (Overlast hondenpoep)
Een van de grootste leefbaarheidproblemen is en blijft de hondenpoep. In 2007 is het hon- denpoepbeleid geëvalueerd. Teneinde uitvoering te kunnen geven aan de maatregelen die voortvloeien uit de evaluatie is meer toezicht op de uitvoering van het hondenbeleid nood- zakelijk.

Initiatief : gemeente
Tijdpad / start : 2008
Kosten
: Er is/wordt 140 uur extra capaciteit in geraamd in de begroting.


25

Actie;3.2.4. (WMO en wijkgericht werken)
In het kader van de invoering van de WMO zal de komende tijd nader moeten worden be- zien of en in welke mate wijkcomités hierin een rol kunnen vervullen. Hiertoe is nader on- derzoek en nader overleg nodig onder meer met de wijkcomités, welzijnsinstellingen e.d.

Initiatief : gemeente
Medebetrokkenen : wijkcomités en welzijnsinstellingen Tijdpad / start : 2007 e.v. jaren.
Kosten
: nog onbekend.

Actie: 3.254. (bewustwording bewoners):
Veel vormen van overlast worden door de (buurt)bewoners zelf veroorzaakt. Te denken valt hierbij aan te hard rijden, vernielingen, verrommeling van de omgeving, hondenpoepover- last, bereikbaarheid en parkeerproblemen. Door de bewoners wordt in deze gevallen veelal aan gemeente en politiek gevraagd om te komen tot een betere handhaving. Naast meer handhaving ligt er echter ook een taak bij de bewoners zelf. Regels zijn gemaakt om zich er naar te gedragen. Bewoners mogen elkaar er ook op aanspreken wanneer de gedragsregels niet worden nagekomen en een ander hiervan hinder ondervindt. Door middel van doelgerichte publicaties en het betrekken van wijkcomités, bewonersorga- nisaties e.d. bij de problematiek kan getracht worden ook de individuele bewoners meer verantwoordelijk te maken voor het naleven van de gedragsregels.

Initiatief : gemeente, politie
Medebetrokkenen : bewoners, wijkcomités
Tijdpad / start : vanaf heden
Kosten
: nihil

3.3. Alcohol en drugs.

Het gebruik van alcohol en drugs neemt, vooral onder jongeren, nog steeds toe. Toenemend alcohol- en drugsgebruik leidt tot toenemende overlast als gevolg van dit ge- bruik. Maar ook voor de gezondheid heeft alcohol- en druggebruik negatieve consequenties. Landelijk is alcoholmisbruik en drugsgebruik eveneens een speerpunt van beleid. In para- graaf 3.1. zijn onder 3.1.1. en 3.1.2. al een aantal maatregelen opgenomen die tevens het vandalisme en de overlast t.g.v. drank- en drugsgebruik moeten terugdringen.

Actie 3.3.1. (Aanpak jeugdketen);
Teneinde het drankgebruik in de jeugdketen aan te kunnen pakken is aanvullend beleid noodzakelijk. In overleg met deskundigen is in mei 2007 een beleidsnotitie over de jeugd- keten opgesteld. In deze notitie is onder meer bepaald dat er geen uitbreiding meer plaats mag vinden van jeugdketen en dat de huidige keten nog voor maximaal 5 jaar worden ge- doogd onder bepaalde voorwaarden. Aan de voorwaarden in de notitie moet de komende 5 jaar uitvoering worden gegeven.

Initiatief : gemeente
Medebetrokkenen : politie, brandweer, stichting wiel en jongeren Tijdpad/start : vanaf najaar 2007 e.v.
Kosten
: op dit moment zijn nog geen extra kosten hiervan bekend.

Actie 3.3.2. (alcoholmatiging jeugd Noord-Veluwe)
Binnen de regio Noord Veluwe wordt gestreefd naar de totstandkoming van een beleidsnotitie alcoholmatiging voor de jeugd. Streven is dat de gemeenten de doelstelling van het alcoholmatigingsbeleid gezamenlijk onderschrijven, komen tot de vaststelling van een viertal speerpunten hierin en een projectleider aanstellen die de verschillende voorstel- len gaat uitwerken.

Initiatief : gemeenten binnen de regio Noord Veluwe Tijdpad/start : 2008 en volgende jaren.


26

Kosten
: nog niet bekend

3.2.3. (alcoholcontroles in het verkeer)
Jaarlijks worden extra verkeerscontroles gehouden op het gebruik van alcohol. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij landelijke campagnes.

Initiatief : politie
Tijdpad / start : 2007 e.v.
Kosten
: 200,- voor foldermateriaal uit te reiken aan bestuurders.

3.4. Huiselijk geweld.

3.4.1. (extra publiciteit)
Door middel van extra publiciteit (gedacht wordt aan een jaarlijkse publiekscampagne) moet worden getracht slachtoffers, getuigen en daders van huiselijk geweld eerder melding te laten doen. Huiselijk geweld moet eerder herkenbaar en bespreekbaar worden.

Initiatief : gemeenten binnen de regio Noord Veluwe Tijdpad/start : 2008 en volgende jaren Kosten : 1500,-. Deze kosten zijn reeds opgevoerd bij de beleidsnotitie aan- pak huiselijk geweld

3.4.2. (deskundigheidsbevordering)
Door deskundigheidstrainingen en het realiseren van een meldcode geweld moeten profes- sionals en vrijwilligers in staat worden gesteld signalen van huiselijk geweld te herkennen en daarop adequaat te reageren.

Initiatief : gemeenten binnen de regio Noord Veluwe Tijdpad/start : 2008 en volgende jaren Kosten : 2500,-. Deze kosten zijn opgevoerd bij de beleidsnotitie huiselijk geweld.

3.4.3. (hulpverlening)
Adequate integrale hulpverlening verbeteren door het versterken van de ketenbenadering. Acties; het aanstellen van een regionaal procesmanager huiselijk geweld en het invullen van witte vlekken in de hulpverlening m.n. de daderaanpak en ondersteuning (kind)getuigen en kindslachtoffers van huiselijk geweld.

Initiatief : gemeenten N-Veluwe
Tijdpad/start : 2008 e.v.
Kosten : De kosten voor de procesmanager zijn opgevoerd bij de beleidsnotitie huiselijk geweld. De kosten voor het invullen van de witte vlekken in de hulpverlening zijn nog niet goed in beeld.

3.4.4. (invoering wet tijdelijk huisverbod)
Door het implementeren van het tijdelijk huisverbod de veiligheid van slachtoffers van hui- selijk geweld verbeteren en door vroegtijdig ingrijpen het voortduren van huiselijk geweld voorkomen.

Initiatief : gemeente N-Veluwe
Medebetrokkenen : politie en justitie
Tijdpad : 2008 e.v.
Kosten
: Nog niet bekend.


27

3.5. Geweld op straat / Radicalisering.

Omdat de thema's Geweld op straat en Radicalisering nauw in elkaar overlopen (het een is vaak het gevolg van het ander) is er voor gekozen deze twee thema's samen te voegen. Ook de thema's "alcohol en drugs" en "overlast en vandalisme" hebben een relatie met "geweld op straat "en "radicalisering". Bij dit thema wordt daarom ook verwezen naar de acties die staan vermeld in 3.1. onder 3.1.1. en 3.1.2.

3.5.1.(uit de anonimiteit halen van deelnemers aan geweld). Gestreefd wordt naar het zoveel mogelijk uit de anonimiteit halen van de deelnemers aan gewelddadigheden zodat de daders weten dat zij in de gaten worden gehouden en de politie weet welke personen voor bepaalde misdrijven in aanmerking komen.

Initiatief : politie
Tijdpad / start : 2008
Kosten
: n.v.t.

3.5.2. Aanpak radicalisering.
Omdat radicalisering een vrij nieuw en verontrustend fenomeen is binnen de gemeente El- burg, zal hier de komende 4 jaar extra aandacht naar moeten uitgaan. In nauw overleg tus- sen gemeente, politie, scholen en welzijnswerk zal bekeken moeten worden hoe deze pro- blematiek aan te pakken en te tackelen.

Initiatiefnemer : gemeente, politie, scholen en welzijnswerk Tijdpad/start : 2008 en volgende jaren
Kosten
: nog niet bekend.

3.5.3. (voorlichting)
In het kader van de preventie wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn voor het aanbie- den van voorlichtingspakketten over radicaal gedrag op basisscholen en scholen voor voort- gezet onderwijs.

Initiatief : gemeente/ politie i.s.m. deskundigen Tijdpad / start : 2008
Kosten
: nog niet bekend

3.6. Risico's natuurrampen

3.6.1. (nooddrinkwatervoorziening)
Aan de gemeenten in de regio Noord- en Oost Gelderland is een draaiboek voor nooddrink- watervoorziening gepresenteerd. De gemeente Elburg heeft dit plan voor een deel reeds geïmplementeerd. In 2007 / 2008 wordt dit plan opgenomen in het rampenplan en in de bijbehorende werkinstructies verder uitgewerkt.

Initiatief : gemeente
Tijdpad/start : 2007 / 2008
Kosten
: n.v.t.

3.6.2. (Natuurbrandrisico):

Jaarlijks worden de inwoners, natuurbeheerders en recreatieondernemers per brief geïnfor- meerd over de risico's van het aangewezen natuurbrandgevaarlijk gebied. In deze brief wordt o.a. verwezen naar website's waar de natuurbrandthermometer vermeld staat. De natuurbrandthermometer geeft verschillende stadia van droogte aan met daaraan verbon- den de te nemen maatregelen.

Initiatiefnemers : brandweer en gemeente
Tijdpad/start : jaarlijks in het voorjaar
Kosten
: nihil


28

3.6.3. (structureel overleg brandgevaar)

Er wordt een jaarlijks overleg gestart met Natuurbeheerders over brandgevaar, bereikbaar- heid en toegankelijkheid van natuurgebieden. Afstemming tussen de diverse beheerders zal nodig zijn en mogelijk beperkte kosten met zich meebrengen. Het Convenant ASK met daarin het brandveiligheidsplan Doornspijkse en Oldebroekse heide is hiervan een voor- beeld.

Initiatiefnemers : brandweer en gemeente Tijdpad/start : Jaarlijks, start in 2008 Kosten
: nog niet bekend.

3.6.4. (Uitvalstroom):
Om de gemeentelijke organisatie ten tijde van stroomuitval voor de coördinatie van ram- penbestrijdingsprocessen te kunnen laten functioneren, wordt het gemeentehuis en de brandweerkazerne voorzien van een noodstroomvoorziening.

Initiatief : gemeente en brandweer
Tijdpad/start : 2007 / 2008
Kosten
: Zijn reeds opgenomen in de begroting (o.o.v.)

3.6.5. Waterbeheer / rioolafvoer

De gemeente voldoet aan de basisinspanningen riolering. Het Gemeentelijk rioleringsplan (Grp) wordt in het najaar van 2007 vastgesteld. Wanneer zich binnen het Grp kansen bie- den wordt getracht te komen tot een ruimere berging voor regenwater. Tevens wordt op de toekomst geanticipeerd door een grondwatermeetnetwerk aan te leggen. Verder blijft de gemeente de landelijke ontwikkelingen volgen en probeert hier zo veel mogelijk voortva- rend mee aan het werk gaan.

Initiatief : gemeente en landelijke overheid Tijdpad /start : 2007 e.v.
Kosten
: worden meegenomen in Grp.